woensdag 11 maart 2015

Trots

"Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.
Eigen roem stinkt.
Je wilt zeker opvallen?
Je mag niet trots zijn op je zelf. Dat is arrogant."

Bekend?  Zomaar wat toespelingen uit voltooid verleden tijd.Ten minste, dat wil ik aannemen...
Rigoureus werden ze soms afgewezen, mensen die hun nek uitstaken, met meer kleuren op hun palet en die andere, hogere tonen aansloegen als mensen om hun heen. Dom, dom, dom! Natuurlijk was dat vooral vroeger! En niet iedereen deed er aan mee. Dat te zeggen is veiliger want dan kun je makkelijker wijzen naar cultuurbarbaren die alles over één kam schoren wat boven het maaiveld uitstak. Ze zetten daarmee soms een 'is-gelijk-teken' tussen alles wat afweek van wat zij wensten te zien en de uitspraak: "Je voelt je zeker beter dan een ander."
Au!
Nogal logisch dat de spreekkamers van therapeuten zo vol zitten.
"Ik werd arrogant genoemd want mijn moeder zong solo."
"Toen ik mijn eerste opstel voorlas zei de meester dat ik er niet zo bij moest glunderen."
"Nee, ik heb niet al mijn schilderijen laten zien. De mensen moesten al zo lachen bij de eerste drie."
"Je ben niet zomaar een artiest? Denk maar niet dat je Rembrand bent of zo. Bovendien zijn artiesten raar. Ze dragen geitenwollen sokken en leven van de gemeenschap. Niks waard!"

Het kan er ingeramd zijn. En krijg het er maar weer eens uit! Geen schrobdob tegen bestand. Het gebod om niet op te vallen, legde een loodzware last op menig schouder. En, als het echt niet anders kon, dan de ogen maar deemoedig neerslaan en fluisteren dat het allemaal Gods werk was. "Oh, Heer er is geen trots in mij" staat er immers in psalm 131. Zie je wel! Waar blijf je nou?
Het is de vraag of zo'n psalm geciteerd moest worden om mensen onder de duim te houden.
Hield God niet van kunst?
Verkreukelde mensen krijg je ervan!
Maar gelukkig, ik zei het al, dat is voltooid verleden tijd.
Toch..?

Het is als een nieuwe jas. Dat auteurschap  Hij kwam onlangs schoorvoetend ons huis binnen. Trekt aan mij als ik stofzuig. Duwt me naar de pc, Geeft me vleugels, Laat me worstelen.
Doet me glimlachen bij de inval van een leuke zin. Is dat dan trots? Van binnen wel. Gloeiendegloepende trots! Het brandt en gloeit lang na.
Maar wat komt er uit mijn mond, als iemand vraagt of ik trots ben? 
Dat ik het zo leuk vind om te doen (omzeilmethode nr 1).
Zo blij dat het gelukt is ( aandoening nr 2)
Dankbaar dat ik het kan (mens, doe normaal of zo. Dat was trouwens nr 3)
En allemaal is het hartstikke waar. En tegelijk plastic. Dat gaat dus hand in hand soms. 
Ik vertoon wenselijk gedrag. Een vernisje dat laat zien, dat ik heus wel weet hoe het hoort. Nou, fijn! Onder de indruk! Beetje flauw en vooral niet echt. En niet-authentiek zijn is nog erger dan niet trots. 
Ruilhandeltje dan. Kort geleden geprobeerd. Onderhandeling op facebook met iemand die me een compliment gaf. Ik zei: "Dank je wel!" (want dat kan ik al een tijdje, omgaan met opstekers). De overtreffende trap van de trots is een ander verhaal. Dus ik vervolgde: "Ok, ik trots op jou, jij op mij. Allebei wat." 
Leuk gevonden, mooi geprobeerd maar het werkt niet. Het is alleen maar een veilige manier om buiten schot te blijven in geval iemand het in zijn hoofd haalt je te betichten van grootheidswaanzin. So what?
Lafbek!
Verstoppertje spelen doe je maar ergens anders.
En het komt niet eens van de opvoeding! Thuis kregen we echt wel te horen wat goed was en wat beter kon. Op onze beurt lopen wij weer naast onze schoenen vanwege ons eigen kroost. Dat vertellen we hen. Ook wat ze beter kunnen laten. Wijzen naar de geboortestreek of de tijdgeest is nog een optie maar laat ik gewoon vaststellen dat er blijkbaar ergens iets fouts in mijn systeem geslopen is. Shit happens.

Voorgaande bedacht ik allemaal tijdens het lezen van een column  - het is helemaal niet zo vreemd dat ik niet aan bepaalde klussen toe kom. Mens, wat een denkwerk - van een lotgenote/collega in de letters. Haar letters wilden mijn spiegel zijn. Een onverbiddelijke. Glashard maar niet gelogen. Deze vrouw, die aan de wieg stond van mijn toetsenbordcarrière, hield me het reflexieding voor. Ze zegt onomwonden dat ze de hik krijgt van al die omzeilziektes om het woord 'trots' maar niet te hoeven noemen. En ik herken datgene waar zij dus van in ademnood raakt. En terecht! Besef ik ineens. Paniek. Waar is de defibrillator? De hik wens ik haar niet toe. Dat is mij namelijk ook geleerd, dat ik een ander  - en mijzelf - niet in gevaar mag brengen. Dus nu maar een fikse schrobbering. Jaaa! Dáár zijn we goed in; zelfkastijding. Dát zal ons leren...
Bij deze laat ik een stukje huichelarij vallen. Boink! Huh, was ie zó zwaar? Was het dan toch wat groter als ik wilde zien? Komaan, het is weg! Hè, wat voelt dat lekker licht! Hoop dat ik het niet ga missen! Oh, wees niet bang dat ik geen fouten meer maak. Er komen er elke dag weer nieuwe bij! Ik ben een mens! (Geniaal, wat een ontdekking, daar komen we echt mee verder) Een mens is het best op zijn plek als hij/zij menselijk gedrag vertoont (Je meent het!) Tussen menselijk en wenselijk zit maar één lettertje verschil...

Wereld van verschil, zal je bedoelen!
Even oefenen:
Ik ben auteur van  - inmiddels - twee bundels en een redelijk gevulde weblog!
En daar ben ik trots op!
En ik moet die zin nog honderd keer roepen zodat ik em zelf ook geloof.
Maar dat doe ik dan wel ergens midden in een weiland of zo, keuze genoeg in Groningen.
Er gaat niets boven Groningen!
Ze hebben daar een spreuk, die luidt: "Wel 't dut, mout waitn."
Ere wie ere toekomt.
Goddank.

Schrijfselsje.

                                                                                                  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten