zaterdag 28 maart 2015

Weeksels 23 maart t/m 28 maart

Maandag:
Dag van het uitkomen van een zeker interview. Toen eertijds het gesprek gedaan was, namen reporter en ik afscheid."Mag ik het stuk eerst inzien?" Als antwoord kreeg ik: "Denk niet dat je dat moet willen, je gaat vast denken of het een beetje minder kan..."  Oef! Dat kan.
"Als het tegenvalt, weet ik je te vinden. Dáár is het water!
Deal!"

Het viel niet tegen al moest ik wel een beetje van blozen. Wen er maar aan. Een paar dagen later zal het ding al meer dan tweeduizend keren gelezen zijn. Dat wordt me gemeld.
"Tjonge, hebben al die mensen niks beters te doen?
Geintje!
Ik vind het leuk maar het is me wel wat, zo'n eerste interview"

Dinsdag:
En dan ineens is er weer zo'n dag met een ramp. Tragedie zo groot, dat je vingers het toetsenbord wel willen raken maar al die blokjes je bevreemd aankijken: "Wat wil jij nou, daar zijn toch geen woorden voor?" Toetsenbord  heeft helemaal gelijk. De verslaggeving is zeer summier. Zwarte dozen zijn op dat moment nog niet gevonden. Gissingen gonzen over de media. Was het een terroristische aanslag? Mankement? In de bergen ligt aan miljoenen stukjes het restant van wat eens een airbus was. Bovendien liggen daar ook menselijke resten en het weer is beroerd. Het kan op klimaatgebied enorm spoken in de alpen. Zoektochten per heli worden bemoeilijkt maar men zal morgen verder gaan...

Woensdag:
Stukje bij beetje landt er steeds meer nieuws over het vliegtuig met honderdvierenveertig passagiers en zes bemanningsleden. Een complete schoolklas die van excursie terugkwam, is uit het leven weggerukt. Mensen uit Spanje, mensen uit andere landen en eentje uit Nederland, een jonge vrouw. Het vliegtuig is ineens gaan dalen toen het gewenste hoogte had bereikt. Er wordt gespeculeerd maar niets is nog duidelijk...
's Avonds ga ik naar de Vesperdienst. Het is goed om de stilte en het gebed op te zoeken. Ineens moet ik denken aan een tekst: "Zie, ik sta aan de deur en ik klop..."

Donderdag:
Laat ik de vorige zin staan? Hoe wrang, bijna cynisch klopt die! Er is ook een boek van auteur Ina Boudier-Bakker (vorige eeuw) dat heet: 'De klop op de deur'. Dat was een appèl aan het idee dat ieder eens sterven moet. Maar om dat nou zonder meer toe te passen op het gebeuren van afgelopen week... Het was in dat vliegtuig een kloppen, rukken en trekken aan de cockpitdeur die gesloten bleef. Gezagvoerder verloor zijn gezag en er werd helemaal niks meer gevoerd. Co-piloot drukte op een knop en het vliegtuig stortte neer. Tenminste, dat zegt het Franse OM. Die was er wel heel vroeg bij met een persconferentie. Waarom niet de vliegtuigmaatschappij? Wat moet er verborgen blijven?
Ach, maakt dat allemaal nog uit? Wel geloof ik absoluut dat Jezus ook op onze deur blijft kloppen maar nooit grof geweld gebruikt daarbij. Hij is een betere gezagvoerder in mijn leven, dan ikzelf. Anders loopt mijn leven op de klippen.

Vrijdag:
Andreas, co-piloot, wie was je. Hoe kon je? Er is huiszoeking gedaan. Men vond een ziekmelding om aan je baas te sturen op die bewuste dag. Was je eenzaam of gewoon hartstikke gek? Je drukte op de knop en bracht zoveel levens in gevaar. Andreas, weet je wat je naam betekent?
Dapper, heldhaftig man.
Je wordt nu niet bepaald als zodanig herdacht...
Het moeten sterke(re) benen zijn, die zo'n weelde kunnen dragen.
Hopelijk is je Maker genadiger dan de mensen die je bloed wel kunnen drinken. Alhoewel, er zijn ook anderen, die niet kwaad op je zijn. Je was ziek!
Welke stroomstoring in je geest maakte, dat je je ziekte verborgen hield.

Zaterdag:
Uitslapen, wat soms lukt, ontbijtje, krantje, boodschappen, soep koken. Ze zeggen dat het leven verder gaat, dus we moeten wel. In mijn zij kliert het. Kleine ingreep gehad. Een epitheelweefseltje was daar een eigen leven gaan leiden. Een puur menselijk gebeuren dus. Het was een knobbeltje geworden en toen pas opgemerkt. Knobbeltjes zijn een duidelijk teken dat er iets moet gebeuren. De huisarts zette er een spuit en daarna een mesje in, waarna ik leegliep (nou ja). Nou heb ik dus een steekwond, die nog open moet blijven. Het valt me tegen dat ik daar dus nog niet slanker van geworden ben. Het brandt daar. Afblijven. Pulken aan wonden verstoort genezing.
Dat is wel vaker zo...

vrijdag 27 maart 2015

Stemmetje



Vanmorgen werd ik onaangenaam getroffen door het feit dat het al half acht bleek te zijn terwijl ik daar nog niet aan toe was. Onwillig bewoog ik alvast mijn ene verkeerde been van onder het dekbed vandaan richting de bedrand. Daarbij sprak ik uit dat ik nog helemaal geen zin had. Bovendien kletterde de regen buiten. Uiterst ontmoedigend. Blij verrast was ik dan ook, toen naast mij een stem klonk die vertelde dat het been weer terug mocht in het warme holletje van eerst. Geheel tevreden voldeed ik aan die opdracht. Mijn kerel ging ‘dienst’ doen, deze ochtend. Verheugd tuimelde ik alweer bijna in het slaapgebeuren terug maar wist nog net te zeggen dat de tas van ons jongste kind al gevuld en wel, klaar hing. Alsof ik voorvoeld had, dat de ‘blijf-maar-liggen-beurt’ best wel eens dichtbij kon wezen. Eigenlijk had het veel weg van ‘voorbedachte rade’. Heerlijke sluimers overvielen mij, gemixt met de half bewuste toestand, die zo’n ochtend nog onweerstaanbaarder maakt. Buiten deed de regen vertoornd, en met veel herrie zijn best om mij ervan te overtuigen dat iedereen nou eenmaal moest opstaan.
“Kan best wezen maar vandaag dus even niet!” sprak ik lichtzinnig terug…
Een stemmetje binnen in mij vertelde, dat het ‘not-done’ was. “Kunstenaars mogen dat. En échte schrijvers. Mensen in de verpleging, postwezen of horeca. Operazangeressen desnoods. En mannen die andere dagen altijd van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat de kost verdienen, maar huismoeders niet!  Wat denk je wel?” sarde stemmetje. “Ja, hallo, dat was honderd jaar terug hoor. Je loopt achter! Kan ik het  helpen dat ik geen baan meer heb. Bovendien, ondanks werkloze staat, douche ik elke ochtend voor de meute aan om niet te vervallen in leegte, wanneer iedereen de deur uit is.”  
Stemmetje kon mij nog meer vertellen en haastte zich ook om dit te doen. Ik draaide me met een flinke ruk om, pakte mijn boek en negeerde de klierige metgezel met reflectievermogens die niet gewenst waren. Hij zweeg beledigd. Zoemde dan, als een mug die nooit dood te meppen is, weer naar de andere kant van mijn gedachtenwereld . “Zal ik even één van je kinderen even sturen, met een vraag?”  En ja hoor, daar kloste al ééntje naar boven, weer naar beneden, wederom de trap bestijgend met de vraag waar de paraplu was gebleven.
“In het paraplukastje, denk ik.
He mam, wat flauw. Je kunt toch wel even meezoeken?
Ben je betoeterd, ik ben al wakker, dat is erg genoeg!    

De regen klaterde en ruiste. Mijn boek zonk alweer weg uit mijn handen, toen zich de volgende bezoeker aandiende.
"Waarom lig jij in bed?
Omdat ik uitslaap. Of tenminste, dat probeer ik te doen
Raar hoor, dat doe je nooit.
Precies..."

In plaats van een kind of een stemmetje, begonnen andere gedachten mij te plagen. Ze vertelden mij wat de taken voor vandaag waren. Een niet mis te verstane aanval op een hoofd dat van niets weten wil. Ik kende mijn plek. Die was blijkbaar één etage lager.
"Lekker aanklungelen beneden is ook fijn," bedacht ik leep. Ik verliet mijn sponde, keek nog even spijtig achterom en maakte in de keuken een ontbijtje klaar om alle stemmetjes, waar dan ook, de mond te snoeren...                                                                                                                         

zondag 22 maart 2015

Weeksels 16 tm 21 maart

Maandag:
Stuk in de krant over heel veel stappen tussen krenking en vergeving. Het artikel is geschreven door een oud-lid van de Hoge Raad (dat schrijf je met hoofdletters). Hij zegt dingen als: "Vergeving mag dan een weldaad zijn en zal absoluut alle partijen lucht geven, er wordt vaak te vroeg zand over iets gegooid wat nog om uitleg vroeg. Hoe pijnlijk ook, er bestaat ook zoiets als erkenning en genoegdoening. Dat kan soms weldadiger zijn voor het maaien van het spanningsveld als direct vergeven en vergeten, uithuilen en opnieuw beginnen."

Het krantenartikel komt tot ons in de lijdenstijd. De periode waarin het gaat over verlorenheid en verzoening. Wat mogen we veel leren van Jezus Christus (alweer hoofdletters, inderdaad)
Vergeven zat hem in het bloed.


Dinsdag:
Tja, als je zo diep afsteekt op maandag, waar blijf je dan op de volgende dag en die daarna en nog verdere dagen in de week? We maken er met elkaar een bende van en vullen zo samen de nieuwsbulletins. En ik heb niemand beloofd dat ik het gezellig zou houden. Dat is niet te doen soms.
Een kamerlid met  - blijkbaar - antieke beginselen is voornemens  om subsidie aan te vragen voor relatiebehoud en tegen de zwoele stem die in reclameboodschappen vertelt, dat we naast onze eigen partner iets spannends verdienen. Dan weet je tenminste zeker wat je verknoeit wanneer je je stort in de armen van second loves. Ik lees de fora die erover fulmineren en zie dat de honden er geen brood van lusten. Is zo'n viervoeter dan toch echt trouwer dan de mens...?
De zon is steeds steviger gaan stralen. Niets nieuws onder de zon. Opkomen en dalen, over alles wat er op de wereld gebeurt. Een Godswonder, dát wel!

Woensdag:
Dag van de verkiezingen, van debatten, van  - wederom - een stralende zon. Dag ook van een heerlijke fietstocht op de elektrisch ondersteunde tweewieler. Het kon niet op! En toen ik thuiskwam bleek dat het stekkertje, dat dient om de ebike op te laden, bij het ontkoppelen in een emmer water terecht was gekomen. Niet gezien. En er staat NOOIT een emmer water in de garage. Had een mooie fik kunnen worden. Het water is er warm van geworden. Ik ook. Trillend op mijn benen biecht ik mijn blunder op. Hilariteit. Ik baal als een stekker.

Donderdag:
De achterkamer vertoont een permanente studentikoze woonstijl. De eettafel verdwijnt voor meer dan de helft onder kleren en een laptop. De rolgordijnen zijn dicht. De student die hiervoor verantwoordelijk is, weet blijkbaar niet dat er daglicht verkrijgbaar is achter dat gordijn. Hij zit aan de tafel en rammelt op zijn toetsenbord. Dat geeft een gevoel van verbinding. Dan ik ook maar. Samen rammelen we heel wat  uren stuk, al wil ik eigenlijk naar buiten. De letters wegen zwaarder dan het te vegen terras. Op dat moment tenminste. In de middag maak ik een tocht door de tuin met de bezem, voegenkrabber en de groene container. Ik dacht dat ik op 01-01-2015 had gezegd dat ALLE vuurwerkbende opgeruimd moest zijn. Ik had het moeten controleren maar het was zo koud. Ter plekke dus een afvalscheidingscursus voor de jongste. Het boeit hem weinig. How can?

Vrijdag:
Hoera! Eerste voorleesochtend is geboekt. Vulling voor vrouwenbijeenkomsten in de vorm van voorlezen en napraten. Hopelijk blijft het daar niet bij. Intussen is dit al de zevende week van het bloggen-nieuwe stijl. Het houdt de vaart en regelmaat in het schrijven.
Nog nieuws uit het vogelnest? Alweer een vogel met uitvliegplannen. Het ene pakket na het andere komt binnendruppelen. Pannen, schoonmaakgerei en de eerste eigen was naast die van ons. Allemaal nieuw textiel wappert er aan de zwaar beproefde waslijn. Ik krijg zo zelf ook zin in nestelspullen maar we hébben al zoveel. En het is nog lang niet tot op de draad versleten. Daar is het wachten op, Later zal blijken dat de uitvliegsessie moet worden afgebroken. Het te betrekken nieuwe nest bevat niet te betjilpen gebreken...
Vogeltje, wat zong je vroeg!

Zaterdag:
Omdat 'NL-doet' en 'Winsum-schoon' de handen in elkaar hebben geslagen, loop ik prullen te prikken uit de plantsoenen. Samen met een naamgenote die dit al eens eerder heeft gedaan, snor ik elk plastic dopje op en samen ontwikkelen we radar voor lunchzakjes die  langs de sloot zijn gegooid. En wat dacht je van chipszakken, chocoladewikkels of drinkblikjes waar extra power@vloeibare vorm in gezeten heeft? Een campagne voor gezond eetgedrag kan hier niet tegenop. Vastbinden op een stoel wil misschien nog helpen maar dat wordt niet gesubsidieerd. Mijn mooie knijpinstrument pakt een leeg sigarettenpakje op. Drie keer valt het vod weer terug maar ik ben intussen zo fanatiek dat het na drie pogingen terecht komt in de vuilniszak. Naast een blokkwast, een vuuraansteker, handschoen, bierflesje en...
Een koffiemokje! Volledig gaaf. Waarom zou je het in de struiken gooien? Er staat nog wat op ook: "Life is beautiful."
Zeg dat wel...

zondag 15 maart 2015

Weeksels 9 t/m 14 maart

Maandag:

Start van de werkweek met een slaper in de achterkamer. Hij hoeft nooit bang te zijn dat ie zich verslaapt want, 1: Wij maken nogal wat herrie in de ochtend (bijvoorbeeld:"Hee, jij hebt mijn broek aan!!! En alles wat voortvloeit daaruit). en 2:Die herrie begint om een uur of half zeven en stopt pas als iedereen om half negen uiterlijk vertrokken is naar werk/leerplek. Vervolgens wordt er afgewassen en moeten er diverse klussen gedaan worden. Wake-up-service à la Dijkema...

Dinsdag:
Tja, Je pakt het foldertje van je mondwater dat zaterdag gekocht was. Daar staat op, dat je het kassabonnetje goed bewaren moet. Hoe moeilijk kan het zijn? Oh nee hè. Waar had ik dat ding nou? Tas over de kop... Niks! Jaszakken leeg... Ook noppes! Welke broek had ik aan? Heeft geen broekzak. Wat nu? Eh...Eh.. Eh...
Hee, in den Haag het zelfde probleempje. Ik lucht mijn hart en beken mijn tekortkomingen in een verhaaltje en we kunnen hier weer verder. Ik hoef niet eens ontslag aan te vragen. Al lijkt me dat voor een poosje niet onoverkomelijk. Tenminste, als het weer zo mooi blijft! Wat is het heerlijk buiten.

Woensdag:
Biddag vandaag. De woorden vallen over elkaar heen. Zoveel om voor te bidden. Het journaal levert ons de gebedspunten maar ik zie alleen maar vanuit het kamerraam die oude vrouw. Achter de rolstoel van  haar geliefde. Eens waren ze de kartrekkers van hun gezin. Nu is alleen zij bezig de kar in beweging te houden maar moet ze duwen. En hoe lang houdt zij het nog vol? Ach Heer, al die oude mensen die al zoveel meegemaakt hebben. Laat ons hen op handen dragen zodat ze zelf niet meer hoeven te sjorren...

Donderdag:
Nog steeds heerlijk weer! Wat dacht je van een interview met Winsum-Nieuws. Het is nog niet direct een landelijk gebeuren maar wel toevallig mijn allereerste vraaggesprek met een reporter. Dat wordt afgenomen op het campingterrein. Thuis wappert de zoveelste was van onze 'nestvlieder-van-lik-me-vestje' aan de lijn. Er komt langzaam schot in het opruimen van zijn zooi. Koken doet ie ook. Met zeer veel ingrediënten en kruiden. Wat eten we vandaag? Wraps, gevuld met kip. Heerlijk! Blussen met liters water!

Vrijdag:
Kreeg deze week een spiegel voorgehouden door columniste Annemarie. Dat ging over trots met betrekking tot eigen prestaties. Voor iemand die meer wenselijk gedrag pleegt dan goed voor haar is, een lastig vraagstuk. Daar kun je maar beter cold turkey van afkicken en mee afrekenen. Dat dus maar met letters gedaan. Trots zijn op wat je doet. Mag ik dat van mezelf? Zo nee,  hoe reageer ik dan op complimenten? Zo stiekem ja, wat is echtheid?

Zaterdag:
En weg was de zon! Lekker dan, ik had zoveel was nog! Evengoed nog buiten gehangen. Het hielp voor geen meter natuurlijk. Dus binnen nog een droogsessie. Naast de spullen van onze oudste. Het wordt een mooi kampement hier. Moed houden, het nest is even weer wat leger want onze studievlieger moest vanmiddag voetballen tot en met de zoveelste helft. En wat dacht je van het bijhouden van je netwerkcontacten. Het zal wel wennen. En als het zover is kunnen we hem weer uitzwaaien.

woensdag 11 maart 2015

Trots

"Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.
Eigen roem stinkt.
Je wilt zeker opvallen?
Je mag niet trots zijn op je zelf. Dat is arrogant."

Bekend?  Zomaar wat toespelingen uit voltooid verleden tijd.Ten minste, dat wil ik aannemen...
Rigoureus werden ze soms afgewezen, mensen die hun nek uitstaken, met meer kleuren op hun palet en die andere, hogere tonen aansloegen als mensen om hun heen. Dom, dom, dom! Natuurlijk was dat vooral vroeger! En niet iedereen deed er aan mee. Dat te zeggen is veiliger want dan kun je makkelijker wijzen naar cultuurbarbaren die alles over één kam schoren wat boven het maaiveld uitstak. Ze zetten daarmee soms een 'is-gelijk-teken' tussen alles wat afweek van wat zij wensten te zien en de uitspraak: "Je voelt je zeker beter dan een ander."
Au!
Nogal logisch dat de spreekkamers van therapeuten zo vol zitten.
"Ik werd arrogant genoemd want mijn moeder zong solo."
"Toen ik mijn eerste opstel voorlas zei de meester dat ik er niet zo bij moest glunderen."
"Nee, ik heb niet al mijn schilderijen laten zien. De mensen moesten al zo lachen bij de eerste drie."
"Je ben niet zomaar een artiest? Denk maar niet dat je Rembrand bent of zo. Bovendien zijn artiesten raar. Ze dragen geitenwollen sokken en leven van de gemeenschap. Niks waard!"

Het kan er ingeramd zijn. En krijg het er maar weer eens uit! Geen schrobdob tegen bestand. Het gebod om niet op te vallen, legde een loodzware last op menig schouder. En, als het echt niet anders kon, dan de ogen maar deemoedig neerslaan en fluisteren dat het allemaal Gods werk was. "Oh, Heer er is geen trots in mij" staat er immers in psalm 131. Zie je wel! Waar blijf je nou?
Het is de vraag of zo'n psalm geciteerd moest worden om mensen onder de duim te houden.
Hield God niet van kunst?
Verkreukelde mensen krijg je ervan!
Maar gelukkig, ik zei het al, dat is voltooid verleden tijd.
Toch..?

Het is als een nieuwe jas. Dat auteurschap  Hij kwam onlangs schoorvoetend ons huis binnen. Trekt aan mij als ik stofzuig. Duwt me naar de pc, Geeft me vleugels, Laat me worstelen.
Doet me glimlachen bij de inval van een leuke zin. Is dat dan trots? Van binnen wel. Gloeiendegloepende trots! Het brandt en gloeit lang na.
Maar wat komt er uit mijn mond, als iemand vraagt of ik trots ben? 
Dat ik het zo leuk vind om te doen (omzeilmethode nr 1).
Zo blij dat het gelukt is ( aandoening nr 2)
Dankbaar dat ik het kan (mens, doe normaal of zo. Dat was trouwens nr 3)
En allemaal is het hartstikke waar. En tegelijk plastic. Dat gaat dus hand in hand soms. 
Ik vertoon wenselijk gedrag. Een vernisje dat laat zien, dat ik heus wel weet hoe het hoort. Nou, fijn! Onder de indruk! Beetje flauw en vooral niet echt. En niet-authentiek zijn is nog erger dan niet trots. 
Ruilhandeltje dan. Kort geleden geprobeerd. Onderhandeling op facebook met iemand die me een compliment gaf. Ik zei: "Dank je wel!" (want dat kan ik al een tijdje, omgaan met opstekers). De overtreffende trap van de trots is een ander verhaal. Dus ik vervolgde: "Ok, ik trots op jou, jij op mij. Allebei wat." 
Leuk gevonden, mooi geprobeerd maar het werkt niet. Het is alleen maar een veilige manier om buiten schot te blijven in geval iemand het in zijn hoofd haalt je te betichten van grootheidswaanzin. So what?
Lafbek!
Verstoppertje spelen doe je maar ergens anders.
En het komt niet eens van de opvoeding! Thuis kregen we echt wel te horen wat goed was en wat beter kon. Op onze beurt lopen wij weer naast onze schoenen vanwege ons eigen kroost. Dat vertellen we hen. Ook wat ze beter kunnen laten. Wijzen naar de geboortestreek of de tijdgeest is nog een optie maar laat ik gewoon vaststellen dat er blijkbaar ergens iets fouts in mijn systeem geslopen is. Shit happens.

Voorgaande bedacht ik allemaal tijdens het lezen van een column  - het is helemaal niet zo vreemd dat ik niet aan bepaalde klussen toe kom. Mens, wat een denkwerk - van een lotgenote/collega in de letters. Haar letters wilden mijn spiegel zijn. Een onverbiddelijke. Glashard maar niet gelogen. Deze vrouw, die aan de wieg stond van mijn toetsenbordcarrière, hield me het reflexieding voor. Ze zegt onomwonden dat ze de hik krijgt van al die omzeilziektes om het woord 'trots' maar niet te hoeven noemen. En ik herken datgene waar zij dus van in ademnood raakt. En terecht! Besef ik ineens. Paniek. Waar is de defibrillator? De hik wens ik haar niet toe. Dat is mij namelijk ook geleerd, dat ik een ander  - en mijzelf - niet in gevaar mag brengen. Dus nu maar een fikse schrobbering. Jaaa! Dáár zijn we goed in; zelfkastijding. Dát zal ons leren...
Bij deze laat ik een stukje huichelarij vallen. Boink! Huh, was ie zó zwaar? Was het dan toch wat groter als ik wilde zien? Komaan, het is weg! Hè, wat voelt dat lekker licht! Hoop dat ik het niet ga missen! Oh, wees niet bang dat ik geen fouten meer maak. Er komen er elke dag weer nieuwe bij! Ik ben een mens! (Geniaal, wat een ontdekking, daar komen we echt mee verder) Een mens is het best op zijn plek als hij/zij menselijk gedrag vertoont (Je meent het!) Tussen menselijk en wenselijk zit maar één lettertje verschil...

Wereld van verschil, zal je bedoelen!
Even oefenen:
Ik ben auteur van  - inmiddels - twee bundels en een redelijk gevulde weblog!
En daar ben ik trots op!
En ik moet die zin nog honderd keer roepen zodat ik em zelf ook geloof.
Maar dat doe ik dan wel ergens midden in een weiland of zo, keuze genoeg in Groningen.
Er gaat niets boven Groningen!
Ze hebben daar een spreuk, die luidt: "Wel 't dut, mout waitn."
Ere wie ere toekomt.
Goddank.

Schrijfselsje.

                                                                                                  


dinsdag 10 maart 2015

Bonnetje

Het was natuurlijk een buitenkansje. De drogisterij met het rode embleem was er al bijna doorheen dus was het zeker de moeite waard: Mondwater voor noppes. Van een heel goed merk. Het enige wat ik moest doen om mijn aankoopbedrag terug te krijgen, was het bewaren van de kassabon. Hoe moeilijk kon het zijn. De fles lag al in het mandje en bij het afrekenen stak ik het stukje papier zorgvuldig weg.
Maar waar?
Foute boel
Ik kan het ding nergens meer vinden. Dat is het lastige met bonnetjes. Die krengen verstoppen zich overal. Op plekken waar ik het nut niet van in zie. En soms ruim ik heel rigoureus op. Dan mogen mijn huisgenoten blij zijn dat ze nog iets om het lijf hebben.

Dus...
Ik ben mijn bonnetje kwijt.
Alles over de kop gehaald. Maar mis hoor. En het beroerde is: Ik kan me helemaal niet meer herinneren dat ik het nog in handen heb gehad nadat ik thuis kwam met de boodschappen.
Nou kom ik er nog mee weg, denk ik. Het verdient geen schoonheidsprijs maar zolang ik maar naar de berichtgevingen uit den Haag blijf kijken, kan ik nog wel een potje breken. Heb niemand benadeeld. Het heeft niet met veiligheid te maken of ander groot landsbelang. Zelfs de verkiezingen raken er niet door in gevaar. Het is maar een  huishouddingetje. Elk gezin heeft mondwater nodig. Of dat nou gratis is of niet. Daar is helemaal niks mis mee! Bovendien is het heel flauw om te gaan ouwedeuren over acties die achter ons liggen. Ik had er niet eens iets over gezegd, dat scheelt alweer. Had het verschijnen en verdwijnen ook onder mijn pet kunnen houden. En om wat voor bedrag gaat het nou helemaal?
Niets menselijks is ons vreemd.

Waar is dat bonnetje nou toch?
Zal ik mijn ontslag aanbieden?
Of mijn mond gaan spoelen?
Alles heeft zijn prijs.


zondag 8 maart 2015

Weeksels 2 t/m 7 maart

Maandag:

Er was eens een vogelnest, bevolkt door een groot gezin kwetteraars. Vader en moeder vogel vlogen zich het heen en weer om vier snaveltjes te vullen. Het grut groeide en het nest werd uitgebouwd. Vadervogel mocht dan ergens anders zijn werkzaamheden  hebben, hij had onvermoede bouwtalenten en weldra kon men zich wat ruimer bewegen. Toch begon het oudste vogelkind wat uitvliegneigingen te krijgen. De ouders hadden al lang begrepen dat zoiets niet tegen te houden is. "Ok kind, breek je vleugels niet en zoek een goed nest"  tjilpten zij. En stiekem voelde het wel lekker. Eén opvreter minder en niet zoveel vleugelgewoel om hen heen. Alle gezinsleden werden opnieuw verdeeld over de ruimtes in het nest. Oudste had bagage voor het leven meegekregen en werd bij deze een nestvlieder...


Dinsdag:
De jaren verstreken. Af en toe streek er een postduif langs met berichten over het vogeltje dat nooit uit de gedachten was van zijn pa en moe. Spannende dingen, Teveel-van-het-goede-dingen, studiedingen en, oh ja, wat ze liever niet hoorden: Ik-moet-eigenlijk-een-ander-nest-zoeken-maar-dat-heeft-vast-de-tijd-nog-wel-dingen.  Dan weer bleef het stil. Het ouder vogelpaar had nog wel andere dingen aan het hoofd ook. Er waren immers nog drie snavels overgebleven. Daar kwam van alles aan onzin uit maar evengoed moesten ze gevuld blijven. Ineens sloeg het studievogeltje alarm: "Tjilptjilp, ik moet er uit, tjilptjilp, en ik heb nog niets anders, tjilptjilp, een grote nestenbeheerder is binnengedrongen en zei dat het verhuistijd werd. Tjilptjilp, volgens de vleugelpolitie was het een civiel dingetje waar de sterke vlerk der wet de vleugels niet aan wilde branden maar ik maakte hen duidelijk dat het nestvredebreuk was. Toch moet ik vertrekken. Tjilptjilphelp!"

Woensdag:
Vader vogel zuchtte diep, zag dat het geen zin had om ertegenin te vliegen en haakte een aanhanger achter zich. Moeder vogel had iets meer ruimte nodig om haar ongenoegen te ventileren. Ze vloog van ellende tegen alle nestwanden op. Pisnijdig was ze. En poeplink ook nog. "Tjilp! Nestvlieder, welja, tjilp, totdat hij geen kant meer opkan. En ons dan weer voor het blok-ei zetten. Eitje! Voor hém dan! Tjilp! Het gaat niet gebeuren! Daarna bleef het even stil, tijd voor bezinning. De conclusie luidde: "Maar een nestenmelker die zomaar mijn zoon zijn nest bevliegt, nee, dat kan ook niet. Alleen, ik heb geen plek  - tjilp - meer voor hem! En voor al die spullen. Tjilptjilp, Ik. Wil. Het. Niet. Tjilp!!!" Ze was bepaald niet het zonnetje in het nest. Ze tjilpte alle buurvrouwen en vriendinnen haar nood. Op hun beurt schetterden die met haar mee om meeleven te betuigen. De zusjes en het broertje zaten in een hoekje te sidderen. "Maar mama, het is toch je eigen broedsel"
Moeder vogel hernam zich, schudde haar veren en maakte ergens in het achterstuk van het nest een plekje vrij. Daarna zocht ze een extra lekker wormpje om haar oudste mee te verrassen bij het diner...

Donderdag:
En zo gebeurde het, dat de nestvlieder weer een nestbewoner werd. Hij nam genoegen met elk klein pitje dat overschoot, deed de boodschappen, stofzuigde het hele nest - in moedervogels dromen - en strooide de vogelbewoning vol spullen die hij zelf voorlopig niet meer terug kon vinden, waardoor hij uren rondliep als voor de helft gevederd. Als het een mens was geweest, hadden de  huisgenoten gezegd: "Trek verdorie eens iets aan!" In de avond vloog hij voor een korte vlucht uit, met zijn moeder, om op zoek te gaan naar een volgend  nest. Na het betjilpen van één en ander kon hij haar melden dat het thuisnestelen een kwestie van tijdelijke aard zou worden. Moeder vogel zuchtte en berustte.
Wat kon ze anders? Ze zocht haar troost bij het toetsenbord. Ze trippelde daar met een rotgang overheen en het scherm voor haar raakte gevuld met nieuwe letters voor haar blog.

Vrijdag:
Het was vol in het nest. Zowel met een hoop herrie als  met spullen. Toch... Moeder vogel merkte dat het er niet ongezelliger van geworden was. Dat erkende ze grif. De studievogel sliep trouwens ook nog geregeld bij klasgenoten. Zelf moest ze nog één en ander voorbereiden op de pc. Want dat kunnen fantasievogels nou eenmaal. De volgende dag zou ze een presentatie houden van haar nieuwste letterverzameling die gebundeld was. Er moest nog een hele hoop gebeuren. En wat dacht je van fourageren, opruimen, dweilen enzovoorts...?

Zaterdag:
In het nest staat nu bij de eettafel een bed. "Als je niet in die richting kijkt, is het er niet." denkt moedervogel, waarmee ze bewijst verre familie te zijn voor het gevederde volk dat de snavel bij problemen de grond in steekt. Een les biologie leert ons echter, dat dit is om af te koelen en niet om struisvogelpolitiek te bedrijven  (bewijs gevlogen!).Dat doen mensen vele malen beter. Whats in a bird? Een beetje afkoeling kan moedervogel ook wel gebruiken na deze week. Ze is net weer thuis van haar presentatie. Ze heeft heerlijk van zich afgeschetterd en getjilpt en  haar toetsenbordje mishandeld. Ze kan er weer helemaal tegen want ze is haar ei kwijt. Ging dat even vliegensvlug! Tjilp!