maandag 31 juli 2017

Snippers (11)

Zoveel cliënten, zoveel levens, zoveel geschiedenissen en zoveel huizen. Rechttoe-rechtaan-appartementen maar ook woningen die gebouwd zijn in de (vroeg)vorige eeuw, waar de medewerker van de wmo langskwam en indiceerde dat het werk terecht drie en half uur zou nemen, en dan heb je alleen nog maar de vensterbanken gehad. Blijven over, woningen waarbij ik denk: Hoe dan? Wat moet ik - alles blinkt hier al - dóen? De lantaarnpaal ook maar een sopje geven?

Tussen die uitersten is er trouwens ook voldoende poetsplezier.

Het past mij, als 'komt-net-kijken-medewerker-huishoudelijke-ondersteuning' helemaal niet om commentaar te leveren.
Ik zeg al niks meer...

Mevrouw B. woont in een schattig huisje waar de tijd stil heeft gestaan. Binnen en buiten. Een Ot en Sien-huisje is het, met raampjes die van zichzelf al klein zijn maar ook nog verdeeld moesten worden door een roede horizontaal én verticaal. De tuin glooit en ziet uit op de Reitdiepvallei. Fruitbomen beloven een beste oogst in de komende nazomer. Het is een liefelijk plaatje.
Mevrouw ziet er zelf niks meer van. Maar niet omdat ze er aan gewend is of de schoonheid ervan niet meer telt.
Mevrouw is blind...

"En daarom", verzekert haar schoondochter mij, "valt het huishouden hier niet mee. Dat vraagt bewustheid in alles. Blinde mensen weten op de tast dingen vaak beter te vinden dan wij met onze blik op oneindig en verstand op nul. Alles heeft een vaste plek. Denk je dat die onlogisch is, toch mooi zo laten" Ik kijk nog eens rond en zie inderdaad een uitgebalanceerde verdeling van spullen en meubels. Geen tierlantijnencircus. Iets onlogisch kan ik ook nog niet ontdekken. En wat dan nog..? Het past mij als 'komt-net-kijken-medewerker-huishoudelijke-ondersteuning' nog steeds niet niet om daar iets over uit te spreken.

Je zal mij niet horen...

Zo'n strak huishouden zorgt dat je overal bij kan. Heel prettig. Dat geeft me de eerste keer al direct de tijd om buitenom de ramen te lappen. Lage kozijnen. Ook hier zo klaar. Geen gewiebel met krukjes en alleen maar hier en daar een spin in je nek. En dan is er koffie...

Schoondochter des huizes wijst mij op het emmertje met de zeem daarover heen gevleid, dat nu al niet staat waar het wezen moet. "Geeft niks, wij moesten het ook leren" lacht ze. Weet je, ik heb laatst iemand iets horen zeggen wat ik jou ook niet onthouden wil. Iemand, een ándere blinde, zei eens: "De mensen begrijpen het heel goed en tonen veel meeleven, als je zegt dat je blind bent. Maar ik kan ook nog eens niks zíen!"

En dan heb je écht een probleem!

Ik vat em. De consequenties van een beperking zijn voor niet iedereen direct even zichtbaar (dat klinkt in dit verband ook wel weer dubbel). Dat blijkt uit kleine domme dingen, als dat emmertje. Ben ik nou (zie Mattheüs 13:10-15) ziende blind? Laat ik in ieder geval als 'komt-net-kijken-enzovoorts' laten merken dat mijn oren gehoord hebben, wat in de afgelopen ochtend gezegd is.

zaterdag 29 juli 2017

Kansfoutje

Zaterdagmorgen. Koffie, krant, bak fruit en stilte rondom. Heerlijke afsluiting van een werkweek in acht andere huishoudens. En ja, na vijf weken is alles nog héél! Zelfs de glazen zwaantjes van mevrouw M. hebben mij overleefd. Ik heb alleen het badmatje van meneer R vergeten terug te leggen. Een kleine vergissing die me hopelijk niet lang aangerekend zal worden. De schandpaal beheerst al een aantal eeuwen het straatbeeld niet meer. Zo langzamerhand raakt mijn hoofd vol van levensverhalen achter al die voordeuren. Allemaal geschiedenissen. Levens met ups and downs. En hier en daar een foutje...

Die krant, daar wás wat mee, vanmorgen. Normaal vis ik het Nederlands Dagblad uit de bus. Die - waarschijnlijk - statische gewoonte dateert al uit de vorige eeuw maar zolang het nog geen stoornis genoemd wordt, is het mij best. Shocking dus, dat mijn hand het Dagblad van het Noorden omvatte. What to do? Klachtenlijn bellen? Sbs 6 appen? Posten op facebook? Na zelf een dikke maand vervanger geweest te zijn omdat de vaste medewerkers op vakantie moesten ("U bent de zoveelste die ik uitleg waar mijn stofzuiger staat. Tja, sorry mevrouw. Vervelend, zullen we er maar een fijne morgen van maken?") besloot ik dat andere nieuwsblad een kans te geven. "Beschouw een vervangend iets als een blikverruimende les of zelfs als een cadeautje! Je had ook gewoon NIKS kunnen krijgen!" zei ik in mezelf. Sloeg het blad open en begon aan het eerste artikel...

Waarop de bel ging en de gebeurtenissen in stroomversnelling hun beslag kregen. Een meneer met het schaamrood op de kaken en ons lijfblad in de hand, vertelde  bezorgvervanger te zijn met hier en daar een foutje. Waarop ik vertelde dat het geen ramp betrof. Niet eens een rimpeltje in het ritueel dat de zaterdagochtend wil zijn (maar zou de man dat snappen? Jouw zaterdag is de mijne niet) Waarop we ruilden van pak papier en elkaar een goede dag wensten...

Binnen een halve minuut zat ik alweer achter mijn koffie, die niet eens koud was geworden in tussentijd. Bijna voelde het als een soort van jammer, dat alles als vanouds ging. 

Gemiste kans! 


zaterdag 22 juli 2017

Snippers (10)

Relaties zijn mooi. Relaties zijn vernieuwend. Opwindend zo je wilt. Relaties die op basis van gelijkwaardigheid zorgvuldig zijn opgebouwd, duren het langst. Gelukkig de mens met zulke verbintenissen. Facebook vertelde me zonet dat de relatie met mijn kerel daar eentje van is met een vijfjarig lang bestand. Achtentwintig, de verkering meegerekend, zal je bedoelen! Facebook vertelt me niks nieuws. Vijf jaar! Pff, Het mocht wat. Wat je niet kan bewijzen, reken je voor het gemak maar gewoon niet mee. Beledigend!

Een betweter en bemoeial is het. Maar ik heb niks in te brengen dan lege briefjes want ik heb het 'vind-ik-leuk-kanaal' zelf binnengehengeld. "Goeiedag, komt u binnen. Oh, u hébt zich al geïnstalleerd. Ok dan. Wilt u koffie? Thee? Chips met paprika of metaalsmaak? U zegt het maar." Bigbrother-trekjes  in de veelgeroemde vooruitgang van technologie, krijg je er gratis bij. Gisteren werd me verklapt, dat ik iemand ontvriend had. Wederom oud nieuws! Zo onaardig van me! Hoe durf ik? 'De relatie die het aanging, zou het niet merken', verzekerde de blauwe duim. Het was troost waar ik niet om had gevraagd. En dat om een 'Ships-that-pass-in-the-night'-geval. De relatie maakt er waarschijnlijk geen punt van dat we met geen draadje meer vastzitten. Tja, als je slapende honden wakker maakt met berichten als: 'Wie nog mijn echte vriend wil zijn, moet nu kopiëren, delen en knippen' of: 'Ik ga u allen verlaten', moet niet gek opkijken als iedereen ineens weer gaat plakken... Maar als je dat leuk vindt of geweldig, of verbluffend zelfs... 

Mij best...

Relaties zijn fantastisch. Ik ga u dus niet verlaten. Wees gerust. Of teleurgesteld (maar hou dat fijn voor u). Hoogstens neem ik vakantie van de schrijffratsen of draai de frequentie een beetje terug. Dat weet ik allemaal nog niet zo precies. Facebook zal wel weer verrast wezen. Eigenlijk is het ook wel een zieligerd. Niet eens een persoon. Wel een pleaser zonder verantwoordelijkheidsgevoel, die ons leven lijkt te beheersen. En wat een tijdvreter. "Laten we het gezellig houden!" hoor ik. Dieper steken dan het herhalen van feiten lukt niet eens...
Nee, dan moet ik bij een ander alziend oog wezen. Dat van een scheppende God, die mijn vader wezen wil. Gelijkwaardigheid is gek genoeg niet in geding. De mens is in zijn tijdlijn een mooi eindje opgeschoten met al zijn communicatietechnieken maar zonder Hem wordt het niks. Hij kent me - over verbluft gesproken - beter dan ik zelf. Houdt van me. Corrigeert me maar dringt niet binnen als ikzelf de deur niet open zet. Een gentleman! Verre te verkiezen boven een allemansvriend, eigenlijk...

Hoe verdeel ik mijn aandacht?

Waar zit - in mijn hoofd - de 'Be my guest, Lord'- knop eigenlijk?

Sta open voor de grootste verrassing ooit en LIKE!!!


maandag 10 juli 2017

Snippers (9)

"Dag steun en toeverlaat, held, rots in de branding enzovoorts. Ruim dertig jaar waren jij en ik onafscheidelijk. Ik vroeg, jij gaf. Gewillig en zonder tegenspreken. Nooit een dwarse bui. Nooit een stem vanuit de muur die zei: "Ben jij wel helemaal lekker? Veel te veel gepind." Geen belerend vingertje of mokkend stilzwijgen. Altijd boter bij de vis..."

Dit is niet zomaar een afscheid. Was ik in Amsterdam een aantal maanden geleden onthand vanwege het ontbreken van een oranje stukje betaalplastic, vorige week in Utrecht was dat niet aan de orde. Een licht rugzakje met alleen het hoognodige daarin, verschafte me net dat kleine beetje luxe voor het leukere shoppen. Alleen al het gevoel dat alles dit keer zo goed georganiseerd was, gaf me vleugels. Heel veel leuks had ik al gezien maar omdat ik ook deze keer niet beladen en belast onder een stapel koopjes en torenhoge schulden wilde zitten, pakte ik het slim aan. Veel lopen eerst, veel om me heen kijken en oh ja, op de markt is je gulden een daalder waard. Hoe dat met de euromunt zit, is een kwestie van omrekenen maar wil ik dat weten op zo'n dag? Na driehonderd kramen textiel, honderdtwintig stuks met bloemen en nog een kleine vijftig van alles wat, werd het tijd voor een bankje. Mijn voeten zaten wel aan mij vast maar ik voelde ze niet meer.

Was ik er maar níet op gaan zitten. Was mijn oog maar níet gevallen op de kraam met mobielhoesjes. Had ik ooit in mijn achtenveertigjarige leven maar wél wat aan impulsbeheersing gedaan. Maar nee, het omhulsel van dat kleine stuk techniek dat mijn mobiele verlengstuk wil wezen, moest plotseling absoluut worden vervangen door iets anders. Een jasje dat beter zou passen, zonder ineens een glijpartij van dat mobiel uit het te ruim geworden oude exemplaar. Zeg nou zelf, goede spullen zijn ook belangrijk. Stel je voor, dat de apparatuur ineens over de keien komt te huppelen. Nou dan...

 De marktkoopman, iemand uit het Oosterse met veel fluweel in zijn zwarte ogen en een redelijke mondvol zangerig Nederlands ("Iek heb hele mooie voor jou, speciaal voor deze apparaat, Iek goed zoeken voor jou, komt in de orde") rook de begeerte en tilde moeiteloos met zijn pink alle bakken omhoog die soorten en maten hoesjes aan het licht brachten. 'De lieverd!' denk je ook nog. 'Zo in de weer voor mij.'  Daar word je wee van.  Joepie, een nieuw hoesje. Een snoezig witje met roosjes is het geworden. Het is echt een aanwinst. Maar wel één met een staartje...

Contactloos betalen bleek een weigerfunctie. De mobiele betaalmachine was niet voor één gat te vangen. U kunt intoetsen. Hè ja, gelukkig maar. Op de markt zijn uw mogelijkheden inmiddels ook onbegrensd! Tik, tik, tik, tik... En klaar! Wat was dát nou? Mijn pincode prijkte feestelijk op het display en de hoesjesman keek vrolijk mee. Maar het onheil was al geschied. Fijn hoor, zo'n nieuw dingetje. Oh, had  ik maar...

Ter plekke voelde ik me misselijk worden. Wat als...

"Zeg meneer, dit zit me niet lekker! U hebt nu mijn pincode gezien."

"Ja, ja!" sprak de man met een zeer opgetogen gelaat.

Hee, grapjas, wát nou "ja, ja"

Wat dacht hij? Eindelijk weer eens een bedrag voor zijn oude moedertje in verweggistan? Of was ik veel  te wantrouwend? Discriminatie is heel fout, dat weet jij best!
Nog maar eens een keer:

"U begrijpt wat ik bedoel? Dit voelt niet goed. U weet nu mijn pincode. Dat vind ik niet tof."

Weer een stralend 'Ja, ja!" De rest van de Nederlandse woordenschat was hem ineens ontvallen. Meer kreeg ik er niet uit. Je kunt in zo'n geval nog overwegen over te gaan tot een handgemeen maar de kraam was bevolkt met nóg twee keer twee zwartfluweel dus daar zag ik van af. Tersluiks maakte ik een paar meter verder een foto van het edele drietal. Daarna beende ik weg. richting de eerste de beste flappentapper om nog een onkostenbronnetje aan te boren. Daarna pleegde ik een telefoontje met een medewerker van de bankhulplijn, wat uitliep op: "Er is nog geen strafbaar feit gepleegd maar we blokkeren veiligheidshalve uw pas."

Het was het roemloos einde van wat een herkansing dagje uit moest worden. Dus die moet alwéér opschuiven tot nader orde. Omdat andere mensen ook in de displayval zouden kunnen trappen, begaf ik mij naar het politiebureau waar men mij verzekerde dat ik goed gehandeld had. Een hele troost. En dat de wijkagent een gesprekje zou gaan voeren met de marktmeester. "Goede reis terug naar Groningen, mevrouw."

¨Ja, dank u"

Daarna was de dag ook wel om. Nam de eerstvolgende intercity naar het Noorden met alweer een te lichte last voor na een dagje shoppen, likte mijn wonden, moest bijna een volle week wachten op een nieuwe code voor de voortzetting van handelgenoegens en ken die inmiddels van voor naar achter, van binnen naar buiten en andersom en als het moet ook in spiegelschrift. Op den duur zullen we wel beste maatjes zijn.

Leve de vooruitgang! Nog even en dan valt alles af te lezen aan de poppetjes in je ogen. Onze afhankelijkheid van technologie neemt enge vormen aan. Fluitend aai ik alweer met mijn pasje langs het alziend oog van de pinautomaten. Het leed is immers weer geleden en het kortetermijngeheugen hapert. Zo beperkt kan je zijn. Er bestaan teksten die me onrustig maken. Over tekens en beesten en zo. En er zijn systemen waarin we verplicht worden, mee te lopen om nog te kunnen blijven shoppen. Ik sla Jesaja 55 open bij: "Koop, koop, wijn en melk, voor niets" en verheug me op andere tijden met alles op de markt, Met een oplettende marktmeester en voorál zonder ballast.

Waar zal ik nóu toch eens een dagje heen gaan?








woensdag 5 juli 2017

Vergane glorie

Een tijd lang is er niets geschreven over het kleine poesje dat - niet - luistert naar de schone naam: Lizzy, Ze resideert in het huis van dochter en schoonzoon en vult hun dagen met haar agenda. Een brokje dynamiet was zij in het begin. Stuiterend tussen gordijnen, speelmuizen en stoffen banken. En nu zo'n beetje alle inventaris was bewerkt met uitgeslagen nageltjes, mocht ze op een goede dag naar buiten. Van zo'n turbulent leven hou je het tempo niet bij. Laat staan dat je het in letters kan vangen...

Daar in de buitenlucht was het leven helemaal geweldig. The sky was the limit. Er werd getijgerd, geklommen, gesprongen en gehapt naar mugjes of pluisjes die daarop leken. De tuin was het voorportaal, achter de schuttingen de rest van de wereld. Het moet de kattenhemel op aarde zijn geweest maar weet zo'n beest veel... Daar ontmoette Lizzie soortgenoten. Met haar slanke ranke lijfje en argeloze blik viel ze al redelijk snel in het oog van de katers in de buurt. Ze was de mooiste queencat van de straat, wat ze zelf heel goed wist. Blasé was ze niet. Ze wilde best voor haar schoonheid uitkomen maar ook zo graag, net als alle jonge meisjes die de poppen ontgroeien, nog eventjes gewoon buiten spelen, 's avonds, na het eten. Toen de uithuizigheid steeds grotere vormen aannam, werden de baasjes ongerust want een sexuele moraal had Liz niet ontwikkeld. Reden om via de dierenarts alle eventualiteiten bij voorbaat uit de weg te ruimen en voort ging het weer. Huppelen, springen, balanceren over hele smalle randjes en 's avonds thuis op schoot van het vrouwtje uitrusten van al dat stappen. Wulps dromend over hij van drie stoepjes verder. Een heerlijk leven.

Het ging maar een paar weken goed. Niemand heeft gezien wat er op die ene kwade dag gebeurde. Was het een snelle auto? een rare sprong? Poes heeft zich na de klap naar één van de tuinen gesleept, waar zij, naar later bleek, met een dijbeenfractuur die laatste schutting niet meer nemen kon. Ze is gevonden in deplorabele staat. Daarna volgde onder luid gemiauw, dat over ging in stressgekrijs van de pijn, de tocht naar de dierenarts de echte röntgenfoto, de operatie, het dierenkliniekverblijf en het ziekbed midden in de kamer. Wekenlang lag zij daar prachtig maar machteloos te zijn. Het spel was uit. Maar er was méér.  Nóg een kwade dag verder was de juist gezette poot en de geschroefde pin daarin, weer naar de gallemiezen, wat uitliep op de amputatie van een achterpoot (en van het banksaldo van de baasjes).

Ze is weer thuis. deerlijk beschadigd en gekrenkt in haar kattenziel. Ze hinkt wat, geeft kopjes, knipoogt tegen elke vlieg die ze toch niet meer vangen kan en is een dankbare herstellende patiënte maar het vuur is er uit! Alles heeft zijn prijs. Een hard gelag. En zij weet niet, dat haar de allerlaatste verpletterende slag zal worden toegebracht door de komst van een zusje. En dan begint het verhaal weer van voren af aan. Over een kleine ondeugd, die in de gordijnen wil klimmen, schrikt van haar eigen schaduw, de bank aan flarden krabt en je schoenveters gaat knauwen. Hopelijk valt het mee en mag Lizzy de grote zus zijn, die zal waarschuwen tegen al het kwaad in de wereld, op de weg en achter de struiken. Maar zo niet, dan zal ze het moeten afleggen tegen dat kleinere mormel, dat haar naar de kroon zal steken. Oh, ze zal het niet laten merken, zo is ze niet. Ze zal het majesteitelijk drágen in het besef dat ze een poot minder heeft om op te staan. Anders moet ze straks ook nog naar de psychiater. En dat is helemaal niet te betalen!