woensdag 24 februari 2021

Without a trace

 

Ergens in Nederland, zit ik ergens op een stoel aan ergens een tafel. Op die tafel staat ook ergens een laptop waarop ik dingen lees of juist van mij afschrijf. Dat is bijna niet te traceren allemaal. Van mijn geliefde kennissen verwacht ik dat ze hun mond houden over de plek van dat ergens en van u hoop ik dat u zich kan gedragen en niet direct een onheilspellende mening uit…

Want ik ben een beetje bang voor u allemaal!

Zo dat staat er. En ik wás al zo’n angsthaas! Eens heb ik harder gelopen dan een hond, die daardoor ongepland en ongewild de dag van zijn/haar - ziet u het streepje, kunt u daar niet over vallen - leven gehad moet hebben. Iemand die zo bereid was de longen uit het lijf te hollen, slechts om te spelen… De hond heeft het trouwens opgegeven na een kilometer. En ik moest weer he-le-maal naar huis teruglopen. Of ik nog op tijd terug was voor het eten, weet ik niet. Ware dat niet het geval, dan was daar dus weer kritiek op gekomen. Wat ook weer angst oplevert voor het kind van acht dat ik toen was. Stel dat ze niet meer van me zouden houden omdat ik niet op tijd achter mijn bord zou zitten. Het leven zit vol gevaren.

Maar nu ben ik volwassen en maar een heel klein beetje dapperder dan toen, als ik mijn directe verwanten moet geloven. Alhoewel… Een spin - zo’n groot vet hardloopgeval -  durf ik met een bekertje te vangen. Dat schijnt een heldendaad te zijn! Kartonnetje op het bekertje en het beestje drie kilometer verder loslaten. Minstens zo ver als destijds maar dan zonder looppas. Oh ja en laatst zag ik een muis lopen en ben ik niet gaan gillen. Ik maak grote vorderingen maar ik ga u niet vertellen hoe het beest verwijderd is want dan moet ik weer bang zijn voor u.

Want u vindt – ongeacht het item -  allemaal wat anders met het grootste recht van de wereld,  Met een fanatieke dadendrang die verpakt zit in uw commentaar. Maar als ik mij verstout om al uw meningen te lezen over situaties en mensen, dan ben ik zo blij dat u niet weet waar ik ‘ergens’ zit want ik ben het zo vaak verschrikkelijk niet met u eens. U komt steeds liefdelozer op mij over. Of het nu gaat over vaccinaties, over afstand of niet, over verwarde mensen, rellen, huizenprijzen, mondkapjes, avondklok of de bezorgdienst van de plaatselijke supermarkt. Ik zeg lekker niks!

Zo, dat is er ook uit! En hé, ik ben er wat rechterop van gaan zitten. Leven met angst is helemaal niks maar als u zoveel herrie maakt met elkaar, dan krimp ik zo. En natuurlijk, natuurlijk, niemand is daarvoor aansprakelijk. Nee, ik moet niet zo slachtofferig doen. Iets met keuzes, las ik laatst! Nou, ik heb net een keuze gedaan. Maar niet dat u daar last van hoeft te hebben. Ik doe u niets! Ik zit gewoon ergens.

Vorig jaar was ik nog heel trots op u allemaal. Dat wil ik ook nog wel even kwijt. U reikte elkaar de hand of bracht de handen op elkaar in een collectief applaus voor de inmiddels uitgebluste zorgmedewerkers, haalde boodschappen voor elkaar, schreef met stoepkrijt, op de ramen of op het strand: ‘Hou vol!’ of iets anders liefs. Dat leek besmettelijk! En dat was maar goed ook. Want we moesten een weid verspreid kwaad ermee ondervangen. Weet u, ik hield bijna van u allemaal.

Denk dat dat wel weer terug kan komen ook. Lieve mensen, we zijn overal zat van. Klopt! En verdrietig, onrustig, bezorgd en wellicht ook nog moe en opstandig! En als dat niet de reden is van uw furieuze uitingen, mij best! Nou, eigenlijk niet best maar nou begeef ik me op glad ijs terwijl iedereen al twintig graden is opgewarmd in één week. Laat ik het vuur niet verder opstoken. Iedereen kan leren om niet een ander zijn kop af te bijten, al is het maar in woorden. Ergens in ons hoofd, zit vast naast de wiskunde, -of talenknobbel een klein celletje relativeringsvermogen, of daarnaast eentje met anti-felheid of mogelijk welke variant dan ook, van naastenliefde. Die spreekt in elke taal.

Wat aandacht krijgt, groeit!

Ergens…