Maandag:
Iedereen is naar werk, school en op excursie. Zo hoort dat en zeker op maandag, zij het dat zo'n schoolgebeuren kwestie is van maar één weekje. De stilte in ons lege huis voelt in ieder geval aan als weldadig en guess what? Wat ik veeg, poets of wrijf blijft zomaar langer dan een kwartier schoon. Dat komt hier maar heel zelden voor dus wordt het tijd voor megaprojecten. Kijk, hier is die jas waarmee ik in september begonnen was. De kreukels verraden een narrige bui ("In de kast, jij misbaksel, en er voorlopig niet meer uit") En wat hebben we hier? Nog iets dat ook al bijna af was maar in diezelfde wolk van chagrijn achter die jas aan gemikt werd. Alles zucht van verlichting om die tweede kans. Mocht het me lukken die kast leeg te krijgen (allemaal afgemaakte dingetjes) deze week, doe ik mee. Pfffff...
Dinsdag:
De week van de tweede kansen wordt dit blijkbaar. Of van de derde en de vierde. Je kunt het zo gek niet bedenken waar dat allemaal mee kan. Zo vind ik bij de immense stapel post tijdens mijn werk een envelop die ik al drie keer eerder in de afgelopen week in handen heb gehad. Iedere keer moet er weer wat mee gebeuren, wat niet lang meer goed kan gaan want de envelop is zeer onderhevig aan slijtage, zo te zien. Dat gaat met ons mensen ook zo, al denken sommigen onder ons dat de mogelijkheden van de botoxkliniek onbegrensd zijn. De envelop moet gewoon richting een instantie omdat hij door de bewoners van het afleveradres geweigerd is. Tenminste, dat staat op de sticker die over het naamvenstertje geplakt was. Terwijl ik het ongelukkige poststuk voorzie van een nieuw etiket, krijg ik ineens de gedachte dat het zo ook gaat met vluchtelingen. Hierheen, daarheen, nee verder! Kom terug! Loop door! Rot op...!
Op een stapeltje komt ie te liggen, de twijfelpost. "Dag envelop! Er komt een dag dat je echt op de plek van bestemming komt want het postwezen in ons land is bijna onfeilbaar." Je kunt misschien op deze wereld maar beter een envelop zijn dan een geweigerd mens.
Woensdag:
Onze tuinmeubelkussens zijn, behoudens een gesprongen naadje hier of daar, nog prima. Daar leg ik een nieuw stofje overheen en dien daar twee doelen mee. Een legere kast en een zeer tevreden gemoed omdat ik van oud weer nieuw gemaakt heb. Wat nog aan mijn geluk ontbreekt, is een goede plek voor al die in het nieuw gestoken kussens. Na de zomer zal echter één van onze oudste kuikens een eigen nest betrekken, dus is er hoop op nieuwe bergplaatsen. Waarom worden er geen huizen gebouwd met een standaardkamer voor de dingen - ja, ik weet het, af en toe zijn het véél dingen - die vrouwen kwijt willen maar niet buiten bereik. Hoe moeilijk kan het zijn? We willen gewoon een ruimte met een aantal planken aan de muur voor dat extra beetje overzicht. Een aantal jaren geleden sprak één van onze meiden die behoefte al uit terwijl ze toen nog maar een heel klein vrouwtje was maar met de genen blijkbaar op de juiste plek. "Papa, kun je ook een inloopkast voor mij maken?" Een frons was het antwoord. Met de klerenzooi die zij er altijd van maakte kon er maar één antwoord zijn: "Maar lieve kind, je hele kamer is er eentje!"
Donderdag:
Er zat een mevrouw van Oosterse afkomst met koolzwarte ogen tegenover mij in de pc-ruimte van de bibliotheek. Ze vroeg op een dwingende manier hulp aan een jongeman die haar dat niet weigeren kon maar hij wilde eigenlijk vluchten. Dat stond op zijn gezicht te lezen. Terwijl enkele muisklikken van mevrouw nog naklonken, maakte hij zich duidelijk geagiteerd uit de voeten en daarna was ik de klos. Zo klein als zijzelf was, zo groot haar mondwerk. Dat was helemaal in orde. De woordenvloed die ze over mij uitstortte, veegde mij, zonder komma's op één hoop met al het gajes van de wereld in het algemeen en de wereldleiders in het bijzonder. En het verband tussen de dingen ontging me een beetje dus ik schrijf het allemaal even op voor de betere verstaander. Zet je schrap:
"Niemand is nog echt bereid om te helpen in deze wereld. De blanken onderdrukken donkere volken nog steeds want dan zijn ze superieur en Syrië kan ze ook niets schelen. Ja, ze doen alsof maar het gaat alleen maar om de olie en weet u wat er ook aan de hand is? De mensen kennen geen grenzen meer en ze zijn ontrouw. En dat zuipt en naait iedereen maar. Dat moet een voorbeeld voor de volgende generatie zijn. Dat verklaart de hoeveelheid zelfmoordpogingen. Ga maar eens naar India. Daar zijn ze zo lief! Ze lopen dan wel op blote voeten maar dat is voor u geen reden om ons te onderdrukken (was ik niet eens van plan, ik wilde alleen maar weg) Ach wat kan u het ook schelen... Daarom ga ik Rutte met zijn nepgrijns een brief sturen en trouwens ook één aan de koning. U hebt óók al zo'n artificiële (ander woord voor: kunstmatige) glimlach. Weet u hoe dat komt? Omdat de wereld en de mensen verrot zijn."
...
(wordt vervolgd)
Vrijdag:
Nou moe, hoe incasseer je zo'n stroom royale en vooral gratis beledigingen? Dat van die wereld voelde ik wel met haar mee, want we maken er met elkaar een potje van. Mevrouw ook, volgens mij, al zou ze in een nieuwe spraakwaterval het tegendeel willen bewijzen. No thanks! Intussen waren er andere mensen die verontwaardigd en verbijsterd onze kant op keken. Iemand vroeg of het ook wat rustiger kon. Om door de grond te zakken van schaamte, vond ik. Maar het werkte als olie op de golven. Met een minzame blik joeg mevrouw de criticasters weer op hun plek. "Oh... ja sorry, maar ik bedoel het niet persoonlijk hoor...." (Huh?) En toen was ik het helemaal zat. Mijn eigen mondwerk leek na wat armzalige pogingen ("Nou, nou...Tja...Och...U klinkt wel een beetje bitter") gesnoerd. Dat krijg je als je netjes bent opgegroeid en hebt geleerd dat je oudere mensen laat uitpraten. Maar er zijn grenzen want ik voorzag nog een lange zitting en ik had geen brood mee. Met één keer diep ademhalen, direct opstaan en: "Mevrouw, ik moet weer verder" rukte ik me los uit de situatie en stond een minuut later met een hoofd vol verhaalstof op straat. Dat dan weer wel! Ik benut mijn kansen. Je weet nooit of het de laatste zijn...