zaterdag 31 december 2016

Tussendoortje (16)

Spoorbanket
Oliebollen uit de oven waren best een leuk idee maar er zal wel wat fout zijn gegaan aan ons aanrecht want toen ze - niet zo groot - waren gegroeid en niet te kluiven waren, kregen ze direct een enkeltje kliko. En daarna klom ik op de fiets voor een retourtje supermarkt en een stapel gewone oliebollen in de schaal op tafel. Poedersuiker vermag veel en verder gaan we het er niet meer over hebben. Daar kan je gewoon mee leven. Tegelijk bekroop mij afgelopen week wel een schuldgevoel vanwege het uitblijven van een letterbeslag, waar ik me achteraf beter mee had kunnen bezighouden. je kan er niet in roeren en rijzen hoeft het ook niet. Nou sloeg ik deze week een aantal bladen open en las daar over het zwarte gat waar we met ons allen in vallen zodra de decembermaand voorbij is. Aan nabeschouwingen waag ik me niet en wat dacht je van goede voornemens? Mag ik een teiltje? Maar wat dan wel? En hoe?

Bij het leeggooien van een tas kwam ik onlangs een ongebruikte ns-dagkaart tegen. Het document kon alleen dit jaar nog gebruikt worden wat vandaag resulteerde in een reis waarheen en terug dan ook. Heel naar natuurlijk maar het is gelukt. Ging weg in duisternis en kwam er ook weer in terug, zij het iets zwaarder bepakt en bezakt. Ineens bedacht ik, dat zo'n treinreis veel weg heeft van een opgesoupeerd jaar. En dan bedoel ik natuurlijk niet dat kleine eindje tussen Groningen en ons eigen stulpje. Het gaat vliegensvlug, je neemt soms een hoop bagage mee en elk perron dat je voorbij zoeft, kan een gebeurtenis zijn. Bij slecht zicht ligt ontsporing op de loer. Dan hangt je leven uit het lood en er is heel wat nodig om het weer op de rails te krijgen. Dat hebben we onlangs in eigen omgeving nog gezien.

De conducteur in de trein wist het wel te verwoorden. Had hij al een voorschotje van zijn champagne binnen? Geen blunder. Zeker geen zwart gat. Was het een beslag geweest, werd het een perfecte oliebol en daarom sluit ik me - voor een groot deel - aan bij zijn uitspraak: "Dames en heren, wij komen voor het laatst in dit jaar over de Ijssel heen. Straks rijden we een mistig en koud Zwolle binnen. Mocht u nog meer willen reizen vandaag,  raad ik u aan de reiswijzer te raadplegen. Na acht uur vanavond rijden er geen treinen meer. Het zou vervelend zijn als u dan strandt op een leeg perron en dood spoor, zonder oliebollen en een glaasje van het een of ander. Ik wens u een prettige jaarwisseling en een reisveilig 2017!


vrijdag 23 december 2016

Tussendoortje (15)

Kerstfourageren
Meneer V.  is vandaag naar de winkel getogen. Zijn naam is 'dapperheid' en daarom kan hij het aan. Zojuist heeft hij wat kaasjes in zijn mandje gelegd en bij het  brood, groente en fruit en de vleeswaren heeft hij de files gewoon overleefd. Alsof het niks was. Eigenlijk is het helemaal niet zo heel erg om de kerstboodschappen te doen. Adem in, adem uit...

Zie hem gaan. Trefzeker neemt hij wat nodig is, uit de schappen. Niet meer en niet minder. "Ik doe dit geheel vrijwillig hoor" verklaart hij om zich heen tegen degenen die eigenlijk wilden horen dat hij door zijn vrouw gestuurd was. Zojuist is hij weer uit de koeling geklommen waar op de bovenste plank iets van zijn gading lag, wat de klauterpartij wel waard was. Zijn vrouw mag wel hem wel met goud beslaan als hij thuis komt. Of een sokkel laten aanrukken zodat hij daarop plaats kan nemen gedurende de komende dagen. Hopelijk reiken zijn huisgenoten hem dan wel af en toe wat eetbaars aan, op zijn onmetelijk hoge positie. Ach nee. Meneer V. is daar helemaal de man niet naar. Laat hem maar gewoon uitvoeren wat zijn hand vindt om te doen. Wat weet je van zo'n persoon? Misschien deponeert hij straks alles wel op het aanrecht. "Doei, je redt het wel hè.." Dat kan. Zulke mannen bestaan. Daar kan je niets verkeerds van zeggen want daarna gaan ze vast hout hakken of zo. Of een wak slaan in metersdik ijs, mocht het gevroren hebben. Maar vandaag hoeft dat dus niet. Ook goed mogelijk dat hij het keukenschort van zijn vrouw pakt en zelf de rollade in de pan legt met de naad naar onderen zodat het vlees goed dicht schroeit. In één van de reclameboodschappen op tv wordt daar ook nog een keurmerk aan verbonden. Toe maar. Je zult de man mogen zijn die (op de komende feestelijke zondag) dat vlees mag snijden. Ach, heetten we allemaal maar 'meneer V'...

Het winkelpersoneel rent zich het vuur uit de sloffen. "Wat is kerst voor jou?" kan je aan hen vragen. Maar ze hebben helemaal geen tijd voor andere dingen als: "Weet u waar de bloedsinaasappels, truffels en zwezeriken liggen?" Een diepe zucht kan je terugkrijgen:. "Kerst, hm, zegt me niks... Is dat niet de tijd van wanhoop bij de kassa en gevechten om de laatste poedersuiker of slagroomspuitbus?" Legers mensen bestormen de schappen waar steeds maar nieuwe munitie wordt aangevuld. Oorlogsgebied. Voor velen misschien wel maar meneer V.  beleeft dat niet zo. De bofkont. Geheel vrijwillig! Dat ie het uitspreekt zonder te knipperen met zijn ogen. Dapperheid is zijn naam!

(Voor alle dappere mensen in alle winkels maar vooral voor meneer V.)

maandag 19 december 2016

Tussendoortje (14)

Kerst(verbouw)cocktail
Eigenlijk zit ik al twee weken te brainstormen over het schrijven van een kerstverhaal. Dat is niet zo'n bijzonder originele gedachte in deze tijd maar het laat me niet los. Wordt het van me verwacht? Nee, het is pure zelfkastijding En lukken wil het ook niet eens. Je hebt er de juiste entourage, een hapje kaarslicht en bepaalde gedachten voor nodig. Over plaats maken voor het kerstkind of zo. En hoe die ruimte er dan uit moet zien...

Ruimte? Als ik aan dat woord denk, zie ik alleen maar kamers met een behangtafel en losse vloerdelen. Na het uitzwaaien van nestvlieder twee, begon het schrobben, sleuren en schuiven om leeggekomen ruimtes op te knappen en te hervullen. Was er stiekem al zelf mee begonnen want moeders moeten dat nou eenmaal even zonder publiek doen. Een soort nesteldrangdingetje om het leven weer aan te kunnen na vertrek van dat ene kuiken.Voer voor psychologen, vermoedelijk. "Je kon wel niet wijs wezen en waarom staat alles anders?" luidde het commentaar van geliefde huisgenoten. Geen antwoord op geven. Ze hebben er niks mee te maken. Een kerstverhaal? Dit? In de verste verte en met de beste wil van de wereld niet of het zou moeten zijn dat we bijna geen plek in onze eigen herberg meer vonden om te slapen. want beneden mag het heel wat lijken hier in huis (lichtjes op elke denkbare plek en gezang uit de cdspeler)  bóven is een ramp. De één na de andere kamer kreeg een beurt. Nieuwe vloer, nieuwe muur (mag ik niet aankomen, trouwens) nieuwe kansen. Ruimtes veranderen gaat niet zonder draaiboek. Om gek van te worden  Nu de grote klerenkast leeg en van de muur  moet, kan ik mijn eigen sokken niet eens weer vinden en ook de make-up en haarborstel zijn foetsie. Mocht u me ergens verwilderd zien rondlopen, dan weet u dat het nog niet helemaal klaar is. Maar we houden hoop...

Hoop op nieuwe, opgeruimde en dus betere tijden. Waarin ik weer weet wat ik in huis heb. En waar van alles uit weggespit is omdat het mijn geluk in de weg stond. Nu behoor ik trouwens wel tot het eigenwijze volk dat het allemaal zelf wil opknappen. Zonder publiek graag. En pas als het behangplaksel  tot de lippen stijgt, begint te roepen: "Help!" Het is een hele kunst, zal ik je vertellen, dat gedoe met ruimtes; nieuwe vloer, nieuwe muur enzovoorts. Zeg nou zelf. Dan heb je toch helemaal geen idee meer van en tijd voor het kerstgebeuren?

Of het zou om nieuw leven moeten gaan met Iemand die met eigenwijs volk wel raad weet.
Dán wel.






maandag 5 december 2016

Tussendoortje (13)

Brokje onrust...

Sinds een week zijn we als gezin volkomen verknocht geraakt aan een handjevol poes. Het beestje woont bij dochter en schoonzoon en is een verrukkelijk wezentje. Met haar ongeveer twaalf weken wekt ze onze vertedering en verliefdheid moeiteloos op. Mede omdat ze zo heerlijk onnozel kijkt, zo onschuldig als alleen maar babybeestjes dat kunnen. Haar capriolen maken de lachspieren los en we stimuleren eerlijk gezegd dat proces in grote mate. Daar wordt ze lekker moe van en dat is dan weer goed voor de nachtrust van de aanschaffers. Zonet nog schrok ze van een verschuivende voet waar minstens maat 46 aan vast zat. Het was dan ook een heel gevaarte waar ze over heen moest. Dat is intussen vijf minuten geleden en de veters zijn binnen die tijd compleet aan gort getrokken. Maar wat is dat? Een pingpongballetje. Om gek van te worden en, hap...! Oh, dat is d'r eigen staart. Tja, kan gebeuren. Hup, daar hangt ze al met vlijmscherpe nageltjes in een stoel. "Lizzie, mag niet!" roept het baasje. Alles is nieuw hier. Zó irritant! Ze tuurt angstig naar de afgrond beneden zich en waagt de sprong. Die is minstens een vette voldoende met die dubbele salto mortale. Die afsprong kan iets beter maar hé zeg, ze heeft de tijd. Ze herinnert zich ineens het bestaan van kattenbrokjes maar komt op het holletje daar naar toe, ook nog op andere gedachten. De speelgoedmuis die nog besprongen moet worden ligt vlak voor haar op de grond. Het leven is even goed als ingewikkeld. Wordt het trouwens niet eens tijd voor een gesubsidieerd adhd-onderzoek? Zo'n beest ziet echt alle vogels vliegen en hoe moet dit ooit een volwassen kat met een uitgebalanceerd en koel zielenleven worden? Zo eentje die de huishouding van haar voeders moet bestieren en hen moet laten denken dat zij een huisdier hebben? Ik waarschuw maar even...
Een keurig verzorgde hand met gemanicuurde nagels, minstens even zo gevaarlijk als die van Lizzie zelf, pakt het hoopje pluis van de vloer. "Kom jij nou maar es even hier" zegt het vrouwtje. Maar als een peuter die alles moet ontdekken op één en dezelfde dag, zit ze maar een paar seconden op schoot, als ineens voor het raam beweging is. Daar moet ze meer van weten en wég is ze alweer. De vensterbank is helaas ook contrabande want daar staan planten. Heel flauw. Ze kijkt even achterom met in haar - nog - blauwe ogen de schattigste blik die ze kan bedenken. Oeps. Slecht plan! Het zal voor de volgende keer zijn want er is iemand die heel boos naar haar kijkt Gelukkig is haar kattenkopje gevuld met zeer veel korte termijn geheugens. "Of ze melk wil? Wat een vraag" Ze kómt er al aan. Nee, eigenlijk vliegt ze vooral! Wel heel vervelend, dat nieuwe gladde laminaat want ze landt verdikkie weer een meter voorbij het voerbakje. Hee, een slingertje. Zeker van de bloemen van vorige week, toen ze hier kwam wonen. Even trekken.... "Kssst!" Oh, mag zeker niet. Wat een heerlijk dekentje ligt daar op de bank trouwens. Hoe dat te bereiken? Direct op de zitting springen kan ze al maar dat is te makkelijk. Langs de zijwand van dat meubel is je ware uitdaging. Kost je een tik op je neus maar je weet in ieder geval waar je zo moe van bent.
De baas en het vrouwtje trouwens ook...


zondag 27 november 2016

Tussendoortje (12)

Galgenmaal...
Behalve nog een laatste wasje is er in huis weinig dat nog herinnert aan de aanwezigheid van de oudste dochter. Dat is niet hetzelfde als het ontkennen van haar bestaan, trouwens. Ik dek me gelijk even in want dat soort verwijten is even onzinnig als gestoeld op enig realisme. Denk je nou echt dat we ons kind gaan vergeten en... Ho, wacht even. Stop hier onmiddellijk mee. Zit me te verdedigen. Źou me wijzer willen hebben. Bovendien wist iedereen al van dat op handen zijnde vertrek. Vlieg, dochterlief. En strijk voor de gezelligheid nog eens neer. Gods oog is op jullie en reikt verder dan dat van je pa en je ma...

De hele afgelopen week stond in het teken der laatste dingen. De laatste maandag, dinsdag enzovoorts. De laatste keer dat appje: "Zou ik om half zes, twintig over vijf, drie over zeven, kwart over elf of op een andere tijd kunnen eten want daarna weer door naar de volgende klant." We waren me daar een stuk flexibel in! Weten al die mensen dat eigenlijk wel? Het zou mij zelf ook niet kunnen schelen hoor maar dat geheel ter zijde.
Afgelopen vrijdag kreeg ze haar galgenmaal te eten. "Wat is dat?" vroeg iemand. Middeleeuwenwerk. Ofwel: Het laatste bord eten (joepie, lasagne, keuzemenu, al is het direct het laatste) dat genuttigd zou worden door een ter (galg)doodveroordeelde. Zover zijn we niet gegaan, zie boven, wat niet betekent dat je niet mag overdrijven. Dat mag wel! Waarom? Omdat IK het zeg. Dat heeft in de afgelopen 23 dochterjaren nooit echt gewerkt maar hier op dit blog ben  ik echt de baas!
Het uur voordat we opstonden om alle spullen op een andere plek te krijgen, was vol van: "Weet je nog van toen(s)" De inhoud van dat gesprek gaat niemand ene moer aan. Ok, één dingetje dan: Toen ons oudste kind bij het nestvlieden de trap afgedaald was, hing op zijn kamer alleen nog een plank aan de muur met verschillende genuttigde bierflesjes. Dochterlief keek broer nog wel na maar ging toen haar nieuwe (broers oude) kamer verven. Die plank was wat lastig maar kom, daar kan je ook omheen kwasten. Weg is pech, immers. En zo geschiedde...

Zo gaat dat. Zodra er eentje vertrekt, gaan we hier direct breder uit zitten en zorgen we er met ons allen heel liefdevol voor, dat de nestvlieder niet meer op enig besluit kan terug komen. Het heeft niets te maken met ontkennen van bestaan, met wegvagen en zelfs niet met het woord dat ontstaat als je die v door een j vervangt. Hoe kóm je erbij! Wanneer kom je nog es eten?

donderdag 24 november 2016

Tussendoortje (11)

Een hele hap ellende. Sorry. Toen in de vorige week de trein ontspoorde en de lucht vol van sirenes was, ging ineens bijna heel het dorp uit fietsen.  "Mam, ik loop daar en daar en moet om half twee bij de tandarts zijn" vertelde een appje van dochterlief. Ze was uit de tegemoetkomende trein gezet en in de bus gestapt die haar maar enkele honderd meters verder had gebracht. "Ik rij naar je toe, kan jij de fiets nemen en ga ik lopen" was mijn antwoord. Niet van plan mij bij de optocht aan te sluiten, nam ik wat andere weggetjes om tenslotte vast te lopen in de fuik waar alles wat ook maar een camera droeg om een glimp van de onheilsplek vast te leggen, in de weg stond. Nadat mijn dochter was weggesneld naar het betere boor en vulwerk liep ik door het cordon van ramptoeristen weer terug. Allengs werd het rustiger op de weg. Daargelaten de rij auto's die geen kant op konden. Een jongen, twee meter verderop, knalde los: "Eindelijk gebeurt er eens iets hier..." Hem even aankijken was al genoeg om het hazenpad te kiezen. Wat uit die pubermond kwam, kon je beter ook maar naar waarde schatten. Bij de trein kwam hij niet, zodat de vraag wát er dan precies gebeurd was, niet beantwoord werd. Bovendien liepen er nog een dikke honderd sensatiebeluste mensen rond, die misschien wel dáchten wat het joch uitsprak...

Terwijl de passagiers van de ramptrein, die nog op hun benen konden staan,  naar een opvangplek werden gebracht, zag ik de provinciale weg vol lopen. In de uren daarna zou dat gebied afgesloten worden tot nader orde. Het dorp gonsde. Het vingerwijzen was begonnen. Wie was er de fout in gegaan? Het spoor gaat dwars door het gebied van agrariërs, je weet wel, die mensen die vanwege overbemesting het spoor bijster raken en voor de zoveelste keer ervaren dat een onbewaakte overweg een regelrecht gevaar is. De eigenaar van de grond daar om heen was al jaren in overleg met de vervoersonderneming over die lap gras en toen het donker werd, was hij ineens de boosdoener waartegen straffe maatregelen zouden moeten worden genomen die eventueel op juridische gronden afgedwongen moesten zijn. "Stroef overleg? Wat nou!" struikelde een collega veehouder over zijn eigen woorden van verontwaardiging. "Stroef? Pff. De beste man belt wat af maar elke keer weten ze er niet genoeg van, gaan ze er niet over of is de man die hij hebben moet op vakantie. De organisatie gokt er gewoon op dat het wel goed zal gaan maar dit was al de derde keer op deze plek. Wel eens gehoord van scheepsrecht?"
Op vakantie. 
Vast niet met zijn eigen trein...
De grondeigenaar had, zodra het mis ging een helpende hand uitgestoken. Ineens werd het stil om hem heen want wie krijgt ooit twee titels op één dag. Die van held en van dader tegelijk?

Dat de chauffeur van de melkauto uit zijn cabine heeft kunnen klimmen, mag een wonder heten. Dat de machinist van de trein het nog navertelt, ook. Dat er betrekkelijk weinig gewonden waren, helemaal. Hoe gaat het met hen, eigenlijk? Is de treinbaas al op bezoek geweest? De burgemeester heeft al verzoenende woorden gesproken. Hopelijk vinden we grond om weer op te staan. Om ons niet te vergapen aan een rampplek. Om een weg op aan te leggen en om verantwoordelijkheden niet een eind verderop te schuiven. Het sein staat op gloeiend rood!



donderdag 17 november 2016

Tussendoortje (10)

Letters kan je niet eten. Droge kost. Desondanks ben ik onlangs naar de plaatselijke boekenmarkt gegaan om de kas van een goed doel te spekken en heb daar acht(!) heerlijke muf ruikende titels aangeschaft. Er kropen geen beestjes uit en ik heb veiligheidshalve maar niet gegist naar de herkomst van die grote vlek op bladzij 87 in die grote pil die beslist mee moest. Ik moet wel bekennen dat deze boeken geen nieuwe kost voor mij waren. 'Gewoon, hebben' omdat er jeugdherinneringen aan kleven of gaandeweg door de jaren mijn belangstelling voor het ene of andere verhaal werd gewekt.

"Dag, u ook hier op de boekenmarkt?"
Huh... Bananendoos 1 had ik net doorgeworsteld. Nog driehonderd heerllijke even goed gevulde exemplaren te gaan en de vraag naar waarheid beantwoorden, was een beetje lastig. Want ja, ik was er. Maar hoe zeg je dat netjes zodat de ander niet in het hemd staat? De stem die me aansprak, was afkomstig van een mevrouw die nog heel wat zinnen in petto had voor me. Dat voelde ik zomaar maar dan vooral met tegenzin. Niet zo sociaal van mij. Was ik maar een boekenwurm. Dan kon ik makkelijk verdwijnen in die grote encyclopedie, een meter verder. Mevrouw kwam nu pas echt op dreef maar bleef rechts van mij. Dus hoefde ik er alleen maar voor te zorgen, bakboordsgewijs door te zoeken en door "hm, nou nou, zegt u dat wel, och" haar te laten denken dat ze een echt gesprek voerde. Waarom doe ik dat eigenlijk? Beleefd opgevoed en zo. Dat zal waar wezen maar: "Mevrouw, ik weet niet waarom u hier bent, dáár is de koffiehoek maar ik zoek een boek en ik wilde dat liever in mijn eentje doen"  zou eerlijker zijn. Ha, daar was een lang vergeten klassieker. Rechts zoemde de stem dat het boek écht práchtig was. Dat vader die ook had maar nu in het verpleeghuis zit en niet eens meer weet wat een boek is. Dat lijkt mij trouwens ook heel erg. Al die jaren voor niets letters gevreten. Alhoewel, wie zegt dat? Gevolg is wel dat je kinderen later die hele boekenverzameling moeten opruimen. "Mam! Er kan heus niets meer bij. Wees nou wijzer. Een boekenkast is uit! Later zitten wij met de zooi!"

Morgen is er een rommelmarkt. Bananendozen. Kas spekken enzovoorts met als bonus: Tien meter boekentafel. Kan niet wachten! Als ik nou hier en daar in onze boekenkast een dubbele rij maak, kunnen er nog best een paar meters gebundeld papier bij. Zien ze toch niet, hier thuis. Eén vrees heb ik: Een bepaalde bezoekster. Eerst kijken waar de koffiehoek is georganiseerd. Hopelijk weet ze niet dat er weer kansen zijn op een goed gesprek. Over vijftig jaar liggen al onze eigen boeken in dozen op vele tafels, vrees ik. Komt er iemand graaien en zie daar, één van mijn lievelingen zal er ook zijn en iedereen aanspreken."Dag, u ook hier op de boekenmarkt?" Begint de hele story weer van voren af aan. Misschien vinden ze samen wel een klassieker met de titel: 'Niets nieuws onder de zon'. Droge kost maar ík heb het niet geschreven!

donderdag 10 november 2016

Tussendoortje (9)


Waar moet je nou een snackje van bereiden, als er zoveel in de wereld en in je eigen land gebeurt. Als Piet niet meer zwart mag heten en wit geen woord mag zijn. Als de 'van Dale' herzien moet worden volgens een opiniepeiler omdat zijn eigen kind zoveel moeite heeft met klanken als au, ou, ie, ei, eu, (en de rest van het alfabet eigenlijk ook). Wat ga je nou verwachten van iemand die graag zwart op wit - zie je wel, werkt niet - zwamt. Denk je nou heus dat de verkiezingsuitslag dan als eenhapscrackertje er tussen door kan? Kom nou. Ik zou je wijzer willen hebben.

Misschien kan je er een sprookje van brouwen. Dat begint dan zo: Er was eens een heel groot land en een heel klein land. In het grote kon alles gezegd worden volgens iemand die net was verkozen tot president en in het kleine land kon je beter maar gewoon overal je mond over houden. Daar was altijd een groot kinderfeest gevierd dat helaas in opspraak was geraakt. Er kon al snel iemand mee gekwetst worden. Foute boel! Het feest werd omgebouwd en de liedjes die erbij hoorden, werden herschreven tot woede van velen maar er was niets aan te doen. In het grote land hadden ze wel wat anders aan het hoofd. De nieuwe landsleider had zomaar gewonnen van zijn tegenstandster, mevrouw H. Die kroop in haar hotelbed na de nederlaag. Ze had haar aanhangers tijdens de verkiezingsnacht geadviseerd om eerst maar eens te gaan slapen en trok in haar hotelkamer hetzelfde plan en een dekbed over het hoofd want na een nachtje slapen ziet de wereld er immers altijd heel anders uit... Mocht ze willen. Ze moest gaan bellen naar die nep-bruine nieuwe president die haar voorbij geschoven was. Verlies toegeven en die clown met zijn waaikuif en vocabulaire van een opstandige tiener feliciteren. En ze had zich zó verheugd om weer te gaan leven in het huis waar ze al eerder met haar prins had gewoond. Voor hem was het ook wel sneu, natuurlijk. Zou het interieur al veranderd zijn en de struiken achter het woongedeelte al gegroeid? Ze zou het niet gaan zien. Dat was weggelegd voor de mooie Melania. Die nieuwe first lady. Die zat vast al gniffelend haar koffer in te pakken...

Hou maar op. Wordt niks. Geen sprookjesmix want de ingrediënten klonteren. Sprookjes lopen goed af met een fee die een toverstokje hanteert en alles is weer liefelijk, menselijk en te verdragen en we halen opgelucht adem. De mensen in dat grote land zijn inmiddels de straat op gegaan om van alles te roepen en die van het kleine land... Die kijken naar het allernieuwste op alle fronten (hè, overdrijf niet zo!) aangepaste sinterklaasjournaal.


vrijdag 4 november 2016

Tussendoortje (8)

Vandaag bestaat het tussendoortje uit monchoutaart (in de koelkast gewurmd, kon er nog net bij) en appeltaart (oven, ging iets makkelijker). Ook hing ik slingers op (plafond. Staand op die ene kruk en bijna een smak gemaakt) en vervolgens gaan wij het feest vieren van onze oudste dochter. Ze is vandaag 23! En ze gaat deze maand ook nog eens het huis uit.

Alles dus in feite voor het laatst gebakken en opgehangen want volgend jaar mogen we bij haar op bezoek. Heeft ze staan zweten in haar eigen keuken met taarten en slingers. Komen we binnen met de ons geëigende herrie die daarmee gepaard gaat. Gaan we zoet zitten op de bank in afwachting van wat ze gewrocht heeft. Zo zal het wel gaan, allemaal. Had ik geen idee van toen ik in 1993 mijn tas in stond te pakken om naar het ziekenhuis te gaan, al puffend en blazend. Van details rond een bevalling wordt niemand blij. De tijd die er op volgde was helemaal fantastisch. Wel een dametje met een enorm stemgeluid en een formidabele wil. Die zijn gebleven. Met die laatste en met al weer veel zweetdruppels bouwde ze een eigen bedrijf op. Ze vliegt van hot naar haar en weer terug. En hoe dóet ze 't allemaal! Al met al is het dus eigenlijk wel een eer om die laatste verjaardagvulling thuis af te ronden voor het kind. Straks is het leven allemaal echt haar eigen feestje met haar eigen slingers, die ze zelf moet ophangen met vriendlief. Drie - en - twintig jaar voorgedaan dus hoop dat je de kunst hebt afgekeken. Af en toe, en dat moet je figuurlijk zien, kukelden we samen wel van die rotkruk af, zakte de feestversiering af en de taarten in. Van roze wolken kan je niet verwachten dat ze eeuwig blijven langszweven. Af en toe (of iets vaker) een donderbui en een heel gemêleerd kleurenpalet aan de hemel. De liefde is gebleven. En dat kan je breder zien. Daarom bestaat er dan ook een regenboog, omdat moeders en dochters (en de rest van de mensheid) het zo verschrikkelijk moeten hebben van Degene die dat kon bedenken. Aan het einde van die boog vinden we elkaar als schat weer terug. Kwestie van blijven sjouwen samen...

En nu, mijn kind (eerste lieve dochter)... Dit was een rede van laatste dingen, al wist ik dat nog niet toen ik mijn vingers op het toetsenbord zette. Denk er nog maar eens aan als je je eigen monchoutaart in die grote koelkast van je zet (daar is niet eens gewurm bij, zo'n loeier als dat is) of je je huis versiert (denk om het afstapje) en voor de zekerheid nog een taart wil bakken ook.. Oh, haha, geen oven! Nou, dan kom je maar langs... Enneh, mocht die regenboog je nog ergens aan blijven herinneren, blijven zoeken, eh, sjouwen hè.
Dag schat, fijne verjaardag...

vrijdag 21 oktober 2016

Tussendoortje (7)

Waar zouden toch mijn zwarte laarsjes gebleven zijn? Vorige week nog gedragen. Wring mijn voeten in een paar waar ik net nog over struikelde. Te klein dus, want van een dochter - merk ik inmiddels na zes minuten -  die trouwens minstens drie paar zwarte bezit. Daar steek ik wel heel pover bij af met mijn enkele paar, dat ook nog eens kwijt is. Loop naar boven en vind het gezochte helaas niet op de verwachte plek onder mijn bed. Hm. daar hou ik niet van. Vanaf dat moment is het foute boel. Het geval houdt me bezig maar er is ook altijd wat recht te leggen, van de trap mee te nemen als je toch naar boven gaat - lijkt een exclusief recht van moeders - op te ruimen of alvast even te voorschijn te pakken -efficiëntie ten top - tijdens je oorspronkelijke zoektocht naar iets. Laarsjes bijvoorbeeld, want zie, ik loop naar beneden op ander schoeisel dat wel eens gepoetst mag worden. en weet mooi wel waar de schoensmeer ligt. Duw een schuifdeur open. Tjonge wat ziet die eruit. Allemaal vingers. In een andere kast bevinden zich allesreiniger en doekjes. Op het moment dat ik de kraan openzet voor een  bak vol afwaswater, schiet die schoensmeer me weer in gedachten. Hup, daar ligt het al. Twee minuten later zijn die deuren weer glimmend en oh wat is huishouden geweldig. Zeker als het afwassen zo vlot gaat door het breken van twee glazen als je er alleen maar naar kijkt. Die hoef ik alvast niet meer af te drogen. Alleen maar naar de glasbak brengen. Nou ja, 'alleen maar' kan nog wel een dingetje worden... Terwijl ik met een zacht doekje het laatste veegje over die schoenen doe, gaat de bel. "Straks nog even die laarsjes zoeken" denk ik nog. Ontvang een grote doos uit handen van een oud collega van het postcircus. "Mis je je baan al? Mwoh..."
Gezellig een praatje op de drempel van je huis. Doe de deur dicht. Zet de doos neer. Nog even een interview uittypen voor dat niet-zo-heel-bekend-staande-blad. Even niet aan LAARSJES denken. Elke seconde dansen ze dus voor mijn ogen. Wat gaan we eigenlijk eten vandaag? En heb ik alles daarvoor in huis? Tuurlijk niet. Drie minuten later zit ik op de fiets. Kan ik ook nog even over de jaarmarkt die elk jaar gehouden wordt. Oorspronkelijk heet het baistenmaart want we wonen in Groningen en dan zeg je zulke dingen anders. Er staan wel wat pony's aan een reling te wachten tot ze weer terug naar de stal mogen  maar het koeienhandjeklap is allang verdwenen. Kijk, leuke laarsjes te koop. Ik heb ook laarsjes. MAAR WAAR? Ook een kraam met zakmessen en iets van een cobaltdiamantslijpapparaat. Lijkt me absoluut onmisbaar in dit leven maar loop er toch maar aan voorbij want je moet er weer een plek voor verzinnen. Markt is ook ontmoetingsplek en daar kom ik een vriendin van school tegen. We kleppen wat en moeten nodig eens wat afspreken. Ben weer thuis en sta op winterpenen in te hakken. Telefoon. Ligt niet op de plek waar hij hoort maar het geluid roept me naar de kamer. Het ziet er daar onbewoond en strak uit. Zie je wel, ik doe heus wel eens wat! Hou telefoongesprek. Zet rustverstoorder weer in de houder. Alles op zijn plek, hoe heerlijk! Terug naar de wortels. "Laarsjes.... moet nog steeds kijken waar..." Niet op de trap. Zet de wortels met uien en aardappels op het gas. Kijk, dat is nou leuk. Een gasaansteker die het niet doet. Die andere ligt in de schuur. Haal dat ding. Steek gas aan. Terug naar de vindplek en oud papier stapelen. Kom terug.  Ehem... gasfornuis onder de prut want gas niet op tijd teruggedraaid. Het is dat ik geen baan heb maar kan ik die er eigenlijk wel bij gebruiken? Waar is de stamper en WAAR ZIJN DIE LAARSJES? "Hee, dag kind, hoe was het op school? Wil je koffie op thee of rookworst? Grapje, die komt straks." Moet dat ingrediënt nog wel even pakken. Hij valt uit mijn handen in de schoenenbak onderin de kast. DAAR ZIJN DIE LAARSJES! Yesss... Ik wist het wel, Ordelijk huishouden man! "Wat eten we vanavond mam?" Hutspot! Daar lijkt de hele dag al op, namelijk.


zaterdag 15 oktober 2016

Tussendoortje (6)

 Er waren eens twee berkenbomen. Ze gingen vandaag tegen de vlakte door menselijk ingrijpen voordat zij op schuttingen of schuurtjes van achterburen zouden vallen. Ooit begonnen als jong sprietje, waren zij in een kwart eeuw uitgegroeid tot meer dan achttien meter witte bast, takkengeruis en kruin-geritsel. Maar wat een troep kwam er ook uit! Berkenzaad in de lente en blaadjes in de herfst...

Toen ze nog maar net bestonden, kwam iemand die zijn tuin ging inrichten, hun uit het bos plukken maar honderd kilometer verderop mochten ze hun wortels verder uitstrekken. De -toen nog- jonge hovenier die dit op zijn geweten had, sprak hen toe: "Kijk, mijn tuin is nog één kale vlakte en mijn kersverse vrouw vindt berkenbomen zo mooi. Bovendien stonden jullie veel te dicht op elkaar in dat bos waar je vandaan komt. Vind je het hier nou niet leuk?" De berkenboompjes in wording zwegen. Ze wisten dat nog niet zo zeker. Maar hadden ze een keus? Ze dachten van niet en daarom groeiden ze maar door en hielden gelijke tred met het gezin waarin kinderen werden geboren, die in de tuin gingen spelen, die de bomen als schietschijf leerden gebruiken (en bedankt maar weer), die voetbalden met de stammen als doelpalen en... Nou ja, de tuin werd in gebruik genomen. Zowel door de mensen als vele zwermen vogels. Was het september, dan kwam er een menigte spreeuwen in de berken vergaderen -Wijs op reis: Wie neemt de koffie en broodjes mee, wie mag voorop, check je route en zijn alle papieren in orde? -  voordat zij de grote trek naar het Zuiden ondernamen. In één tel en keurig in formatie verlieten zij de boom na de laatste hamerslag. En daarna was er stilte. Elk jaar weer en steeds een beetje duidelijker want al het grut ging naar school en de speeltoestellen die eerst voor hun gerief waren neergezet, verdwenen gaandeweg naarmate zij formules uit hun hoofd gingen leren. Ook werden er jaartallen opgedreund  "en moesten pap en mam dat vroeger ook? - ja kind - Belachelijk! Wat je zegt..."

Bomen hoeven dat niet. Ze worden alleen maar breder en hoger, waarna ze met elkaar verstrengeld raken en met hun wortels je terras omhoog duwen. Totdat dus op zekere dag een drastisch besluit wordt genomen en vervolgens een motorzaag in de boombast gejaagd. Dat is een kwestie van uitbesteding, zodat je zelf die boom niet in hoeft. Er kwam een echte boomklever met een riem, een tuigje en wat haken om zich hier en daar ergens aan vast te klampen. Wat na een paar uur herrie en touwtrekken nog rest, zijn wat takken en blaadjes en een enorm uitzicht en is me dat even een bloot gezicht. Wat ook overeind bleef, is trouwens de verbintenis van de planter en zijn vrouw. Iets met lang en gelukkig, denk ik. Je kan wel alles omhakken maar dat voert te ver. Wel sneu voor die vogels als ze straks weer terugkomen in de lente...

vrijdag 14 oktober 2016

Tussendoortje (5)

Het was onlangs ouderendag. De kans om (o)pa en (o)ma eindelijk in de watten te leggen. U wist dat niet? Er zijn zoveel dagen voor verschillende mensen? Dat is niet meer uit elkaar te houden wanneer het de dag voor de vuilnisman, de secretaresse of het kind dat klem zit, is? Flauwe kul natuurlijk. Dat had in uw agenda kunnen staan. Daar had de wekker voor gezet kunnen worden en nu is het dus weer voorbij. Moeten alle ouderen een jaar wachten voordat ze weer een keuzemenu kunnen invullen, een hulphond voor een dag uitlaten, extra gebitsreinioging, douchebeurt (terwijl de maand nog niet eens om was) of een zacht eitje bij het ontbijt krijgen. Willen ze eigenlijk zelf wel zo'n speciale dag? "Ach kind, wat is bijzonder?" vertelt me een dame op leeftijd. "Hoe jong bent u?" vraag ik. "Gewoon oud!" Haar antwoord helpt me de brug niet over maar ik neem er genoegen mee. Wel wrang dat er in een week ná de bewuste dag zoveel te doen is over de 'klaar-met-je-leven-pil'. Over bijzondere dagen weet ze wel veel. Niet dat ze daar om gevraagd heeft, trouwens. "De ene dag knal ik tegen de tafel aan en de volgende lig ik in de tuin op mijn rechterheup. Bijzonder genoeg?" Ze schiet in de lach bij mijn voor de gelegenheid gelifte linker wenkbrauw. "Zo gebeurt er elke dag dus iets, lieve kind. Maar dan had ik maar mijn rollator mee moeten nemen, de tuin in. Wil je koffie of thee?" Ze schuifelt naar de keuken. Helpen mag ik niet want dan word ze te gemakkelijk en lui, zegt ze. Die rollator van haar was onlangs onderdeel van een vergelijkend warenonderzoek in haar huiskamer. Naast haar zat een minstens even oude jongedame met weer een soortgelijk hulpmiddel. Het gesprek ging over handvatten, knijpremmen, type boodschappenmandje, met of zonder helm, enzovoorts. Gelukkig was er een zoon met kennis van zaken. En wat hij niet wist, vroeg hij wel in de winkel want moeder zou niet zomaar een apparaat krijgen maar iets waar al zijn liefde in zat. "Mwoh" monkelde mijn gastvrouw. Ik had ineens twee handvatten in mijn klauwen. "Alsjeblieft mam. Niet mauwen maar dauwen!" Ze leek er niet mee te zitten en ik weet ook dat er elke dag een hoop liefde langskomt in de gedaante van dan weer het ene, dan weer het andere kind. Het loopmateriaal zal haar een worst wezen. Ze ziet liever een mens op twee benen. Je zal moeten wachten op die ene dag in het jaar...

vrijdag 7 oktober 2016

Tussendoortje (4)

Het jongetje van de afwasmiddelreclame wil zo vreselijk graag een raket maken van de fles waar zijn moeder elke dag met frisse tegenzin één druppeltje uit laat vallen. Ze is trouwens verder niet in beeld, wat de kijker het idee moet geven dat er sinds de jaren zestig nog niets veranderd is. Vader wel. En waarom eigenlijk? Zoveel voegt hij niet toe. Vader leest de krant. De klier! Ik zie hem nooit eens in beweging komen om a, te komen helpen en b, die fles één keertje goed te mishandelen. Kom op, dat scheutje meer of minder...

Telkens als zijn zoon weer komt jammeren dat het niet opschiet met die afwas, kijkt vader verschrikkelijk ondoorgrondelijk en met bijna onbewogen blik lijkt hij uit te drukken dat hij het ook allemaal niet kan helpen dat moeder zo zuinig is. Duik maar fijn weer in je nieuwsblad. Beetje flauw dat juist híj aan het eind van deze film zijn kind blij mag maken. Wie heeft dit verhaal bedacht? En waarom is het nog steeds te zien? Sowieso is het leger van echte afwassers alleen maar kleiner geworden maar het roept zulke nare associaties op, alles met elkaar. De mensen achter het reclameontwerp hebben waarschijnlijk hun doel bereikt. Zie hen schateren achter hun tekentafel.  Ze weten precies wie ze hebben moeten. Maar ik zal ze leren! Om te beginnen koop ik het afwasmiddel dat zo lang meegaat, lekker niet. Voorts zoek ik op internet het knutselgrage jongetje op en vertel hem dat zijn vader eindelijk eens van die stoel moet komen om te helpen met die ellendige vaat. Die moeder troggel ik van haar aanrecht weg. ze heeft echt genoeg gedaan. Ik ga...

Het weerhaakje van de marketing zorgt ervoor dat je heus wel weet dat het gaat om duurzaamheid en leren wachten... Ineens had ik een spiegelmoment. De afwas zeker? Ja ook en dat de taken moeilijk te verdelen zijn bijvoorbeeld. Maar ik bedoel wat anders; Als je gelooft in een Vader in de hemel herken je de associatie misschien. Ondoorgrondelijk. Dat wel. Lang wachten? Hou maar op. Schelden helpt dan weer niet, al weet ik heus wel hoe dat moet. Toevallig weten psychologen volgens nu-geldende wetten dat we dertig jaar terug de reglementen op dat gebied verkeerd hebben gelezen en dat het (mopperen, sakkeren, zeuren enzovoorts) ons meer mens maakt. Een hele troost, ware het niet (wel!) dat ik na het mopperen me net zo ongelukkig voel als had ik het nagelaten. En hoe gaat de Ontvanger daar mee om? Onbewogen? Absoluut niet. Integendeel. Hij blijft een bron van eindeloos geduld met Zijn knutselkinderen. De krant hoeft Hij niet in te kijken om te weten wat we nu weer in elkaar gefröbeld hebben. Dat wist Hij al ver van te voren. En zoveel moois is dat niet altijd. Vergelijkingen gaan volkomen mank. Alles wat Hij biedt is gratis. Zonder luchtbellen. Het lange wachten waard. 

zondag 2 oktober 2016

Tussendoortje (1)

Wat doe ik toch moeilijk! Was me dat piekeren... De oplossing lag zó belachelijk voor de hand dat ik er geen uitkomst in zag. Maar dat was het dus wel. "Eh.. speaking of?" Dat ellendige nieuwe format, dat maar niet van de grond kwam. En dat me tot op de dag van vandaag nog dwars zat. Totdat ik een heel onverantwoord tussendoortje weg wilde kanen en daar ineens een spiegel in zag. Je zou er bijna een waardebepalend woord aan toe voegen. Iets met een beetje zielig maar dan gevat in vier letters, horizontaal of verticaal, en aan het begin een S. Het was een heel gepuzzel, dat wel.

Tussendoortjes worden het! Die vergelijking met de was. De kook, de bonte, de 'op-de-hand' enzovoorts, hou ik gewoon aan als hoofdregel, als paraplufunctie. Subtitels zijn uitermate geschikt om te suggereren dat je met iets nieuws komt. Zo doen ze dat met de mode ook. En met wasmiddelen. En in de politiek en....
Snacksessies dus. Tenzij het gaat om een wortelshake of handje noten - ongebrand, ongezouten en dus vaak onsmakelijk - absoluut foute boel. Als een tekst niet wil waar ik em heen stuur, staat er ook soms zomaar een bak chips naast mij en geen idee hoe die daar gekomen is, natuurlijk. En daarna komt het schuldgevoel. En ik blijf nu wel mooi bij mezelf, vertel me niet dat ik alleen sta...

Deal: We nemen geen onverantwoorde lekkernijen meer tot ons. Alleen maar letters. Om neer te leggen en om te verorberen. En vergis je alsjeblieft niet. Tussen die van chocola en de mijne ligt een enorme hoop calorieën.


Tussendoortje (2) Alweer sneu

Nog even over die bijna topvakantie... Niet alles was kommer en kwel. Alleen was het jammer dat het in Groningen mooi weer was, terwijl dochter en ik in den Haag rondsjouwden in de regen met een bonnetje in de hand.

We hadden na een hotelovernachting, die deel uitmaakte van een spoordeelarrangement, al copieus ontbeten maar op dat inmiddels doorweekte stukje papier (nog steeds in mijn hand, wat niet verstandig was) stond het adres van een eettent die tot 13:00 uur ontbijttijd waarborgde en dan twee couverts voor de prijs van één. "Dat wordt onze lunch" hadden we besloten. En ook: "Weten zij veel!" Enig doorzetten om die couverts te vinden, was geen overbodige luxe. Gelukkig bestaat gps. Weldra stonden we bijna op de blauwe stip: 'Bestemming bereikt'. We keken om ons heen. Niks anders te zien dan een gesloten ijssalon achter een regengordijn. Aan de andere kant het Kurhaus. "Ik ga het vragen, voordat we helemaal wegspoelen" zei ik. Het bonnetje legde ik eindelijk maar behoedzaam boven in mijn tas, voordat het zou vergaan. We zochten netjes de voorkant op van dit immense logeerhuis. Bij de receptie stond een snoezig in sober linnen lijkend (maar verkijk je er niet op, juist dat zijn de hele dure exemplaren) werkjurkje. Adres vragen. Druipen op de allerchicste deurmat ooit. "loopt u maar door mevrouw, het is aan de andere kant van het Kurhaus. "Eh... weet u zeker dat we kleddernat dóór mogen lopen?" Ze wist het zeker. Ok dan, de kans om in vakantiekledij, herstel: verrégende vakantiekledij, door het Kurhaus te stampen, krijg je ook niet elke dag. Zo stonden we na nog een bijna botsing met de allerchicste mevrouw met het allerchicste kuitenbijtertje onder de arm - beiden in Burberry gekleed - weer precies als tien minuten daarvoor nog eens op die blauwe stip van de gps. En ineens zagen we door een klein gaatje in het regengordijn onze bestemming. En wederom bereikt.

We waren er bijna! Had dat niet iets met sneu te maken? Het trapje van de boulevard afglibberend zagen we een open vuur op het terras. Met zicht op zee. Tenminste, dat stond op dat afschriftje, dat de serveerster met een vies gezicht in ontvangst nam. Uitermate veel mist was ons panorama. Maakte niets meer uit. We zaten warm en kregen ontbijt voor lunch. Wisten zíj veel, en zo... We zapten van onze gps naar de familiewhatsapp. Híer schijnt de zon wél! zeiden ze daar in het Noorden. Dus namen we snel aan het eind van die dag de trein retour. Met weer een ander bonnetje in onze hand. "Vergeet u aub niet om in te checken..."

Tussendoortje (3) Toekomstperspectief.

Sinds kort geleden is de oude supermarkt nieuw geworden. Heropend met een echte toespraak en een lint dat doorgeknipt wilde worden. Getuige de foto's was het een wereldmomentje en daarna stroomden de mensen de nieuwe winkel in met open mond en een zelfscanner in de hand.

Dat is natuurlijk helemaal niet nieuw in deze tijden maar evengoed erg handig. En helemaal fijn dat je er niet toe gedwongen wordt want ik wil gewoon mijn praatje bij de kassa niet missen. Direct aan de beurt omdat de rest van de winkelkudde wel met dat aai-apparaat rondsjouwt. En hoewel dat mij extra tijd geeft om een extra rondje te gaan stofzuigen of zo, merk ik dat ook wachten bij de kassa een functie had. Vijf minuten navelstaren leverde zelfonderzoek. Volgende drie minuten kletsen met een bekende gaf me inzicht in de noden van mijn naaste. Nog eens twintig seconden ins blaue hinein staren bleek niet nodig achteraf; HALLO. MAG IK UW BONUSKAART???? Niet op boze toon hoor. Gewoon om mij weer op aarde terug te krijgen. Daar was ik weer!  Na het lachen én het praatje vervolgde ik mijn weg weer. Volgens mij heb ik nog wel betaald want ik mocht gewoon doorlopen.

Over een paar jaar bestaan er geen kassa's meer. De zelfscanner is waarschijnlijk ook alweer uit en wordt in een 'vroeger-en-toen-zaakje' voor veel geld van de hand gedaan ('zo schattig, nog niet zo heel lang geleden deden de mensen hun boodschappen met dit ding in hun hand'). What's next? Een robot misschien, die je op de hielen zit en roept: "Niet navelstaren! Boontjes moest je hebben. Let op je bonuskaart! ik zal je hoofd uitlezen, je hebt betaald!" Nee, voor je rust naar de supermarkt gaan, kun je wel vergeten in het vervolg.

dinsdag 20 september 2016

Bijna sneu...


In deze column ga ik laten zien hoeveel twee woorden met elkaar te maken hebben. Ze liggen in elkaars verlengde. De zomer achter ons, bijvoorbeeld, werd bijna een sneu exemplaar. Toen dat feest begon was het bijna vijftien graden, werd de regenmeter tot de rand toe gevuld, was de tuin bijna geen moeras, raakten we in een bos in Duitsland bijna echt verdwaald (iets met drie wandelroutes die door elkaar heen liepen) en stichtten we in datzelfde bos een onbedoelde bijna brand (iets met een, achteraf, ondeugdelijk campinggasstel). Het klinkt inderdaad allemaal heel sneu. De hittegolf in de 'bijna-herfst' deed ons beschaamd zwijgen, trouwens. Klagen over het weer is natuurlijk ondankbaar om van dat andere woord maar even te zwijgen

Nu al die dingen weer verwerkt zijn, is het de bedoeling dat we doelgericht weer onze wegen vervolgen. Niks bijna-dingen. Gewoon rechttoe-rechtaan. Het werk in het postcircus behoort tot het verleden. Erg jammer, inderdaad. En sneu ook nog. Daarvoor in de plaats - maar minder frequent - hou ik interviews voor een niet-zo-heel-erg-bekend-staand magazine. Ik wil nu de kernwoorden die deze column sieren, geenszins horen, natuurlijk! Die vragensessies moeten uitgewerkt worden en er zit een echte deadline aan vast. Mijn broodwinning is het nog niet en dat is misschien maar goed ook want dat zou maar een dun sneetje zijn. Nee, stil! Waag het niet! Rest nog die nieuwe format voor de blogspot. Je weet wel, dat document waar ik input van trouwe volgers voor vroeg. Nooit doen want de stapels ideeën zijn niet om door te ko.. Nee, dat lieg ik. Er ligt helemaal niks! Wat leren we hiervan? Alleen, dat lezen wel prima is maar leveren blijkbaar niet. Dát is pas jammer! En sneu dus. Die chocoladeletter (ze zijn alweer te koop want het is bijna winter) eet ik over drie maanden dus lekker zelf op.

Geen reacties dus. Ik zet ons maar op rantsoen. Mochten we wegkwijnen, weet u waar de sneue oorzaak ligt. Misschien moet ik maar overgaan  - toppunt van sneu! - tot het kopen van theezakjes. Op de labeltjes staan absolute levensvragen afgedrukt waar ik voorlopig wel weer zoet mee ben. Of weet iemand anders iets beters? Jammer dan, beurt voorbij. Ik mis het rammelen op mijn toetsenbord. Ik zou het nog verleren!

Bijna...
(...)
Inderdaad!


vrijdag 22 juli 2016

Schoolfotoshock!

Een schoolfoto van bijna dertig jaar terug, op facebook. Het was even schrikken maar daarna zat ik weer in het grootste lokaal (Engels), tweede plek achterin met uitzicht op de van Imhoffstraat. Controleren kan je dat niet meer want de hele boel is afgebroken.
"Wat?"
"Echt!"
"De dependance ook?"
"Alles!" roep je gedecideerd. Niets blijft meer overeind staan. Kom je jaren na die tijd met eigen kroost de hoek om zwaaien tijdens de zin: "En hier was dan de sch..." en wat dan verder volgt, kun je daarna van alles gaan uitleggen dat dáár de fietsen moesten, dat je op het plein je enkel verstuikte maar die immense (...) vlakte ook wel eens moest zuiveren van rotzooi omdat dit de doeltreffendste straf van het schoolpersoneel was om er zelf geen poot naar hoeven uit te steken. Eerlijk gezegd voel ik niet direct voor een reünie - "Oh wat leuk om je weer eens te zien. Ach welnee mens, meen je geen barst van!" (geldt niet voor iedereen) - maar wil er best eentje zwart op wit zwetsen. Weer die betonnen trap op, die niet meegaf en waar ooit de hele inhoud van mijn tas over verspreid heeft gelegen. Iets met grote haast en een open tas. Een voorgeschreven leren onhandige container. Je hele leven kon er in. Of er uit dus en dat lag in dit geval vrolijk over al die treden gevlijd, voor iedereen ter inzage. Kennzeichen (leerboek), je weet wel, dat kreng met al die naamvalrijtjes (aus, bei, mit, nach, zeit, von, zu) heeft die val niet overleefd. Daar kreeg ik aan het eind van dat schooljaar nog een fikse boete voor. Vijf jaar mavo, gedegen opleiding, bracht ik door op die school waar op de foto een heel klein stukje van te zien is achter al die hoofden. Zou je elkaar herkennen als de popie-jopie, de clown, de macho of degene waarvoor vroeger de term 'sociaal onhandig' nog niet bedacht maar wel toepasselijk was? Van al die hoofden zijn er al een aantal niet meer onder ons. Anderen, leraren, in hun vak vergrijsd, zijn verder gegaan op andere locaties en misschien zijn er scholieren die nog verder uitgezwermd zijn. Ik herken veel gezichten eigenlijk niet meer. Dat onderstreept de confrontatie met mijn eigen worsteling met de tand des tijds vooral. Als je haar maar goed zit! Dat was vroeger denk ik onze collectieve eerste levensbehoefte. Kop op! You never walk alone! Iedereen is geschrokken van die prent!

Met groet, Els Dijkema-van der Linden

Weeksels 18 t/m 22 Juli

Maandag:
Koffie, zon en vrijheid. Beter begin van de vakantie kan ik me niet indenken. Er moet nog een last-minute-ergens-heen geregeld worden maar om het extra spannend te maken stellen we het moment van beslissing ook maar uit tot vijf voor twaalf. We zitten immers prima, geen haast mee. Ontspanning biedt ruimte aan denkprocessen over voortgang van deze blogvorm. Niet heel hard peinzen maar gewoon een beetje voor je uit filosoferen want dat kost geen zweetdruppel méér. In ieder geval, besluit ik, moet ik eens gaan kijken wat het effect is van een poosje niet posten. Geen geneuzel meer over waterhoentjes-tweede-leg of postfratsen. Ok, dat lijkt op survival maar mijn toetsenbord heeft de rust eerlijk verdiend...

Dinsdag:
Of ik doe een complete reorganisatie! Dat moet niet een al te grote schok zijn want alles om ons heen moet nieuw en anders. Kost in dit geval zelfs geen banen want ik ontsla alleen mezelf en vervolgens neem ik ook mezelf weer aan in een geheel nieuwe functie. Verantwoordelijkheden om over te hevelen op een ander die er niet om gevraagd heeft, zijn er ook al niet. Rest mij één risico: Keren mijn lezertjes zich teleurgesteld en ontmoedigd van mij af met alweer een desillusie in de pocket of vinden we elkaar weer terug? En wat, als nieuwe vormen hen niet bevallen? Weet je wat, ik bied de mogelijkheid voor een laffe vorm van inspraak, je weet wel, die soort die suggereert dat naar inbreng geluisterd wordt. Ook helemaal herkenbaar op reorganisatiegebied. Mensen, kom op, spui maar: Hoe ga ik in het vervolg verder? Het beste idee verdient over zes maanden een chocoladeletter.

Woensdag:
Kan me natuurlijk gaan bekwamen in het houden van interviews of zo. Levensverhalen en non-fictie doen het anno nu bijzonder goed. Maar wordt dat niet saai? Of hebt u zo'n spannend leven dat iedereen zich afvraagt hoe we het ooit zonder die informatie hebben kunnen doen? En mag ik er ook wat (grote!) korrels zout doorheen strooien of zijn de belevenissen zó exclusief dat er verder niet aan getornd mag worden? Denken begint inmiddels toch wat lastig te worden boven de zevenentwintig graden. Ik had naar Nijmegen moeten afreizen maar daar hebben de mensen ook wel wat anders aan hun hoofd. Dat koel moet blijven en zo weinig mogelijk inspanning leveren omdat de voeten al zoveel doen. RESPECT!!!

Donderdag:
Die Nijmeegse, honderdste editie alweer, stamt eigenlijk af van een initiatief uit het leger om de krijgsmacht wat fitter te krijgen want daar was het een eeuw terug maar droevig mee gesteld. De soldaat kwam vroeger uit sociaal lagere klasse en hoewel de zegen van gemotoriseerd vervoer nog lang niet was neergedaald op iedereen en fietsen iets was voor de toch al lenige mens, was beweging alleen iets als het moest voor je beroep. Toen bleek dat het links-rechts enzovoorts in het voordeel van de gezondheid uitpakte, deden steeds meer beroepsgroepen mee. De club werd uitgebreid met mensen die zich solidair wilden tonen en het bleek ook nog eens een stimulans te zijn om uit de kroeg te blijven want 'always willing to bend an elbow' bleek op kwalijke manier die andere oefening te dwarsbomen. Keer op keer bewijs dat discipline en training zo irritant goed voor ons zijn (gaap!) Rijst nu wel en alweer de vraag hoe ik mijn letterkilometers na de zomer weer ga oppakken. Gevaarlijk hoor, vakantie.

Vrijdag:
Het koortsachtig brainstormen over last-minute-bestemmingen-die-geen-krater-in-onze-portemonnee-slaan, is uitgelopen op de beslissing in eigen land te blijven en dat alles ten voordele van een niet nader te noemen vakantiepark aan het Ijsselmeer. Die krater was achteraf niet te voorkomen dus wordt het een hele klus om een lettermodus te gaan vinden die ons eindelijk een cruisevakantie op termijn moet opleveren."
"Daar mag je het niet voor doen!"
"Ja maar, ik raak mijn baan in het postcircus ook al kwijt."
"Niks mee te maken, je bent geen kip die gouden eieren moet leggen maar gewoon een letterwasvrouw met op elke dag van de week een korte, bonte, hand, of kookwas. Heb je zelf gezegd."
"Nou ja, ik zwam wel vaker zwart op wit."
...
Prettige vakantie (en waskracht en sjouwplezier) gewenst.



vrijdag 15 juli 2016

Weeksels 11 t/m 15 Juli

Maandag:
Er gonst iets, Er broeit wat. Kan er de vinger nog niet op leggen. Het heeft te maken met een soort kinderfilmheld waarvan wij als ouders dachten dat die met het juiste negeer en verbiedwerk allang 'uit' was maar onverhoeds dus als niet te verdringen frats in een smartphoneapp is verwerkt. Het krijgt zelfs onze schermverslaafden hier thuis in beweging want je verdient punten als je hem vangt, al slenterend met je telefoon. In je pyjama, je baljurk, in je weet ik veel.  'Pokémon-go!' brengt  mensen in rep en roer. Als je zelf als ouder alleen maar bezig bent met rotzooi ruimen, eten koken, tafel weer afruimen enzovoorts, komt het besef wat later. Ineens is de computerstoel niet meer bezet en ligt er geen bankwezen op de knoppen van de afstandsbediening van de tv te duwen. "Wat is er dan?!" vraag je half geërgerd, half lachend. Zo ken je ze immers niet. Gegiechel is je deel. "Hij is in de tuin" zegt er eentje. Huh? Wie of wat bedreigt ons gezinsleven? Waar is mijn buks? We turen door de gordijnen. Nergens iets dat op onraad moet lijken. Alleen de poes van vrienden verderop in de straat. Zij heeft ook al geen idee en  zucht: "Oh mag ik hier alweer niet zitten? Ik gáán al!"

Dinsdag:
Een gesprekje in de bieb heeft al vaker tot een verhaaltje geleid. Vandaag evenzo. Aanleiding was een artikel n het dorpskrantje waarin iemand wordt gevraagd om met de inwoners van het net zo plaatselijk gevestigde verpleeghuis te gaan kamperen. Het schrijven werd de uitrustende biebgangers voorgelezen aan de grote tafel  - u weet niet half hoe intensief een biebleven kan zijn -  die kort geleden daar is neergezet om de mensen bij elkaar te brengen. Blijkbaar werkt het want niemand liep weg tijdens de declamatie. Het stukje zelf riep van alles op aan stoute gedachten die we ook maar gelijk uitspraken want het werd met de minuut gezelliger. "Heb je eindelijk je hoog-laag-bed, moet je op de grond op een luchtbed. Anders is het geen echt kamperen" en "Die rollator op de imperiaal, die zie ik helemaal voor mij." We gunden het ze allemaal maar waren dan alle voorzieningen voor niets geweest? En daarbij, de verpleeghuizen líggen al zo onder vuur, dan moet je toch niet met vuur gaan spélen? "Ah, je bent gewoon jaloers met je muggenzifterij." Het lijkt een beetje op het najagen van spookbeelden. Maar dan zonder app.

Woensdag:
Je kon er op wachten: De ene winkelier plakt een briefje tegen de ruit dat pokémonvangers welkom zijn, en de andere winkelpui wil het absoluut niet hebben. Er wordt gewaarschuwd omdat mensen als een kip zonder kop zo de straat op lopen en omdat Pokémon getraceerd moet worden, wil de app meer weten van je smartphone dan je lief is. Als je als nuchtere zijlijner eindelijk door hebt wat er precies aan de hand is, zie je ineens op elke hoek van de straat mensen die lijden aan de symptomen van de nieuwste gekte. Het hoofd bijna versmolten met de smartphone en ze staan overal stil, als dat zo uitkomt. Dat zal lekker lopen worden in Nijmegen, volgende week. Boenk! "Oh, sorry" (x1000) Een kort onderzoekje leert dat Pokémon gewoon maar een mediaverdiendingetje was. Een soort vechtlustige wezentjes die getraind moesten worden. Het idee werd geboren in 1995 en zoals bij alle hypes omkleed met alle soorten van franchise. Daarna kwamen de eigen serie en een echt tijdschrift zoals bij alle verwende nieuwelingen aan wie niets teveel besteed lijkt te zijn. En nu, 21 jaar later, zou je dus kunnen zeggen dat Pokémon volwassen heet. Echt niet! Een spook is het geworden met alweer alle volgers in beweging om na te jagen wat geen geluk geeft. Dan kan je beter op je negentigste weer gaan kamperen.

Donderdag:
Je hebt het niet van mij natuurlijk, dat oud en kamperen niet zouden samengaan. Een verschrikkelijk stoere zestiger uit onze nabije omgeving trekt er binnenkort op uit met alleen maar een fiets, een matje, een slaapzak en slechts anderhalve vierkante meter tentdoek boven zijn hoofd. Héél basic. Dan past mij alleen maar diep respect en vooral met mijn mond dicht. Door een aantal diep ingrijpende ervaringen is het campingleven bij de onzen niet meer bespreekbaar. En dan gaat het nog niet eens over die ene bui waarbij alle tentstokken door hun knietjes gingen. Wel over de nachtelijke tochten richting toiletgebouw met wcpapier in de aanslag. Het openschuiven van een tentrits klinkt op zo'n moment als een kanonsschot dus na het halfgebogen slipper-zoeken, wurmden we ons door een gaatje van tien centimeter om vervolgens plat te gaan over de scheerlijn van de buren. Waarom zou je dat willen? De laatste survivaltocht ligt inmiddels al zo'n acht veilige jaren achter ons en lastminuteregelingen-in-een-huisje zijn ook bijzonder stoer en basic, vinden wij. Toch, heel soms denk ik met weemoed aan die keer met een babbelende kleuter naast me in het holst van de nacht. De insecten om ons heen hoefden het luchtruim nog niet te delen met smartphonespoken. Even daarvoor had jongste hevige aandrang gemeld. Opvangen in een emmer bleek om de een of andere reden die nu niet meer in de herinnering ligt, geen goed idee. dus volgde tijdens een nachtelijk wandelingetje een  - achteraf - gouden moment, goed voor tienduizend punten.

"Mam..."
"Ja kerel..."
"Gezellig hè..."
"Ja hoor. heel gezellig!"


Vrijdag:
En dan is er ineens weer zo'n dag, dat je bedenkt dat alles wat hierboven staat misschien maar beter uitgegumd kan worden omdat bijvoorbeeld iemand het in Frankrijk zijn hoofd haalt om twee kilometer lang verderf te zaaien. Zo dicht bij elkaar liggen dus idioterie en normaal leven. Zoveel waanideeën en spookbeelden moeten verjaagd worden. Ach God, heb medelijden! Het liefst zou je zo'n gast zo weinig mogelijk aandacht geven en zijn daad negeren. Maar meer dan tachtig slachtoffers en daarnaast nog een heleboel gewonden, vragen om verslaggeving en erkenning van de feiten, alleen al om kopieergedrag te kunnen vermijden. Maar waar begin je dan? Begin deze week bleek een onschuldige vorm van naäperij al zoveel impact te hebben. "Ja maar, een spelletje hoeft geen terreur te zijn!" Ik hoop het van harte! "We gaan door" zegt de baas van de 'tour du France'. Gewoon weer op de pedalen want de angst mag ons niet de baas worden. Gewoon heel basic op vakantie gaan (of een bestemming kiezen die niets met basic te maken heeft). Gewoon vieren dat je kind de sleutel van haar eerste huis in handen heeft en oh, wat moet ze nou ineens veel regelen. Gewoon doorleven. Kop d'r bij. Denk om de spokemonen! Versla ze! En gelijk ook maar alle andere hersenschimmen. En kijk uit met oversteken...


vrijdag 8 juli 2016

Weeksels 3 t/m 8 Juli

Maandag;
En, hoe was het bij Shakespeare?
Uitverkochte voorstelling! Kan ook gauw als je kijkt naar wat er in zo'n piepklein kerkje op een terp gehuisvest kan worden. Met ongeveer vijftig mensen op keukenstoelen was de hele zijkant dicht geplakt waarna het spits werd afgebeten door een klein koortje dat om de vijf minuten opkwam. Men zong op oud-Hollandse wijze van vrijers en zoete slaapjes maar er was iemand die met een stokje tegen een bel tikte zodat we niet in het echie zouden wegsukkelen. Het geheel werd begeleid door een draagbaar draaiorgeltje al weet ik niet of de theaterdichter dit ook zo had gewild. Maar mij past natuurlijk geen commentaar want met de gedachte: "Het is van Shakespeare, dus altijd goed" kan je alle fratsen aan. Eerlijk is eerlijk, als je voor het eerst zo'n schouwspel meemaakt, doet het wat vreemd aan maar we werden meegenomen en opgeslokt.

Dinsdag:
Wat zouden ze later over onze generatie verzinnen voor op de planken? En wie zet al onze kluchten eigenlijk zwart op wit, zijn daar al afspraken over gemaakt? We hebben vandaag min of meer geschiedenis geschreven door een Drents fenomeen over te plaatsen naar het hoge Noorden. Onze tuin brengt ons in verlegenheid want er valt veel onkruid te verdoezelen. Uitgraven en opnieuw beginnen? Weet je wel hoe duur een graafmachien plus personeel is? We dachten zelf eigenlijk aan antiworteldoek en een heleboel stenen om het kwaad letterlijk in de kiem te smoren. Probleem opgelost. Marktplaats was goed voor een enorme lading Drentse keitjes, stuk voor stuk ietsje groter dan de foto toonde. Maar ja, we hadden een kar gehuurd, een paar uren de tijd om daarmee iets te vervoeren, afspraak is afspraak enzovoorts. In concreto: Twee keer heen en weer, twee keer een bijna hernia en genoeg materiaal om een hunebed voor twee personen van te bouwen.

Woensdag:
Hoewel Shakespeare en die hoop keien vooral op heel vroeger duiden maar min of meer per ongeluk op mijn pad waren gekomen, vind ik 'oud' sowieso wel boeiend. Al dateert dat niet van mijn schooltijd want al dat wapengekletter om niks in jaartallen die ik dus ook niet onthouden heb, vond ik verspilde moeite. Onlangs werd deze week bij een interviewbezoek mijn aandacht gewekt door zo'n licht vergeelde prent waarop een monnik onder een boom het evangelie staat te verkondigen. Soms haalde de meester van klas vier (ook heel erg vroeger dus) bij wijze van grote attractie één van de schoolplaten uit de berging en dan tuurde je als klas een uur lang tegen dat stuk geschiedenis aan. 'Ludger predikt evangelie in de Groninger gouwen' luidt het opschrift. Gouwen komt van Hunsingo. Dat was het stuk water en het gebied erom heen dat nu Reitdiep genoemd wordt. "Ze gaan als broodjes over de toonbank tegenwoordig" vertelde een antiquair die er in handelt. "Verder weet ik het ook niet hoor." Maar hoe blijft het verhaal dan nog overeind staan?

Donderdag:
Er is een schone taak voor mij weggelegd blijkbaar. Ik moet alleen de feiten even opduikelen. Ludger, de monnik, past in het rijtje bij Bonifatius en Willibrord die in roerige tijden hun preekwerk deden. Ludger vond felle tegenstanders in de Saksen en om de dood van Bonifatius (vermoord in Dokkum) min of meer te wreken, ging hij aan het werk in Noord-Groningen, lees ik ergens. Een verhaal dat nergens bevestigd wordt, vertelt dat Ludger eens een troep ganzen de les las omdat ze door zijn sermoen heen snaterden. Daarom staat hij ergens op een plaat met een troep van die beesten aan zijn voeten en eentje in zijn  hand. Lijkt me een te sterk verhaal want ganzen luisteren natuurlijk nog slechter dan mensen. In het Gronings academiegebouw van de Rijksuniversiteit wordt door middel van een gedenkraam uitgebeeld hoe Ludger een blinde op verzoek om een teken, geneest van zijn gebrek. Dat wisten we allemaal niet! Maar nu dus wel. Weet je wat, we gaan samen geschiedenis studeren.

Vrijdag:
Shakespeare, hunebedden, monniken. Tijd om terug te keren naar het hier en nu. We vechten al een tijdje niet meer tegen Saksen maar er blijven genoeg vijanden over. Haast en beeldterreur bijvoorbeeld. Die worden over vierhonderd jaar natuurlijk min of meer meewarig in een theaterstuk verwerkt of hebben de mensen dan helemaal geen tijd meer om ergens voor te gaan zitten? Dat was vorige week namelijk al een heel issue:

"Eh.. Duurt dit nog lang?
Hoezo?
Ik heb nog andere plannen.
Ja, &*()**^&R* denk je dat ik hier voor mijn eigen plezier zit? Het was JOUW opdracht!"
...
Waarmee maar weer eens aangegeven is dat geschiedenis en oude dingen best leuk zijn. Omdat je er van die déja vu-momenten van krijgt. Het privilege van auteurs - jahaa, ook van 'would-be-ers' -  is dat alles zwart op wit komt. Opdat we ervan leren. Wie lacht daar? En wat als niemand nog kan nagaan of één en ander wel echt gebeurd is of dat er feiten verdoezeld moeten worden... Dáár zijn nou die hunebedden voor.


vrijdag 1 juli 2016

Weeksels 27 Juni t/m 1 Juli

Maandag:
In Groot Brittannië is niet iedereen blij, voetballer Messi stopt er mee, de Belgen zijn gelukkig want het gaat hen goed in het EK en de Junifeesten in ons gezin liggen weer veilig achter ons. Ra ra wat geen landelijk nieuwsitem was. "Eh, pap, het is geen kinderfeestje dus ik moet even mee naar de super en er moet beslist meer vocht bij" luidde het recept voor onvoorspelbare feesten. Maar daarna werd het allemaal heel gezellig en een goede afloop is iets om heel dankbaar voor te zijn. Je moet alleen geen masochist zijn door de bierdopjes te willen tellen. Wat heerlijk dat het nu weer driehonderdvijfenzestig - min vijf - dagen duurt voordat zeker persoon verjaart. En oh ja, alles is op. Wat je ook klaar zet en in welke hoeveelheden, tieners hebben radar en zijn pas uitgefeest als elk glas tot op de bodem leeggedronken is. Nog net op tijd is één krat pils dat niet voor hun gelegenheid in huis was gehaald, in veiligheid gebracht. Nou is er nog wat over voor de overlevers. Allerbest nieuws!

Dinsdag:
Na het feest nog even wat laatste dingetjes afwerken voordat het schooljaar om is. Zoals het bijwonen van een theaterstuk omdat het ckv-vak dat wil. Had ook eerder gekund, zodat de deadline wat minder voelbaar of zelfs al verstreken was maar dat is zo helemaal niet spannend. Wel jammer dat er wat theaterluwte is opgetreden. Alles gaat in september weer draaien. Gelukkig is er nog een hoogstaand gezelschap dat good old Shakespeare niet kon loslaten. Wat weet ik van Shakespeare? Zo goed als niets! Vroeger werd die me niet opgediend en nou heb ik geen trek meer. Ho, wacht even. Wat heb jij te maken met een schoolopdracht van je kind? Niks. Maar dat gaat vooral over motiveren en alle ballen in de lucht houden en je dochter erbij. Of met grenzen aangeven. Niets nieuws onder de zon...

Woensdag:
'l histoire se repete. Dat is een Frans zinnetje dat nog van vroeger is blijven steken. Het geeft onder anderen aan dat ouders tot de idiootste dingen in staat zijn om hun grut op de schoolrails te houden. Niet zonder slag of stoot en ook niet zonder chagrijn. Dat krijg je er gratis bij. Gelukkig zit het blijkbaar in de genen en kan ik er dus lekker niks aan doen. Ik herinner mij van meer dan dertig jaar terug een werkstuk over 'bladresten-na-de-winter'. Wat een onderwerp! Wat is dat toch met onderwijzers? Na alle mogelijke soorten van uitstel werd dat op een zaterdagmiddag eerst een donderpreek en daarna uren zoeken in het park en uiteraard in de stromende regen. Als piece de resistance (alweer Frans) de 'Winkler-Prins' erop naslaan, de inhoud overschrijven en het geheel werd bekroond met een 7,5. Kon minder! Oh sorry. Dit vereist meer uitleg: De W.P. was die rij dikke pillen op de bovenste plank in de boekenkast. Dat is een meubel dat vroeger... Nou ja, laat maar. Eens werd die hele reeks wijsheid mijn ouders aangesmeerd door een reiziger die orakelde dat een encyclopedie onmisbaar was in een huis waar kinderen zouden gaan opgroeien. Zijn profetie kwam uit maar er stond maar weinig in over bladresten. Had die boekenboer er maar een planbord bij geleverd. Maar dat kenden ze toen nog niet. Dat zou ooit nog een nouveauté worden. Dat is ook Frans. Knap hè, al die jaren nog steeds niet vergeten en het betekent: Nieuwigheidje!

Donderdag:
Ook al hebben we tegenwoordig Google en wikipedia en een dikke duim voor het snelle werk, alles moet nog steeds op het allerlaatste moment en zal je zien, dan werkt de printer ineens niet meer, de snelhechters op, de trein vertrekt over acht minuten of.... Het moet een natuurwet zijn. De kaarten zijn gereserveerd. Ik moet niet zeuren want hoef alleen maar mee, zitten en ondergaan want dat schijnt de deal te zijn, afgedwongen in het onbewaakte ogenblik dat hectiek heet. Ander woord voor: Chaos. Daar ben je ouder voor. Dochter moet de rest - lees: verslag - doen want het is HAAR opdracht. Dank je de koekoek, ik ben er gewoon weer ingetrapt. Kneus! Was je de moestuin van die andere dame (...En het waren HAAR plantjes) vergeten?
Hilarisch nieuw feit en absoluut van toepassing is vooral de titel van het stuk. Het had voor ons geschreven kunnen zijn.

"Wat u wilt!"

Vrijdag
Eén en ander gaat in een pittoresk dorpje opgevoerd worden in een al even snoezig kerkje op een terp. Een paar keer per jaar gaat daar iets van een busje langs, geloof ik. Dus raadzaam om eigen vervoer te regelen Het gezelschap dat ons zal vermaken, heeft veel plankervaring. Shakespeare, ik bedoel maar, zware kost. maar misschien zijn we zo meteen helemaal om en betreur ik het feit dat het gebrek in mijn ontwikkeling pas zoveel jaren na de mavo weggewerkt kan worden. Verder klinkt het natuurlijk heel sneu om te zeggen, zonder het zelf te willen zoiets te gaan bezoeken. Ben ik nou gewoon een kluns of een hyperflexibele ouder? Sommige mensen hebben daar geen last van en vertellen mij dat zulks meebuigen inderdaad gevolg is van te weinig ruggegraat. En dat is dan weer een keuze. En hen is zoiets nooit gebeurd. Zíj gingen nergens mee heen en hún kinderen zorgden overal op tijd voor. Zie mij gebukt gaan onder de grenzen die ik niet duidelijk stelde. Nog even en ik ben weggesmolten. 'To be or not to be', that's the question! Ach, is het hele leven geen grote klucht? En was er - oud nieuws - niet iets met een Script en een Regisseur?







vrijdag 24 juni 2016

Weeksels: 20 t/m 24 Juni

Maandag.
Het wordt weer hoog tijd voor 'railtale'. Verhaaltje van dingen die zich in de trein afspelen. Om zoiets te schrijven, hoef je alleen maar instappen en materiaal zoeken. Twee dagen geleden zat er een man in de coupé die er geen idee van had dat hij materiaal was. Ook leek het er sterk op dat hij de coupé het liefst voor zich alleen had. Hij zette het op een niets en niemand ontziend snuiven waarbij alle registers werden opgetrokken zodat het gorgelen werd. Toen kwam het raspen en vervolgens werd het tijd voor de oogst. Lang tijd om die te bekijken was er trouwens niet want vanuit zijn binnenzak zeurde een mobieltje. Zijn boterbloempje belde en aan de herrie af te leiden leek het alsof ze naast ons zat. Gelukkig bleef ze steken tussen de simkaart en een schermpje. De dame verweet hem dat hij niet reageerde op vorige signalen. Het werd hem aangerekend als ontrouw. Het gesprek zat vol met pittige taal, de uitlatingen 'niet van dat benauwde' en in onvervalst Rotterdams. Maar ik heb het natuurlijk niet over stereotypen.

"Mens, ik zit niet bovenop mijn telefoon, zoals jij"
..?
"Ja, as je nou maar weet dat ik een teringhekel heb aan dat gebel om de minuut. Heb je zelluf toch ook?!"
..!
"Komp nou maar as de weerlicht naar het station want er hángt een enorreme tyfusbui hiero."
... #@#$%*&%&.

Al spoedig moest het gesprek afgebroken worden. Alle kernachtige bewoordingen verzopen in de wolkbreuk boven ons. Beter! Er waren teveel ziektes in verwerkt. Hoe het met dit innige stel verder is gegaan, kan ik dus niet meer vertellen. Ik moet beslist weer eens die kant op. Wie heeft er nog een kaartje?

Dinsdag:
Hier in het Noorden viel het water gisteren ook al met bakken uit de hemel. Drie keer moest ik erop uit en even zoveel keren kon ik zelfs mijn fiets uitwringen. Maar vanaf vandaag is er weer hoop. Een opgewekte weerman vertelt het ons. De tuin kijkt gemelijk want ze is bang dat er van haar gevraagd wordt weer te gaan floreren als voorheen. Alsof dat zomaar kan want ze is net zo verkouden als ik. En ach, wat hebben we daar? In de ijzeren teil waarin de moestuinplantjes van dochterlief (en het waren echt háár plantjes) waren gepoot om er maar af te zijn, woekert een ware jungle. Alles is uiteindelijk opgekomen, tiert welig  en de te grote stengels moeten zelfs gestut worden. De courgette lijkt het loodje gelegd te hebben maar laat ik het niet te hard zeggen want als die plant dat hoort, herstelt ie wonderbaarlijk en zal je zien dat we nog een plantage moeten gaan runnen. Alleen, ik vertik het om dat verhaal nog eens op de rails te zetten.

Woensdag:
Ons koffiepadautomaat bromt, slaat dicht en spuugt naar mij. Het is dan wel koffie wat er uitkomt maar ik wilde dat eigenlijk gewoon rechtstreeks in het gereedstaande kopje gedeponeerd krijgen en niet op mijn kleren, als het niet teveel gevraagd is. "Hij is verstopt, dus moet je gaatjes doorprikken." onderwijst mijn technische echtgenoot. Komt me niet uit vandaag. Morgen ook niet. Eigenlijk nooit. Er is nog een bende te doen en die koffie was bedoeld voor gewoon even tussendoor. Niet als onderdeel van een draaiboek met ingewikkelde werkzaamheden. Want nu moet ik eerst andere kleren aantrekken (lees: He-le-maal naar boven lopen, omkleden, he-le-maal weer naar beneden) de plank schoonmaken waar het apparaat op staat. Leuk plan maar moet een nieuw vaatdoekje daarvoor pakken omdat de vorige in de wasmand ligt. De vaatdoekjeslade openrukken en constateren dat er niet eentje in ligt. Er hangen nog drie aan de lijn buiten van de vorige was. Om daarbij te kunnen moet er eerst een deur open. Sleutel. Waar is die? Aan het rekje want we zijn een ordelijke familie hier. Van het raam met uitzicht op de droogmolen (he-le-maal) richting rekje en (he-le...Precies!) terug. Er zitten drie sloten op die deur want je kan wel op een dorp wonen, ook dan spelen kwesties van inbraakpreventie. Inmiddels zijn we vijf minuten verder en heb ik nog steeds geen koffie. Ik dwing mezelf heel kalm alle stappen te doorlopen om dat doel uiteindelijk te bereiken. Met beheersing tot in mijn haarpunten stel ik het koffieprogramma nogmaals in. Slechts één druk op de knop verwijderd van .... Had je gedroomd. Het waterreservoir is leeg. Nu rest mij na het stampvoeten alleen nog maar het lopen naar de kraan, afwas opzij duwen, ding vullen, op het apparaat zetten, wachten tot...  Allemaal zorgen die je in de trein niet tegenkomt. Vind u de dingen soms ook zo onuitsprekelijk vermoeiend?

Donderdag:
En dan is er zomaar weer een jonge dochter jarig. Zeventien jaar geleden sloten we haar in de armen en in ons hart. Er waren voortekenen van dwarsliggerij maar daar was ze na het sectiotraject veel te vertederend voor. "Kom maar op!" zeiden we gekscherend en net als alle ouders vonden we alles aan ons kind lief en schattig. En nu denk je zeker dat we daarna wakker werden en dat er een ander boekje open ging? Denk maar wat je wil! Hoe ze ook uitgroeien, ze kunnen niet gemist worden. Van de week vertelden de nieuwskanalen weer eens dat er een dochter van iemand kwijt was. Op zo'n moment voelen alle liefhebbende ouders in het land zich op het minst een beetje misselijk, wat plaats maakt voor grote opluchting als het goed(?) is afgelopen...
Proost lieve dochter.

Ps: Je hoeft (vandaag) niet eens zelf je slingers op te hangen voor het feest van je leven. Mazzel!

Vrijdag:
The day after is altijd een beetje lastig. Gelukkig kan je een verjaardag opdelen in een familiestuk en dat waar je familie beter het veld voor kan ruimen. Het is nog maar de vraag wie er dan beter het dak op kan. Nee, dan de kinderfeestjes van vroeger. Die hadden een duidelijk begin en een onherroepelijk einde. Geen invloed meer op. En inmiddels met een rottempo richting onafhankelijkheidsdag. Net als Engeland zitten we middenin dat issue. De toekomst vouwt zich steeds verder open. Geen betutteling meer, geen "Zou je niet dit of dat?" Heerlijk je eigen gang gaan. Je verdere ontwikkeling in eigen hand nemen. Reizen, misschien wel naar dat Brexit-land. Wat een heerlijk idee en wat vervelend dat school er nog een poosje tussen zit. Het chronisch gebrek aan financiële middelen is misschien nog een dingetje en af en toe kan je nog veilig op je bek gaan met een gezicht alsof dat niet zeer deed. Daar is een (familie)vangnet voor. Het is maar net in wat voor trein je bent gaan zitten. Zie je wel... Railtale!

vrijdag 17 juni 2016

Weeksels 13 t/m 17 Juni

Maandag:
Het kerstboom-waterhoen-nest waar ik twee maanden terug verslag van deed, is inmiddels volledig uitgewoond. "Schat, kunnen we nog aardbevingsschade opgeven?" De jongen, nog wat pluizig maar al bijna net zo groot als pa en ma zijn echte pubers. Luisteren is er niet bij. Het hele koor zwemt iedere keer alle kanten op als er een gezinsuitje gepland is en fourageren (daar leren ze van!)  loopt vooral uit op een martelgang voor het ouderpaar. Waterhoentjes stoten een kort minimisthoorngeluid uit om iets duidelijk te maken. "Piep!" klinkt het antwoord met de baard en een grote dosis rebellie in de snavel. Regelmatig blijf ik even staan om de soap te volgen onder dat ene bruggetje.  Hoe meer ik aanschouw hoe meer de (onwekome) overeenkomsten zich aan me opdringen. Zonet kwamen we hier in huis tot de ontdekking dat de proviandkast weer gevuld moest worden. Hoera, tijd voor ons wekelijkse uitje. We brullen als een misthoorn: "We gaan even naar de super. Wil er nog iemand mee?" De antwoorden zijn zonder uitzondering kort en duidelijk. "Doei! Nee! Bekijk het! Koekjes! Chips!"

Dinsdag:
Zelf waren we niet zo dom om naar voetbal te kijken. Echt niet. Er was een tijd dat we er niet omheen konden omdat ons oudste uilskuiken alles bij wilde houden maar na zijn vertrek was het voor ons een uitgemaakte zaak: Geen voetbaldominees meer op ons scherm. Dat beviel goed. Eigenlijk zelfs uitstekend! Nog beter nieuws was het ontbreken van overdadig oranje in de straten omdat het EK dit jaar aan Nederlands voetbalschoenneus voorbij gaat. Gisteravond hadden we bezoek van onze oudste nestvlieder en oude tijden herleefden. De zoetgevooisde stem van die ene met de bril relativeerde nog steeds het monotone gezever van de oudvoetballer met veto's over alles. Zo leuk als het spul het ouderlijk huis nog weet te vinden. Hoe zou dat in zo'n kerstboomnest gaan? "Hee jongen, wat gezellig dat je er bent. Wil je een extra blaadje kroos? Ja, we hebben die ene tak er maar afgeknauwd, kunnen we wat sneller boven komen. Maak het je gemakk....Oh, je zit al!"

Woensdag:
Zowel de eerste als de tweede man (zie, ik verval vanzelf in voetbaltermen) hier in huis, hebben iets met het rechtssysteem in ons georganiseerde land. De één heeft veel werkervaring en de ander bestudeert casussen en gaat daar later veel geld in verdienen. Dat zegt hij tenminste al vanaf jonge leeftijd. Oudste kuikens met toekomstperspectieven zijn een zegen. En daarna komt de rest. Er is hier immers eentje met uitvliegplannen en zo meteen een eigen nest met vooral (!) eigen moestuin. Nummer drie zou wel willen maar zit te wachten op extra vleugelkracht en de jongste heeft maar één zorg: Zijn er in het volgende nestleven ook games. Vader en moeder vogel zien het aan, stoten hun aansporende geluiden uit en worstelen zich door het kroos een weg naar een steeds leger nest.

Donderdag:
Op weg naar het soapbruggetje vielen mij allerlei gedachten in over lege nesten. Het syndroom dat erbij hoort, ontbreekt alleen. Schande! Dacht je dat die zomaar te skippen was? Vertel gerust heel opgetogen dat de kinderen het zo goed doen en hun eigen wegen gaan maar gooi daar altijd een snufje weemoed door want dat maakt het allemaal net iets aannemelijker. En speel het dan zo, dat een ander een beetje superieur kan gaan troosten, dat het nou eenmaal zo gaat en zo. Echt nieuwe gezichtspunten waar je mee verder komt.
Flauwekul! Wees eerlijk. Het grootbrengen van je kuikens heeft misschien meer gekost dat je vroeger dacht en omdat je er grijzer van bent geworden dan de bedoeling was...

¨Oh, dus je bent zat van ze? En daarom jaag je ze eruit?"
....
(Hele. Diepe. Zucht)
"Ik jaag niks. Eén plus één is heus niet altijd twee, maar als dat het enige is, dat je ervan begrepen hebt..."

Mijn onderzoek naar waterhoengedrag is nog niet helemaal afgerond. Andere faunaleden werken het grut zelfs op den duur op de rand van het nest (hysterie). "Mooi uitzicht hè. Hup kuikens, vlieg (zwem, zo je wil)! Daar word je groot van."  En daarna gaan pa en moe het hele nest opschudden, Oude matjes eruit, eindelijk dat eeuwig aangetaste meubilair vervangen, stickers van de wanden schrobben, vrijwilligerswerk doen en er op uit of zo. Er zijn nog zoveel sloten die ze nog niet hebben gezien...

Vrijdag:
Of ligt het anders? Gisteren was er ineens nieuw bladergroen in het nest. Het werd een beetje aangestampt en als je het mij vraagt komt er gewoon een tweede leg."Meid, waar begin je aan?" Is het om de miskleunen van de eerste opvoedpogingen achter zich te laten? Zijn er teveel kleintjes opgevreten door reigers en ratten? Andere partner en hevige noodzaak om nieuwe liefdesbaby's te krijgen?" Had ik vroeger nou maar opgelet met Biologie. Sinds een paar uur weet ik dat waterhoentjes niet snel uitgenest zijn. Als moeder kan je zo enorm te doen hebben met alles wat kleintjes groot moet brengen onder barre omstandigheden. Elke keer maar achterom kijken of het spul wel volgen wil, of er geen roofdier op de loer staat. Of er een tentamen gehaald werd. Of de game van dit leven nog voor alle leeftijden is. Of.... Het door mij geadopteerde waterhoenpaar ziet geen belemmeringen om alle registers nog eens open te gooien dus moet ik niet zeuren. Ik heb er ook helemaal niks mee te maken. Proost! Op het, eh..Jonge paar. Of klinkt dat nou weer heel superieur?




vrijdag 10 juni 2016

Weeksels 6 t/m 10 Juni

Maandag:
Twee enorme donderslagen gaven vanmiddag te kennen dat er een straaljager door de geluidsbarrière heen kwam. Eindelijk eens wat concurrentie qua decibeloverschrijding maar daar kunnen de meningen over verschiillen. Een paar seconde knalde social-media los. Maar nee, het was geen spionagevlucht van de Russen en geen vliegtuig dat onderschept moest worden, zelfs geen bombardement of aardbeving. Er werd alleen maar geoefend. Kunnen we dan helemaal nergens meer tegen in Nederland? Terwijl ik de herrie vandaag waarnam, was ik flashbacksgewijs terug in de derde klas lagere school waar het laatste kwartier werd voorgelezen uit een enorm spannend verhaal over een opsluiting. Over het wegstervend geluid van voetstappen en daarna doodse stilte.

Dinsdag;
Beng!!!!

Ook toen was het een straaljager die de ambiance verstoorde. Ik herinner mij bekertjes water voor huilende kinderen vanwege de schrik en bibberende lachjes bij stoere kerels. Een paar maanden later wilde ik eindelijk wel eens weten of het verhaal goed afgelopen was want dat boek was in de hele klas niet meer te vinden. Had de leerkracht misschien klachten van ouders gehad? Maar hij had dat vliegtuig toch niet door het luchtruim gejaagd?  In de bibliotheek heb ik mijn honger gestild. Die gewoonte heb ik voor het gemak gecultiveerd maar krijg al jaren niemand van ons gezin meer mee. "De bieb is uit, mam!" Mooi niet. Mocht je willen. Daar ontmoette ik laatst immers nog een soort van waarzegster met zwarte ogen en kort geleden las ik in een heerlijk koele leeshoek een tijdschrift van voor naar achter en weer terug. Nou is er een heel klein beetje hoop voor onze nakomelingen. Er ging laatst eentje van hen met me mee om een stukje tijd in de stad te bekorten. Onder vage beloften van koffie en thee en gratis wc troonde ik ons kind mijn particulier heiligdom binnen.
"Hoe vind je dit?"
"Best te doen."

Ok, het is een klein begin.

Woensdag:
Vroeger was je lid van de leeszaal in het dorp en haalde je uit de beperkte collectie het meest aanvaardbaare maar het kaartje in mijn portemonnee geeft me inmiddels al jaren ruimte om elke vestiging leeg te halen. Het wordt hoog tijd voor een tournee langs de grote steden. Wat zeg ik? Het wordt tijd voor een gat in de markt; een leesbieb(hos)tel of zo. Hoeft helemaal niet duur te zijn Ik wil heus wel, bij voorkeur als enige gast, ergens op een luchtbed tussen de romans en de detectives en gewoon voor een weekje of zo. Heel veeleisend kan je dat  toch niet noemen? Waarom is dat nog niet bedacht eigenlijk. Oh ja, ik weet wel dat sommige hotels ook leesarrangementen hebben maar de kleine lettertjes onderaan in de voorwaarden verpesten het weer. Dat kost een slordige duit. Die had ik wel verdiend willen hebben met het rondstrooien van mijn eigen letters maar daar moet je eerst een mate van bekendheid voor hebben opgebouwd. En met het gooien van post gaat het ook al niet lukken. Of zijn ze bang dat ik de was ga missen? Sneu leven heb ik hoor.

Donderdag:
Het zal je niet verbazen. Ik moest nog even langs de grote bieb in Groningen, vandaag. Daar zitten elke dag enorm veel studenten, die heel snel schrijven of hun toetsenbord mishandelen met een schuin oog naar de klok. Met een steekje jaloezie sla ik hun bezigheden gade. Ze bezitten voor elke eerste levensbehoefte een gadget en bekommeren zich niet om de afwas die nog moet. Laat ik alsjeblieft niet vergeten dat zij aan hun toekomst moeten werken en ook stukken tekst verorberen die ze niet zelf hebben uitgekozen. Dat hoef ik allemaal niet. Mijn enige deadline is de door mezelf opgelegde vrijdagpost op dit blogwerk.

Vrijdag:
Dan moet het nu ook wezen! Maar omdat het nooit goed is, ben ik niet tevreden. Er verscheen net een waarschuwingsbalkje op het beeldscherm. Geen wifi. En ik wilde alleen maar een interview uitwerken en krijg daar niet eens een cijfer voor. De huisvrouw in mij zegt dat er nog genoeg andere dingen te doen zijn maar de - would be - auteur die ook deel van mij is, raakt daardoor in gewetensconflict. Wat een dilemma's! Het kan trouwens altijd erger. Ik ben geen straaljagerpiloot. Daar ben ik oprecht blij om. Geen extra herrie en geen geflopte vliegstunts. Beter een bureaustoel dan een schietstoel. Hoera, wifi is mij weer welgezind. Druk op de knop en weg is ie. Tot maandag.

vrijdag 3 juni 2016

Weeksels 30 Mei t/m 3 Juni

Maandag:
De mevrouw met de zwarte ogen die me vorige week overspoelde met een tirade, bezocht me ook nog even tijdens één van mijn nachtmerries in het afgelopen weekend. Wat als ik nou wel stiekem wenste iemand te onderdrukken? Hier in de kast staan een aantal wetboeken die maar een beetje stof staan te vangen. Daar staat in dat ik niemand onder druk mag zetten of op andere wijze pijnigen. Ik doe er beter aan om die boeken eens door te worstelen. Hebben ze hier in huis eigenlijk ook zo veel last van mijn bedwongen bedilzucht? En wat denk je, zal ik het ze gaan vragen of ruk ik dan een ander kwalijk riekend vat open?

Dinsdag:
Laf als ik ben, heb ik dat diepte-interview maar niet gehouden. En ook die wetboeken niet geopend want de tien geboden - waar overigens de hele Nederlandse wetgeving oorspronkelijk op gebaseerd was - zijn veel makkelijker te onthouden... Ja, lach maar! Zal ik eens om me heen gaan wijzen? Wie meent te staan... Je weet wel. Al die gedachten hebben bij mij vooral geleid tot ongewenste oprispingen van jeugdherinneringen die me alsnog het schaamrood op de kaken joegen. Wie heeft die niet? Het is natuurlijk fijn dat elke dag genoeg aan zijn eigen kwaad heeft en dat er veel kansen zijn om je fouten te verbeteren. En oh wat dom dat ik het deksel van de beerput los liet liggen. Is dat soms een vorm van zelfkastijding? Beerputten, daar moet je nooit in willen vissen!
Te laat...

Woensdag:
Degenen die nou een hele lijst met jeugdzonden verwachten, moet ik teleurstellen. Kijk maar of je er zelf genoeg hebt om nog eens van na te genieten. Je mag ze ook in een pb zetten want misschien kunnen we nog wat ruilen of zo. Of hebben we in commissie nog eens wat uitgevreten en weet ik dat niet meer? Het is wel hardnekkig hoor, dat gevoel van herbeleving en schaamte op herhaling. Maar hé, ze hebben nog steeds geen van allen te maken met onderdrukking van wie of wat dan ook. Lezen mijn klasgenoten van vroeger dit ook? Dan doe ik alvast bij voorbaat beroep op verjaring van strafbare feiten. De dingen die vroeger gebeurden, kan je rubriceren. Dan ontstaat er een gedeelte waar schade door ontstond en een stuk om alleen maar over te lachen. Achteraf lukt me dat wel. Vroeger was het een hard gelag. Zonder cee haa!

Donderdag:
Als je je hele leven al naar de kerk gaat heb je hopelijk ook geleerd dat je niet zo moet blijven hangen in vroeger want er is van alles uitgegumd en dat geeft een hele hoop troost  Nou zat ik vanavond met een aantal geloofsgenoten aan een tafeltje te brainstormen over beleving van kerkdiensten, zo'n veertig jaar terug. Dat is natuurlijk vragen om problemen! Want je moest van je pa en je ma. Dát was pas onderdrukking! Wou je het er nog over hebben? Inmiddels ga ik met plezier naar de kerk. En dat zegt een kind dat vroeger alleen maar orgelpijpen telde, ingeklemd tussen paps en een oude meneer, beide in driedelig donkergrijs of bruin, De gemeente zag eens mijn knikkerwinst van een week aan zich voorbij rollen omdat ik vergeten was mijn knikkerzak thuis te laten... Ach, gaf ik me daar nou toch een anekdote prijs? Geliefde gemeente, paps, mams, het was écht een ongeluk! Maar dat zei ik altijd na een bijzondere verrichting.

Vrijdag:
Ontboezemingen hebben iets bevrijdends, vind ik. Je snapt niet dat je ergens mee rond gelopen hebt, zo verlicht kan je je voelen na een biechtsessie. Daarna komt de gewenning en dan vergeet je zowel de aanleiding als het gevolg. Tijd voor een nieuwe flater, ontboezeming enzovoort. Tot en met de pijnstiller die net als bij kiespijn zo'n rust geeft. De cadans van dit gebeuren bewijst dat je een mens bent. Vervolgens kan je daar vijf dagen lang zwart op wit over doorzwetsen. Over dingen die gebeuren, die je voelt en ook dingen die over je heen spoelen. Soms krijg je een hele preek terwijl je je van geen kwaad bewust bent en op andere keren verdien je een schrobbering die uitblijft. Zo gaat dat. Als je maar niet vergeet af en toe naar binnen te kijken en toe te geven wat daar allemaal voor bende verborgen was. Donder dat in die beerput van je en schroef nou eindelijk dat deksel eens beter dicht. Niet meer in roeren en zeker niks uit opdiepen. Scheelt je een lading paracetamol.

vrijdag 27 mei 2016

Weeksels 23 t/m 27 Mei

Maandag:
Iedereen is naar werk, school en op excursie. Zo hoort dat en zeker op maandag, zij het dat zo'n schoolgebeuren kwestie is van maar één weekje. De stilte in ons lege huis voelt in ieder geval aan als weldadig en guess what? Wat ik veeg, poets of wrijf blijft zomaar langer dan een kwartier schoon. Dat komt hier maar heel zelden voor dus wordt het tijd voor megaprojecten. Kijk, hier is die jas waarmee ik in september begonnen was. De kreukels verraden een narrige bui ("In de kast, jij misbaksel, en er voorlopig niet meer uit") En wat hebben we hier?  Nog iets dat ook al bijna af was maar in diezelfde wolk van chagrijn achter die jas aan gemikt werd. Alles zucht van verlichting om die tweede kans. Mocht het me lukken die kast leeg te krijgen (allemaal afgemaakte dingetjes) deze week, doe ik mee. Pfffff...

Dinsdag:
De week van de tweede kansen wordt dit blijkbaar. Of van de derde en de vierde. Je kunt het zo gek niet bedenken waar dat allemaal mee kan. Zo vind ik bij de immense stapel post tijdens mijn werk een envelop die ik al drie keer eerder in de afgelopen week  in handen heb gehad. Iedere keer moet er weer wat mee gebeuren, wat niet lang meer goed kan gaan want de envelop is zeer onderhevig aan slijtage, zo te zien.  Dat gaat met ons mensen ook zo, al denken sommigen onder ons dat de mogelijkheden van de botoxkliniek onbegrensd zijn. De envelop moet gewoon richting een instantie omdat hij door de bewoners van het afleveradres geweigerd is. Tenminste, dat staat op de sticker die over het naamvenstertje geplakt was. Terwijl ik het ongelukkige poststuk voorzie van een nieuw etiket, krijg ik ineens de gedachte dat het zo ook gaat met vluchtelingen. Hierheen, daarheen, nee verder! Kom terug! Loop door! Rot op...!
Op een stapeltje komt ie te liggen, de twijfelpost. "Dag envelop! Er komt een dag dat je echt op de plek van bestemming komt want het postwezen in ons land is bijna onfeilbaar." Je kunt misschien op deze wereld maar beter een envelop zijn dan een geweigerd mens.

Woensdag:
Onze tuinmeubelkussens zijn, behoudens een gesprongen naadje hier of daar, nog prima. Daar leg ik een nieuw stofje overheen en dien daar twee doelen mee. Een legere kast en een zeer tevreden gemoed omdat ik van oud weer nieuw gemaakt heb. Wat nog aan mijn geluk ontbreekt, is een goede plek voor al die in het nieuw gestoken kussens. Na de zomer zal echter één van onze oudste kuikens een eigen nest betrekken, dus  is er hoop op nieuwe bergplaatsen. Waarom worden er geen huizen gebouwd met een standaardkamer voor de dingen - ja, ik weet het, af en toe zijn het véél dingen - die vrouwen kwijt willen maar niet buiten bereik. Hoe moeilijk kan het zijn? We willen gewoon een ruimte met een aantal planken aan de muur voor dat extra beetje overzicht. Een aantal jaren geleden sprak één van onze meiden die behoefte al uit terwijl ze toen nog maar een heel klein vrouwtje was maar met de genen blijkbaar op de juiste plek. "Papa, kun je ook een inloopkast voor mij maken?"  Een frons was het antwoord. Met de klerenzooi die zij er altijd van maakte kon er maar één antwoord zijn: "Maar lieve kind, je hele kamer is er eentje!"

Donderdag:
Er zat een mevrouw van Oosterse afkomst met koolzwarte ogen tegenover mij in de pc-ruimte van de bibliotheek. Ze vroeg op een dwingende manier hulp aan een jongeman die haar dat niet weigeren kon maar hij wilde eigenlijk vluchten. Dat stond op zijn gezicht te lezen. Terwijl enkele muisklikken van mevrouw nog naklonken, maakte hij zich duidelijk geagiteerd uit de voeten en daarna was ik de klos. Zo klein als zijzelf was, zo groot haar mondwerk. Dat was helemaal in orde. De woordenvloed die ze over mij uitstortte, veegde mij, zonder komma's op één hoop met al het gajes van de wereld in het algemeen en de wereldleiders in het bijzonder. En het verband tussen de dingen ontging me een beetje dus ik schrijf het allemaal even op voor de betere verstaander. Zet je schrap:

"Niemand is nog echt bereid om te helpen in deze wereld. De blanken onderdrukken donkere volken nog steeds want dan zijn ze superieur en Syrië kan ze ook niets schelen. Ja, ze doen alsof maar het gaat alleen maar om de olie en weet u wat er ook aan de hand is? De mensen kennen geen grenzen meer en ze zijn ontrouw. En dat zuipt en naait iedereen maar. Dat moet een voorbeeld voor de volgende generatie zijn. Dat verklaart de hoeveelheid zelfmoordpogingen. Ga maar eens naar India. Daar zijn ze zo lief! Ze lopen dan wel op blote voeten maar dat is voor u geen reden om ons te onderdrukken (was ik niet eens van plan, ik wilde alleen maar weg)  Ach wat kan u het ook schelen... Daarom ga ik Rutte met zijn nepgrijns een brief sturen en trouwens ook één aan de koning. U hebt óók al zo'n artificiële (ander woord voor: kunstmatige) glimlach. Weet u hoe dat komt? Omdat de wereld en de mensen verrot zijn."
...
(wordt vervolgd)

Vrijdag:
Nou moe, hoe incasseer je zo'n stroom royale en vooral gratis beledigingen? Dat van die wereld voelde ik wel met haar mee, want we maken er met elkaar een potje van. Mevrouw ook, volgens mij, al zou ze in een nieuwe spraakwaterval het tegendeel willen bewijzen. No thanks! Intussen waren er andere mensen die verontwaardigd en verbijsterd onze kant op keken. Iemand vroeg of het ook wat rustiger kon. Om door de grond te zakken van schaamte, vond ik. Maar het werkte als olie op de golven. Met een minzame blik joeg mevrouw de criticasters weer op hun plek.  "Oh... ja sorry, maar ik bedoel het niet persoonlijk hoor...."  (Huh?) En toen was ik het helemaal zat. Mijn eigen mondwerk leek na wat armzalige pogingen ("Nou, nou...Tja...Och...U klinkt wel een beetje bitter") gesnoerd. Dat krijg je als je netjes bent opgegroeid en hebt geleerd dat je oudere mensen laat uitpraten. Maar er zijn grenzen want ik voorzag nog een lange zitting en ik had geen brood mee. Met één keer diep ademhalen, direct opstaan en: "Mevrouw, ik moet weer verder" rukte ik me los uit de situatie en stond een minuut later met een hoofd vol verhaalstof op straat. Dat dan weer wel! Ik benut mijn kansen. Je weet nooit of het de laatste zijn...

vrijdag 20 mei 2016

Weeksels 16 t/m 20 Mei

(Pinkster)Maandag:

Hoe we zo diep gezonken zijn, is niet meer na te gaan maar het Pinksterdagliedje van Annie M.G. Schmidt moest vandaag beslist ten gehore worden gebracht. Tot en met: 'Vader is een hypocriet' en wat dan verder volgt. En daarna begon het grote vergelijken waar de vader hier in huis nog redelijk mee wegkwam. Wel herkenden we in hem degene die het liefst tegen elke knul 'handen thuis en lazer op' zou willen zeggen. Dat is alleen maar ontroerend. Van het eerste dochterkraambed herinner ik me nog goed dat ons vader-exemplaar ineens vreselijk krampachtig zijn handen knelde om dat kleine bundeltje dochter op zijn schoot.
...
Die liet horen dat zoiets haar niet beviel
...
Waarop ik verontrust vroeg wat er was
(wordt vervolgd) 

Dinsdag
'Je zal het zien. De tijd gaat snel, dan krijg je van die rótjongens met bromfietsen.'  bromde de ander. Want zo herinnerde hij het zich van zijn eigen tijdperk, toen het grote (donder)jagen moest beginnen. Het kleine meisje begon te blèren van al dat geknijp en ongezellig gemopper boven haar hoofd, sloeg jaren later de brommers over (zó twintigste eeuw) en heeft de wielen van haar vriend niet eens nodig. Annie had gelijk. Haar versje ademt een geest van onherroepelijk ouderleed. Op een mooie dag - misschien wel een Pinksterdag, wie zal het zeggen? - zullen vaders en dochters elkaars taal ook weer kunnen verstaan. De rest van de familie blijft dan vast niet achter. 'Nee-hee! Het hondje bijt niet! Papa zegt dat tie nie bijt! (Nooit meer zelfs)'.

Woensdag:
Een vader zingt. Hij zou zijn kleine meisje het liefst in een doosje willen doen en er een muurtje omheen bouwen. En hij hoopt een heleboel...Dat ze niet al te veel domme dingen gaat doen. Dat ze een beetje rekening houdt met zijn gevoelens. Dat ze een knul kiest waar hij ook mee door één deur kan. Hoe bedenkt hij het? Daar gaat ze helemaal geen boodschap aan hebben. Er komt een dag, waarop hij niet meer haar sterkste held is. Gisteren zag ik vlak voor mijn ogen iets wat de aanleiding vormde tot die eerste grote scheur in vaders hart. Ik zag hoe de man en zijn dochter in de Mac liepen. Zij voorop, een paar hitsige pubers van de andere sekse straal voorbij, de ogen gericht op dat ene plekje dichtbij de uitgang. Zij schoof charmant achter het tafeltje om op haar voordeligst uit te komen en hij liet zich gewoon maar zakken ('páp, niet daar! Dan heb ik geen uitzicht!')
Hij keek eens om zich heen om dat uitzicht te checken, zag een paar lawaaierige knulletjes en langzaam groeide het besef, waarom hij een meter naar rechts moest schuiven. 'Maar kom, ze was toch zeker met hém weg...'

"Hee, waarom eet je niet."
"Duh! Dan denken ze dat ik een vet varken ben. Neem jij maar."
"Maar je had er net zo'n zin in?"
"Pahaap, niet zo hárd"
De man zuchtte en zijn kind rolde met haar ogen. De middag was bedorven. Hij begon maar aan die dubbele lading patat. Het was een (z)waar galgenmaal.

Donderdag:
Toen ik zelf puber was, zong Madonna: 'Papa don't preach'. Ze had helemaal gelijk vond ik, terwijl mijn leven niet half zo woest verliep als het hare. Alle woorden het ene oor in en het andere weer uit. Het moet wel een natuurwet zijn;
'Ga je op tijd naar bed?
Je hebt teveel make-up op.
Met dat meisje moet je maar niet zoveel omgaan.
Om elf uur ben je thuis.
Geen geflikflooi met dat jong van hierachter hè
Heb je je huiswerk gemaakt?
...
Elke generatie gaat voor de bijl. Hier woont er eentje die zelf nog bepreekt moet worden maar intussen al aankondigt dat ze haar kroost later zal nalopen en controleren. Behalve als ze koorts hebben en zich binnenstebuiten kotsen worden ze niet ziek gemeld. en naveltruitjes komen er niet in. Als je dát maar weet.
Waarvan akte
Oh ja...
En succes alvast!

Vrijdag;
Er zijn veel meer liedjes van verlangen over dochters. Volgens mij bijna zonder uitzondering door vaders gecomponeerd. Herman van Veen vloog met een rotgang door de baby, kleuter en de rest van de kindertijd van zijn dochter Anne en Marco Borsato (dochters) deed niet voor hem onder. Dat zette me deze week aan het denken en nu is deze blog zomaar een monument geworden voor de vader-dochter-band. En dan is het nog maar een klein uitstapje naar al die mannen en meiden bij wie het anders gaat waar de bevestiging (wat ben je nóu mooi, net als mama) geen logisch verhaal is. Waar gemis is of ander verdriet. "Niemand laat zijn eigen kind alleen." Was dat maar waar! Mijn gedachten gaan ineens uit naar een moment van vroeger.  Bij alles wat blafte trok ik vroeger bij voorbaat een fikse sprint, tot op gegeven moment een blessure me daarvan weerhield. Er kwam een mevrouw met een kuitenbijtertje voorbij en gehoorzaam aan mijn impulsen wilde ik er vandoor. "Ach kind, dat is geen hond, dat is een rat aan een touwtje" zei mijn sterke held van het eerste uur.
En het was niet eens Pinksteren.
Of zelfs maar vaderdag, of zo.
Maar dat valt later met al die andere feesten op één dag. Iets in die geest...