donderdag 9 december 2021

In Holland staat een huis (deel 3)

Bent u er nog? Stel, je schrijft een verhaal en deelt dat van tevoren al op in drie of meer hapklare brokken. Vervolgens maak je het publiek lekker met hier en dan een vervolg op termijn. Dan moet je wel zeker weten dat je stof tot schrijven hebt. Linke soep! Maar ik geloof dat ik al wat heb... Zo terug.

We waren gebleven bij de kijkersdagen! Zoiets lijkt een beetje op het verlaten van een vakantiehuisje (voor 10:00 uur!!) op een laatste vakantiedag. Die begint al met een onheilspellend gevoel bij het ontwaken. 'Er wás iets... Oh ja'  Je zet al je bende buiten, dweilt iedereen de deur uit en doet in anderhalf uur alles waar je thuis niet eens aan durft te denken. Het vakantiepark wrijft vergenoegd de handen want zo schoon is het in huisje nummer zoveel nog nooit geweest. Oh, je kan zulks ook makkelijk láten doen maar dan ben je geen echte Nederlandse vakantieganger. Dat is dat soort dat geen enkele beproeving zonder blik op onnodige kosten aan zich voorbij laat gaan. En, absolute zekerheid, je weet zeker dat je vakantie dan voorbij is! De vergelijking met vakantie neemt de volledige controle op die portemonnee maar gaat verder volledig mank. Kijkersdagen voor echte woningen zijn anders. Die zijn zo vreselijk bloedserieus, daar kan je geen fout bij maken, geen stofje laten liggen en nooit genoeg hebben geveegd. En mocht je denken dat je klaar bent, dan nóg maar eens. Mensen die een georganiseerd bestaan leiden zijn daar vermoedelijk zeer wel toe in staat maar er bestaan ook andere mensen...

Die...Nou ja....

Die hebben dat dus niet...

Die wekken hun jonge volk  op een tijdstip dat het grut  in de blokkadestand jaagt  ('Wat is er, la me slapuh. ík hoef toch niks te doen! Júllie wouen je huis verkopen. Het is nog veel te vroeg' ).  Intussen loop jij al met een vergrootglas rond want eerlijk gezegd waren er na de fotosessie hier en daar, nou eigenlijk overal, weer wat spullen zomaar gaan zwerven. Je interieur voelt alweer bijna als vanouds aan met welk gevolg je dus andermaal gaat slepen met alle contrabande die niet in huis gezien mag worden. De auto wordt volgestouwd met jassen, tassen, badhanddoeken en de was. Je haakt een zwaar beladen aanhangwagen erachter en laat de hele combinatie verdwijnen richting een ander adres.  Mag overal zijn, als het maar niet in jouw straat is. Inspectie van de slaapkamers levert bijzondere informatie op. Ergens is daags voor het kijkerscircus een kledingroede  met een misplaatst gevoel voor timing ter aarde gevallen. Gek, je kan er niet eens meer over de rooie van raken want provisorisch herstel is in al onze dik dertig woonjaren tot kunst verheven. Het ding buigt maar een heel klein beetje door maar is verborgen achter een deur. Dichtlaten dus. En laat ons devoot hopen dat er voorlopig in Groningen geen aardbeving komt.  Alles wat op kastjes staat moet verwijderd worden dus stopt één van je gezinsleden een dure fles after-shave  - of wat is het ? - áchter het kastdeurtje. Prima! Een hele vooruitgang! Je hebt het nog maar koud uitgesproken of  het flesje komt je weer tegemoet. Pats! Het ruikt voor de rest van de dag wel prima.  Qua geurverzorging ben je op deze etage in één keer klaar. Spaart aromastokjes!

In de keuken is het al bijna netjes! Het verdient aanbeveling om op zo'n ochtend niets meer te eten, geen koffie meer te zetten en ook geen lunch voor te bereiden. En al helemaal geen appeltaart te bakken ter verleiding van het kijkerspubliek want de keuken is net schoon, dank u. Kom, ga de toiletten nog even weer  rossen,, koelkast uitnemen, kussens opschudden, vegen, dweilen en een ledkaars aanzetten! Het aanrecht is weer leeg, het gras nog kort. De verwarming tik je naar gewenste temperatuur. Check! En daarna moet je eigenlijk nodig naar het toilet. 

Wat niet kan...!

Dat is nog erger dan de rest van de dag in het park op een bankje zitten...  (alhoewel, je kan ook vriendinnen lastig gaan vallen. 'Zo lang niet gezien, ja graag, doe nog maar een bakkie'.)

En morgen mag je nóg een keer voor de tweede kijkersdag. Hoera! 

In Holland staat een huis (2x) In Holland staat een huis, ja ja. Van je singela, singela hopsasa (...) enz.En dat huis dat moet verkocht (2x) En dat huis dat moet verkocht ja ja, dat wordt n hopsa HEISA sa, enz...'


woensdag 8 december 2021

In Holland staat een huis (deel 2)

Onze pogingen om ons bestaan een aantal kilometers te verplaatsen naar een bestaande woning,  liepen vorig jaar op niets uit. Er ontstond een innige relatie tussen funda en ons, waardoor geen enkele woning aan de aandacht kon ontsnappen. Een plek op de lijst voor bezichtiging zegt echter nog helemaal niks. Durf maar eens een prijs te noemen waarover het makelaarskoor niet in schaterlachen uitbarst! Dat schiet niet op en alle lust om verder te kijken vergaat je inmiddels.  Bij elk huis, elke kijkronde en bij iedere gefluisterde bieding kropen we een beetje meer in onze schulp. Waar we ongetwijfeld in waren gebleven als er niet nog één plan voor nieuwbouw werd gepresenteerd! 

We schreven ons derhalve in voor die nieuwe bouwput. Die ene middag trok de notaris onze naam, waarna wij naar de huizenboer trokken, een stulp aanwezen in de folder, onze woonwenschen inbliezen en een nieuw lied leerden: In Holland komt een huis! Hoera, wat hebben we gedaan!?

En een ander huis, dat van ons, kwam dus te koop te staan. Dat klinkt wat zuinig voor het megaproces dat daaraan vooraf gaat want voordat het zover is, ben je samen met je huis onderhevig geraakt aan een  afbraakproces, een slopershamer vanuit je eigen gelederen. Het zal allemaal wel weer te maken hebben met je voorbeeldfunctie want alles waar over geklaagd wordt, heeft in de regel vooral te maken met keuzes. Wat is het probleem? Waar je al die jaren van gezinsleven op hebt gehoopt, is bijvoorbeeld, zichtbare en daadkrachtige betrokkenheid van je geliefde medebewoners om het huis bewoonbaar te houden. Je hebt de moed al opgegeven als het kroost ineens precies kan benoemen wat er al die tijd al heeft gemankeerd aan huis en haard en beheer.  'Die stoelen zijn lelijk, koop eens een nieuwe bank, boeken lees je maar in de bieb en tijd voor knutselen heb je niet meer dus weg met die troep. Alles is lelijk en oud!' 

Maar dan ben je er nog niet. Het wordt  tijd voor een professionele blik. Daar komt de makelaar op bezoek. Hij is in tegenstelling tot vorig jaar ineens de partij aan onze kant van de tafel en orakelt over de gang van zaken in de pakweg komende maand. Het huis dient onderworpen te worden aan de psycho-analyse van een styliste die de ziel van ons huis openlegt, wat lijkt op boren in een open zenuw. Maar ze heeft het voor elkaar. We gaan ruimen, splitsen en opschudden. We knippen de graskantjes met een nagelschaartje, schaffen een set badtextiel voor de sier aan, strelen versleten plekjes met een verfkwastje, verwijderen alle schilderijen en foto's, zetten eindelijk eens hier en daar wat vast en hebben geen nagels meer aan onze vingers. Overdreven? Nee joh, hoort er allemaal bij. In opperste gehoorzaamheid volgen we de aanbevelingen die zijn samengevat in - dat valt dan weer mee - een lijstje dat slechts één a-4(tje) beslaat!

Op een dag verdwalen we in ons eigen huis. We hebben hard gewerkt! Zo mooi is het er nog nooit geweest. Je zou er bijna blijven. Het huis zelf zwijgt beledigd en voelt zich verraden door alle activiteit het aan wildvreemden te willen tonen. De cameraman van de huizensite komt langs, en ja, de gevoelige lens is nog strenger dan een vlotte babbelaar (eh... makelaar) of gezellige styliste! Zelfs het fruit op de schaal is gerangschikt, maar ho! Eén banaan moet er weer vanaf voor een student die er heilzame stoffen voor een tentamen in verwacht. Dat durven we niet te weigeren want stel dat die banaan het cijfer positief beïnvloedt. Dan maar een duizend of tien minder opbrengst!

En nóg is het niet klaar! In Holland staat een huis, ja ja! 

Op naar de kijkersdagen, hoera!

Van je singela, singela....(hop...sa..sa?)


zaterdag 4 december 2021

In Holland staat een huis (een meerluik)

In februari van dit jaar waren wij dertig jaar getrouwd. 'Of we er láter een feest van maakten' vroeg ons grut, doelend op de beperkingen die de coronapandemie ons oplegden. Onder vage voorwendselen en beloften van een ijsje in de zomer, kwamen we er zonder kleerscheuren vanaf. De herinneringen die opgebouwd zijn in al die jaren op een bijzondere plek zijn al een feest op zich...

Want inmiddels is het bijna één-en-dertig-jaar geleden dat wij ons gezinsleven begonnen, Het huis waarin dat zou gaan gebeuren stond spiksplinternieuw op ons te wachten. We waren de koning te rijk  met al die bakstenen bij elkaar. En dan die tuin!!!! Bijna onmetelijke  en nog schuttingloze vlakte die omgeploegd werd door een grote tractor, die op de akker van links naar rechts en weer terug bonkte. Groninger klei, daar valt niet mee te spotten! Maar als het afgegraven is, gebeurt er wat moois! Geld om er een siertuin van te kneden was niet meer voorradig. Dat zat allemaal in het huis. Nou ja, niet liegen,  een schutting lukte nog net. En een rijtje coniferen, twee witte tuinstoelen en een ruisende raffiaparasol waarmee we ons op Ibiza waanden, alleen een tikje Noordelijker (met het risico dat het ruisen vooral gepaard gaat met slagregens). Daarna zochten we in de huis-aan-huis-bladen naar advertenties waar gratis stoeptegels werden aangeboden. En gratis bielzen om de borders mee te begrenzen. Nu we ons in louter digitale verkoopkanalen begeven lijkt het een eeuw geleden dat we voor dit soort transacties een kránt open moesten slaan. Er ís iets gebeurd, in tussentijd, zegt u dat wel! Wat waren we toch snel tevreden ook. Een paar gratis berkenboomtwijgjes vervolmaakten ons idee van tuingeluk en zie het leven was zéér goed!

De twijgjes werden bomen en zijn boven ons uit gegroeid. Er zijn zelfs al weer een aantal gerooid, wat vastgelegd is als een hachelijke onderneming waarover wij verder zullen zwijgen (de beelden zijn, laten we dat bij deze maar afspreken, onder donatie van een lief bedrag bij ons te bevragen). Met huis en tuin sloten we in het begin een soort verbond. Wij van onze kant onderhielden het met steeds meer vaardigheid door te vegen, schilderen, snoeien, poetsen, of op te ruimen  - zij het niet elke dag. maar we hadden geen kleine lettertjes opgesteld - en het huis met erf zou onze veilige vesting vormen. Het geheel verdroeg onze bezigheden toen er nog een stuk extra huis toegevoegd werd omdat we dreigden uit het origineel te barsten. En nog verder in de tijd moest er weer wat veranderen. De muren trilden van ontzetting bij al dat geweld maar ze hadden het Groningse gasschandaal al getrotseerd, dus onze acties konden er nog wel bij. En voort ging het weer... Wat je van die projecten leert is, dat je huis op geheimzinnige wijze is dichtgeslibt met spullen, je tuin een eigen leven is gaan leiden waarbij je voor de borders diep moet buigen en je rug het slepen met en bewerken van bouwmateriaal niet kan waarderen. 'Iets met een andere wijze van leven en leeftijd'. Een andere manier om te zeggen dat je er niet jonger op wordt. Laat ik het zelf maar uitspreken, voordat het uit snavels komt die nog steeds op dat ijsje wachten!

Van onze kant gaan wij het contract in de nabije toekomst ontbinden. Andere herinneringen op een andere plek wachten ons. Nieuwe kansen ook om met behoud van rug en uithoudingsvermogen een stuk nieuw minder bewerkelijk woonplezier op te bouwen. Schokvrij, met vloerverwarming en wie weet een ruisend parasolletje als het zomer is! Wie zou daar niet voor zwichten.

In Holland staat een huis (2 x). In Holland staat een huis ja ja, en dat huis dat wordt verkocht, welja! enz...



woensdag 11 augustus 2021

Check in! Een reis met perspectief.

Groningen. Ergens in 2015 reis ik, terwijl de dag nog ontwaken moet om 06:45, met de trein naar het hoofdstation in Groningen. Ik loop gedurende een slordige tien minuten naar een lelijk gebouw dat een niet nader te noemen postbedrijf huisvest, waar ik mij over uw enveloppen en kaarten buig. Op dat uur van de dag is daar altijd die trein, klaar voor vertrek op spoor 7. Zeker als het nog een beetje donker is en de verlichting in de trein uitnodigt om in te stappen is de verleiding groot om door middel van een simpele beweging met mijn ov-pas langs een checkpoortje, de dag een andere invulling te geven... 

In die dagen schrijf ik over die frequente gedachte die steeds 'Kom, doe eens gek!' fluistert. Maar nee, zodra ik alle open deuren, elk exemplaar een potentiële bedreiging  van mijn salaris, getrotseerd heb en de stations-trappen bestijg, glijdt de trein naar mijn idee - voel mijn triomf! -  teleurgesteld  uit Groningen weg. Was ik voor de verleiding bezweken, had ik nog even moeten bellen met de baas: 'Tja, vandaag kom ik maar niet, want ik ben in de trein gestapt. Waarom? Ja, waarom niet. Ontslag? Ach kom, doe niet zo flauw...' 

Om diverse redenen ligt het geklier met brieven en kaarten al jaren achter mij. Het postbedrijf wilde elders gaan uitbreiden en stuurde de helft van zijn medewerkers en ondergetekende naar huis. Vervolgens werd het lelijke gebouw bij gebrek aan functionaliteit met de grond gelijk gemaakt, en dat was dan dat! Er staan op dat stuk grond vooral heel veel grondwerkmachines, en er is op de ene of andere manier een enorme vijver ontstaan in wat nu een bouwput heet. Waar is nou dat afzichtelijke brok beton waar ik mij bezighield met onleesbare handschriften, een shitload aan kerstkaarten en blauwe onheilsenveloppen? Een Bijbelwoord zegt: 'Men kent of vindt haar standplaats zelfs niet meer.' maar als ik mij niet vergis gaat dat vooral over onze eigen vergankelijkheid als mens zijnde. Vergeleken met bloemen op het veld die groeien, bloeien en verschroeien. Het feit dat het ook zo kan gaan met wat we in onze levens opbouwen gelijk torens van Babel, moet mij verre van arrogantie houden. De sloop van het lelijke gebouw is overigens een weldaad aan de stad. De herinneringen uit die tijd, die de moeite waard waren zitten in mijn hoofd of zijn destijds in blogvorm opgetekend. Als ik dat zelf kan terugvinden heb ik ook hoop voor u. De rest ligt belegen dus onbruikbaar te raken op de plank. Sorry voor degenen die hoopten op interne ontboezemingen. Troost je, herinneringen en gedachten zijn tolvrij. Dat is, zogezegd, kostbare bagage! 

Het is augustus, 2021, 08:00 uur. De dag is op dit tijdstip al een tijdje op dreef. Wederom op werkdagen tijdens de treinreis naar Groningen maar deze keer volgt de overstap naar de trein die - ontneem mij niet de illusie -  zolang op mij gewacht heeft, en ik - nu wel! - incheck en ga zitten. Altijd in de op één-na-laatste coupé, want met een beetje geluk stopt die na de rit precies voor de uitgang van het station waar ik zijn moet. Op een prettige manier voelt het, alsof de reisbelofte van zes jaren terug nu wordt ingelost, gevuld met vergelijkbare wisselstoringen in de vorm van uitdagingen en verlokkingen. Vanaf het moment van ontslag de baantjes her en der, de studiebeweging, die me zoveel bracht en waarover ik het nodige schreef zodat ik nu niet herhaling hoef te vallen, en uiteindelijk de werkkring die me past. Wie zou in zo'n geval niet met plezier in, of uitchecken!

Wist ik veel, die herfst van 2015, dat ik ooit bij het zien van die wachtende trein wél mijn ov-pas ter hand zou nemen! 'Ping!' zegt het poortje. Ik ga langs inmiddels bekende landschappen en er zitten soms boeiende mensen in mijn buurt. Wie had dat ooit gedacht!  'Denkt u bij het uitstappen om uw kostbare (!!) bagage!'

woensdag 24 februari 2021

Without a trace

 

Ergens in Nederland, zit ik ergens op een stoel aan ergens een tafel. Op die tafel staat ook ergens een laptop waarop ik dingen lees of juist van mij afschrijf. Dat is bijna niet te traceren allemaal. Van mijn geliefde kennissen verwacht ik dat ze hun mond houden over de plek van dat ergens en van u hoop ik dat u zich kan gedragen en niet direct een onheilspellende mening uit…

Want ik ben een beetje bang voor u allemaal!

Zo dat staat er. En ik wás al zo’n angsthaas! Eens heb ik harder gelopen dan een hond, die daardoor ongepland en ongewild de dag van zijn/haar - ziet u het streepje, kunt u daar niet over vallen - leven gehad moet hebben. Iemand die zo bereid was de longen uit het lijf te hollen, slechts om te spelen… De hond heeft het trouwens opgegeven na een kilometer. En ik moest weer he-le-maal naar huis teruglopen. Of ik nog op tijd terug was voor het eten, weet ik niet. Ware dat niet het geval, dan was daar dus weer kritiek op gekomen. Wat ook weer angst oplevert voor het kind van acht dat ik toen was. Stel dat ze niet meer van me zouden houden omdat ik niet op tijd achter mijn bord zou zitten. Het leven zit vol gevaren.

Maar nu ben ik volwassen en maar een heel klein beetje dapperder dan toen, als ik mijn directe verwanten moet geloven. Alhoewel… Een spin - zo’n groot vet hardloopgeval -  durf ik met een bekertje te vangen. Dat schijnt een heldendaad te zijn! Kartonnetje op het bekertje en het beestje drie kilometer verder loslaten. Minstens zo ver als destijds maar dan zonder looppas. Oh ja en laatst zag ik een muis lopen en ben ik niet gaan gillen. Ik maak grote vorderingen maar ik ga u niet vertellen hoe het beest verwijderd is want dan moet ik weer bang zijn voor u.

Want u vindt – ongeacht het item -  allemaal wat anders met het grootste recht van de wereld,  Met een fanatieke dadendrang die verpakt zit in uw commentaar. Maar als ik mij verstout om al uw meningen te lezen over situaties en mensen, dan ben ik zo blij dat u niet weet waar ik ‘ergens’ zit want ik ben het zo vaak verschrikkelijk niet met u eens. U komt steeds liefdelozer op mij over. Of het nu gaat over vaccinaties, over afstand of niet, over verwarde mensen, rellen, huizenprijzen, mondkapjes, avondklok of de bezorgdienst van de plaatselijke supermarkt. Ik zeg lekker niks!

Zo, dat is er ook uit! En hé, ik ben er wat rechterop van gaan zitten. Leven met angst is helemaal niks maar als u zoveel herrie maakt met elkaar, dan krimp ik zo. En natuurlijk, natuurlijk, niemand is daarvoor aansprakelijk. Nee, ik moet niet zo slachtofferig doen. Iets met keuzes, las ik laatst! Nou, ik heb net een keuze gedaan. Maar niet dat u daar last van hoeft te hebben. Ik doe u niets! Ik zit gewoon ergens.

Vorig jaar was ik nog heel trots op u allemaal. Dat wil ik ook nog wel even kwijt. U reikte elkaar de hand of bracht de handen op elkaar in een collectief applaus voor de inmiddels uitgebluste zorgmedewerkers, haalde boodschappen voor elkaar, schreef met stoepkrijt, op de ramen of op het strand: ‘Hou vol!’ of iets anders liefs. Dat leek besmettelijk! En dat was maar goed ook. Want we moesten een weid verspreid kwaad ermee ondervangen. Weet u, ik hield bijna van u allemaal.

Denk dat dat wel weer terug kan komen ook. Lieve mensen, we zijn overal zat van. Klopt! En verdrietig, onrustig, bezorgd en wellicht ook nog moe en opstandig! En als dat niet de reden is van uw furieuze uitingen, mij best! Nou, eigenlijk niet best maar nou begeef ik me op glad ijs terwijl iedereen al twintig graden is opgewarmd in één week. Laat ik het vuur niet verder opstoken. Iedereen kan leren om niet een ander zijn kop af te bijten, al is het maar in woorden. Ergens in ons hoofd, zit vast naast de wiskunde, -of talenknobbel een klein celletje relativeringsvermogen, of daarnaast eentje met anti-felheid of mogelijk welke variant dan ook, van naastenliefde. Die spreekt in elke taal.

Wat aandacht krijgt, groeit!

Ergens…