Sinds het posten van mijn vorige stukje heb ik een groeiende
neiging om dingen te gaan uitleggen en mijzelf te verdedigen. Domme Onwetende
Niet-voetballiefhebbers moeten er ook zijn. Dat zegt
niet, dat we voetbal háten. Tuurlijk niet, we gunnen ieder zijn ding. Het respect in de voetbalwereld en daar omheen houdt niet op aan de zijlijn. Gelukkig
was er bijval. Er was iemand die mij meldde dat ze de wedstrijdregels nog nooit
had kunnen doorgronden. Weer een andere lotgenote had zelfs haar hele gezin
buiten de uitdeling van het voetbalgen kunnen houden. Was dat geluk of was dat
wijsheid? Zittend voor de tv, zo af en toe, leer ik een heleboel. Schade en schande blijven echter mijn deel. Want wat heeft het voor zin om kleur te bekennen, wanneer die kleur niet oranje is. Het lijkt de enige kleur met uiterste houdbaarheidsdatum in ons
land. Omdat andere tinten en dingen volgens sommigen geen bestaansrecht hebben,
besloot ik mijn gebrek aan kennis maar eens wat op te vijzelen. Hopende dat ik
me niet bont en blauw zou gaan ergeren…
Het groen-wit van Fc-Groningen mocht er anders ook wel zijn,
deze week. Men vierde feest op de Grote markt in Groningen, ter ere van een
grote zege. Dat zag ik op de tv. Ik begreep zelfs dat de club haar grenzen mag
verleggen in Europa. Mijn koffie kreeg er een extra aroma van. Wél sprak een
voetbalwoordvoerder van de uforie over de zege! Ik verslikte mij. De koffie
besproeide het feestgebeuren maar bereikte de feestgangers niet. “Eúforie
zul je bedoelen!” zei ik. Niet luisteren natuurlijk. De man op het scherm liet rustig
nóg een keer dat verkeerde woord los op de kijkers. Ik moest het opgeven. Eén van onze dochters zat te midden van dit alles een les over criminaliteit te leren, wat natuurlijk
in geen enkele relatie staat tot dat edele volksspel met een bal. Ik zeg het
alvast maar, voordat ik daar weer commentaar over krijg. Dochter deelde mij iets mee
over pakkansen. Dat zijn weer andere kansen als die op de groene mat. Bovendien
verlegde ze de klemtoon, wat nergens naar klonk. Met een beetje fantasie vergeet je zo'n woord nooit meer. Terwijl het kind haar lessen verder verwerkte, zag ik op de
reclamebeelden, dat er kans was op
een juichpak. Het ding is bij elkaar
te sparen door het halen van heel veel boodschappen bij een gruttersgigant in
ons land. Een oranje soort pyjama is het. Ik vermoed dat alle soorten van
kansen voor mij verkeken zijn, wanneer ik me daarin hul maar dat terzijde. Míjn
juichwerk valt wel eens verkeerd.
Bijvoorbeeld bij een goal in het doel van de thuisclub. Nee, dat wordt een hoop
gedonder, als ik me zo’n ding aanschaf. Oranje is ook helemaal mijn kleur niet.
In de toekomst blijf
ik voetbal associëren met een vreselijke dresscode. Daar kan de vuvuzelaherrie
van vier jaren terug niet tegenop. Dat ligt niet aan mij. Dat heeft de voetbalwereld
aan die van de reclame te danken. Gelukkig heb ik geen voetbalgen. Er is geen
pakkans om mij nog iets van voetballiefde aan te leren. Dan sta ik nog liever
buitenspel. Euforisch gevoel geeft me dat.
Els Dijkema
Els Dijkema