vrijdag 7 april 2023

Inpakcursus

 


In de keukenkast bevindt zich serviesgoed dat daar alleen staat omdat het nog heel is. En omdat ik er nog niet aan toekwam het naar de kringloop te brengen waar ik mogelijk het publiek met mijn aardewerk beledig. Want waarom zou ik iemand belasten met een vaashoge mok met het opschrift: Life is beautifull? Je kan er mee gooien! Tuurlijk! Denk je dat ik dat zelf niet weet?

Het leven is zeer zeker vaak mooi. Maar ook regelmatig niet. Uiteraard ben ik niet verantwoordelijk voor andermans koopjes en ook hoef ik niet voor een ander te denken. Maar toch… Door de nieuwe bezitter van mijn mok op te zadelen met een dergelijke positieve tekst, loop ik het gevaar dat ik voor deze man of vrouw bepaal hoe tegen het leven in het algemeen aan te kijken. En in het bijzonder, dat koffiemoment. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Ik bepaal helemaal niks want de ander weet zelf wel hoe het leven op dat moment voelt. Ook vertel ik niet dat de zon vast wel eens gaat schijnen. Ten eerste omdat ik geen verstand heb van het weer. Maar vooral omdat ik niet weet of die zon in bepaalde stadia verdragen wordt.  

Wat is het dan fijn om te leren dat er ook nog andere manieren zijn om andere mensen bij te staan. Toevallig ben ik vanuit mijn rol als herstelcoach net vijf dagen in opleiding geweest om de zogenaamde W.R.A.P.-facilitator-cursus te volgen. W.R.A.P staat voor Wellness Recovery Action Plan. Tik dat maar in op de zoekmachine bij onderzoek hoe het allemaal zit. Ik ga het niet voorzeggen. Daaruit blijkt niet mijn eventuele luiheid - die wellicht ook iets met de gang naar de kringloopwinkel heeft te maken - maar wel mijn respect voor degene die vrijwillig zelf kiest om er al of niet wijzer van te worden. Of beslist dat hij of zij zonder deze informatie kan. 

Faciliteren in de zin van ‘mogelijk maken’ is een kunst op zich, die na de cursus vooral geoefend moet worden want een mindset in vijf dagen is wel een leuke gedachte maar heeft niets te maken met realiteit. Het mogelijk maken van inzichtverwerving komt neer op: Wel over en weer vragen stellen maar geen adviezen geven. Iets hopen voor de toekomst maar de ander deze wensende verwachting niet door de strot stouwen. Uitingen kunnen plaatsen en accepteren zijnde de keus van de deelnemer en vooral: gelijkwaardigheid in praktijk zien. Niet brengen! Er ligt een loeier van een map op tafel waarvan de inhoud mijzelf en mijn medemens in staat stelt een zelfmanagementsplan op te stellen voor zware tijden. Wellness die uit eigen inzicht komt vanwege eigen ervaringskennis en regie, is mijns inziens afkomstig uit de juiste bron. 

De cursus blijkt eveneens uitermate geschikt om een zekere reddershouding om zeep te helpen, naast andere confrontaties. Als je deelnemers uitnodigt om te zeggen waarbij zij een gevoel van welbevinding hebben, ga je nooit meer vertellen wat goed voor hen is. Of en hoe kwetsbaar ze zijn en welke wegen zij nog moeten behandelen voordat ze volgens de hulpverlening weer terug zijn op wat voor pad dan ook. Hun deskundigheid over zichzelf zegt voldoende. Dat is zelfs één van de ethische waarden in het hele concept. En er is méér…. Kom maar halen. Koffie? Thee? Kies maar in welk vat je dat zelf wilt gieten! 

 

 

zondag 2 april 2023

Conclusie

Zoals veel mensen, ben ook ik ooit in aanraking gekomen met reken en taalonderwijs. We schrijven het jaar 1975. Basisonderwijs was een woord dat mogelijk wel eens op een papiertje was gekrabbeld maar in die tijd in het dorp waar ik woonde, nog niet ten uitvoer gebracht. Als zesjarige begon ik in klas één. Het eerste rekenlesje ging aanvankelijk over het optellen van appels maar naarmate het jaar verstreek was al snel duidelijk hoeveel paniek over getallen mij in latere tijden vaak zou overvallen. Wanneer het gebroddel erg onduidelijk was, liet juf S. zich niet onbetuigd. 'Foei, wat een geknoei!' stond er in mijn schrift. Ze had helemaal gelijk. Ik vond er zelf ook niets aan. Een aantal klassen verder schreef  meester F. iets van gelijke strekking onder mijn staartdelingen. Hoewel ik het ook volkomen met hem eens was maar ik mij berust had in de handicap op cijfergebied, schreef ik eronder 'Maar waarom vraagt u dit dan van mij, als u al weet dat ik dit niet kan?' Let op de aanspreektitel. Brutaal wilde ik absoluut niet zijn maar ik verbaasde mij vooral over iets wat van tevoren allang vaststond. Waarom zouden we het lot dan tarten?

Tafels dreunen lukte dan wel weer want dat is gewoon rijtjes leren. De ellende begon pas goed bij de wiskundelessen, een fors aantal jaren later. Formules met een mix van cijfers en letters voelden bij mij aan als bedreiging en belediging van het taalgebied waar ik wél wat mee kon. Waar ikzelf geen moeite had met het idee dat getallen mijn ding niet waren, brachten ze me ineens wederom in gevaar door zich sneaky te vermengen met het alfabet. Het is mij nog steeds een grote vraag hoe ik dertig jaar na de laatste schoolbank mijn toelatingsassessment heb gehaald (ok, ik heb wel wat geoefend!) om te mogen leren voor het vak waar ik tegenwoordig mijn brood mee verdien. Vandaag neem ik desondanks wraak op al het rekenverdriet van vroeger, door iets te zeggen wat ik al eens eerder heb geschreven: De som van de conclusies. Let op, ik zeg je: 1+1 = (heus niet altijd) 2! Zet daar je tanden maar es in!

Tijdens een kort geleden gevoerd gesprekje bleek dat maar weer al te duidelijk. Degene die mij iets positiefs hoorde zeggen over iets, ging terugrekenen. Dat moet je nooit doen tijdens een woordenwisseling! Vervolgens kleurde mijn waardering over het item zelf, pikzwart. Want als ik het ene bedoelde, meende ik dus ook iets anders dat daaraan tegengesteld was. Hoe ik het ook uit elkaar probeerde te trekken, ik had zelfs mijn gesprekspartner beledigd, wat allerminst mijn bedoeling was geweest. Maar mijn intenties waren al verbrand in het hoog oplaaiende vuur van de rest van ons gesprek. Was er nou gevraagd: Wat bedoel je precies? En slaat dat ook op dit of dat... Maar nee hoor, Er waren weliswaar nog net geen notulen geschreven maar ik had de ander heel naar neergezet. Mijn spreekwoordelijke klomp barstte. Blijkbaar weet een ander na enig rekenwerk dus te bepalen wat ik bedoel, als ik wat zeg. Dat is knap maar ook  gevaarlijk. Je staat mooi alleen met je misgeslagen plank. En als je rekent wat dat betekent... 

Nou nee, doe maar niet....

Toch doen? Ok, ik heb je gewaarschuwd. De optelsom van 1+1 lijkt wel logisch maar bij terugrekenen sta je weer bij je beginpunt en heb je niks geleerd, wat ook geldt voor delen en vermenigvuldigen want 1x 1 blijft 1 en met 2 : 1 blijft alles van jouzelf en ben je dan tevreden? Snap je het nog? Geeft niks, je bent vast een rekenkundig wonder maar de materialen laten geen ruimte voor nuances. Zo saai (jij niet, maar je cijfers) lijkt me zoiets, dat ik liever overspring naar taalraadsels met de positiefste uitkomst die er maar bestaat. Je kent ze wel, van gedeelde smart en verdubbelde vreugd. Dat bespaart je plussen en minnen.

Dat is voor mij de som van verbinding! 
Een ijzersterke formule om op te kunnen rekenen.