vrijdag 21 oktober 2016

Tussendoortje (7)

Waar zouden toch mijn zwarte laarsjes gebleven zijn? Vorige week nog gedragen. Wring mijn voeten in een paar waar ik net nog over struikelde. Te klein dus, want van een dochter - merk ik inmiddels na zes minuten -  die trouwens minstens drie paar zwarte bezit. Daar steek ik wel heel pover bij af met mijn enkele paar, dat ook nog eens kwijt is. Loop naar boven en vind het gezochte helaas niet op de verwachte plek onder mijn bed. Hm. daar hou ik niet van. Vanaf dat moment is het foute boel. Het geval houdt me bezig maar er is ook altijd wat recht te leggen, van de trap mee te nemen als je toch naar boven gaat - lijkt een exclusief recht van moeders - op te ruimen of alvast even te voorschijn te pakken -efficiëntie ten top - tijdens je oorspronkelijke zoektocht naar iets. Laarsjes bijvoorbeeld, want zie, ik loop naar beneden op ander schoeisel dat wel eens gepoetst mag worden. en weet mooi wel waar de schoensmeer ligt. Duw een schuifdeur open. Tjonge wat ziet die eruit. Allemaal vingers. In een andere kast bevinden zich allesreiniger en doekjes. Op het moment dat ik de kraan openzet voor een  bak vol afwaswater, schiet die schoensmeer me weer in gedachten. Hup, daar ligt het al. Twee minuten later zijn die deuren weer glimmend en oh wat is huishouden geweldig. Zeker als het afwassen zo vlot gaat door het breken van twee glazen als je er alleen maar naar kijkt. Die hoef ik alvast niet meer af te drogen. Alleen maar naar de glasbak brengen. Nou ja, 'alleen maar' kan nog wel een dingetje worden... Terwijl ik met een zacht doekje het laatste veegje over die schoenen doe, gaat de bel. "Straks nog even die laarsjes zoeken" denk ik nog. Ontvang een grote doos uit handen van een oud collega van het postcircus. "Mis je je baan al? Mwoh..."
Gezellig een praatje op de drempel van je huis. Doe de deur dicht. Zet de doos neer. Nog even een interview uittypen voor dat niet-zo-heel-bekend-staande-blad. Even niet aan LAARSJES denken. Elke seconde dansen ze dus voor mijn ogen. Wat gaan we eigenlijk eten vandaag? En heb ik alles daarvoor in huis? Tuurlijk niet. Drie minuten later zit ik op de fiets. Kan ik ook nog even over de jaarmarkt die elk jaar gehouden wordt. Oorspronkelijk heet het baistenmaart want we wonen in Groningen en dan zeg je zulke dingen anders. Er staan wel wat pony's aan een reling te wachten tot ze weer terug naar de stal mogen  maar het koeienhandjeklap is allang verdwenen. Kijk, leuke laarsjes te koop. Ik heb ook laarsjes. MAAR WAAR? Ook een kraam met zakmessen en iets van een cobaltdiamantslijpapparaat. Lijkt me absoluut onmisbaar in dit leven maar loop er toch maar aan voorbij want je moet er weer een plek voor verzinnen. Markt is ook ontmoetingsplek en daar kom ik een vriendin van school tegen. We kleppen wat en moeten nodig eens wat afspreken. Ben weer thuis en sta op winterpenen in te hakken. Telefoon. Ligt niet op de plek waar hij hoort maar het geluid roept me naar de kamer. Het ziet er daar onbewoond en strak uit. Zie je wel, ik doe heus wel eens wat! Hou telefoongesprek. Zet rustverstoorder weer in de houder. Alles op zijn plek, hoe heerlijk! Terug naar de wortels. "Laarsjes.... moet nog steeds kijken waar..." Niet op de trap. Zet de wortels met uien en aardappels op het gas. Kijk, dat is nou leuk. Een gasaansteker die het niet doet. Die andere ligt in de schuur. Haal dat ding. Steek gas aan. Terug naar de vindplek en oud papier stapelen. Kom terug.  Ehem... gasfornuis onder de prut want gas niet op tijd teruggedraaid. Het is dat ik geen baan heb maar kan ik die er eigenlijk wel bij gebruiken? Waar is de stamper en WAAR ZIJN DIE LAARSJES? "Hee, dag kind, hoe was het op school? Wil je koffie op thee of rookworst? Grapje, die komt straks." Moet dat ingrediënt nog wel even pakken. Hij valt uit mijn handen in de schoenenbak onderin de kast. DAAR ZIJN DIE LAARSJES! Yesss... Ik wist het wel, Ordelijk huishouden man! "Wat eten we vanavond mam?" Hutspot! Daar lijkt de hele dag al op, namelijk.


zaterdag 15 oktober 2016

Tussendoortje (6)

 Er waren eens twee berkenbomen. Ze gingen vandaag tegen de vlakte door menselijk ingrijpen voordat zij op schuttingen of schuurtjes van achterburen zouden vallen. Ooit begonnen als jong sprietje, waren zij in een kwart eeuw uitgegroeid tot meer dan achttien meter witte bast, takkengeruis en kruin-geritsel. Maar wat een troep kwam er ook uit! Berkenzaad in de lente en blaadjes in de herfst...

Toen ze nog maar net bestonden, kwam iemand die zijn tuin ging inrichten, hun uit het bos plukken maar honderd kilometer verderop mochten ze hun wortels verder uitstrekken. De -toen nog- jonge hovenier die dit op zijn geweten had, sprak hen toe: "Kijk, mijn tuin is nog één kale vlakte en mijn kersverse vrouw vindt berkenbomen zo mooi. Bovendien stonden jullie veel te dicht op elkaar in dat bos waar je vandaan komt. Vind je het hier nou niet leuk?" De berkenboompjes in wording zwegen. Ze wisten dat nog niet zo zeker. Maar hadden ze een keus? Ze dachten van niet en daarom groeiden ze maar door en hielden gelijke tred met het gezin waarin kinderen werden geboren, die in de tuin gingen spelen, die de bomen als schietschijf leerden gebruiken (en bedankt maar weer), die voetbalden met de stammen als doelpalen en... Nou ja, de tuin werd in gebruik genomen. Zowel door de mensen als vele zwermen vogels. Was het september, dan kwam er een menigte spreeuwen in de berken vergaderen -Wijs op reis: Wie neemt de koffie en broodjes mee, wie mag voorop, check je route en zijn alle papieren in orde? -  voordat zij de grote trek naar het Zuiden ondernamen. In één tel en keurig in formatie verlieten zij de boom na de laatste hamerslag. En daarna was er stilte. Elk jaar weer en steeds een beetje duidelijker want al het grut ging naar school en de speeltoestellen die eerst voor hun gerief waren neergezet, verdwenen gaandeweg naarmate zij formules uit hun hoofd gingen leren. Ook werden er jaartallen opgedreund  "en moesten pap en mam dat vroeger ook? - ja kind - Belachelijk! Wat je zegt..."

Bomen hoeven dat niet. Ze worden alleen maar breder en hoger, waarna ze met elkaar verstrengeld raken en met hun wortels je terras omhoog duwen. Totdat dus op zekere dag een drastisch besluit wordt genomen en vervolgens een motorzaag in de boombast gejaagd. Dat is een kwestie van uitbesteding, zodat je zelf die boom niet in hoeft. Er kwam een echte boomklever met een riem, een tuigje en wat haken om zich hier en daar ergens aan vast te klampen. Wat na een paar uur herrie en touwtrekken nog rest, zijn wat takken en blaadjes en een enorm uitzicht en is me dat even een bloot gezicht. Wat ook overeind bleef, is trouwens de verbintenis van de planter en zijn vrouw. Iets met lang en gelukkig, denk ik. Je kan wel alles omhakken maar dat voert te ver. Wel sneu voor die vogels als ze straks weer terugkomen in de lente...

vrijdag 14 oktober 2016

Tussendoortje (5)

Het was onlangs ouderendag. De kans om (o)pa en (o)ma eindelijk in de watten te leggen. U wist dat niet? Er zijn zoveel dagen voor verschillende mensen? Dat is niet meer uit elkaar te houden wanneer het de dag voor de vuilnisman, de secretaresse of het kind dat klem zit, is? Flauwe kul natuurlijk. Dat had in uw agenda kunnen staan. Daar had de wekker voor gezet kunnen worden en nu is het dus weer voorbij. Moeten alle ouderen een jaar wachten voordat ze weer een keuzemenu kunnen invullen, een hulphond voor een dag uitlaten, extra gebitsreinioging, douchebeurt (terwijl de maand nog niet eens om was) of een zacht eitje bij het ontbijt krijgen. Willen ze eigenlijk zelf wel zo'n speciale dag? "Ach kind, wat is bijzonder?" vertelt me een dame op leeftijd. "Hoe jong bent u?" vraag ik. "Gewoon oud!" Haar antwoord helpt me de brug niet over maar ik neem er genoegen mee. Wel wrang dat er in een week ná de bewuste dag zoveel te doen is over de 'klaar-met-je-leven-pil'. Over bijzondere dagen weet ze wel veel. Niet dat ze daar om gevraagd heeft, trouwens. "De ene dag knal ik tegen de tafel aan en de volgende lig ik in de tuin op mijn rechterheup. Bijzonder genoeg?" Ze schiet in de lach bij mijn voor de gelegenheid gelifte linker wenkbrauw. "Zo gebeurt er elke dag dus iets, lieve kind. Maar dan had ik maar mijn rollator mee moeten nemen, de tuin in. Wil je koffie of thee?" Ze schuifelt naar de keuken. Helpen mag ik niet want dan word ze te gemakkelijk en lui, zegt ze. Die rollator van haar was onlangs onderdeel van een vergelijkend warenonderzoek in haar huiskamer. Naast haar zat een minstens even oude jongedame met weer een soortgelijk hulpmiddel. Het gesprek ging over handvatten, knijpremmen, type boodschappenmandje, met of zonder helm, enzovoorts. Gelukkig was er een zoon met kennis van zaken. En wat hij niet wist, vroeg hij wel in de winkel want moeder zou niet zomaar een apparaat krijgen maar iets waar al zijn liefde in zat. "Mwoh" monkelde mijn gastvrouw. Ik had ineens twee handvatten in mijn klauwen. "Alsjeblieft mam. Niet mauwen maar dauwen!" Ze leek er niet mee te zitten en ik weet ook dat er elke dag een hoop liefde langskomt in de gedaante van dan weer het ene, dan weer het andere kind. Het loopmateriaal zal haar een worst wezen. Ze ziet liever een mens op twee benen. Je zal moeten wachten op die ene dag in het jaar...

vrijdag 7 oktober 2016

Tussendoortje (4)

Het jongetje van de afwasmiddelreclame wil zo vreselijk graag een raket maken van de fles waar zijn moeder elke dag met frisse tegenzin één druppeltje uit laat vallen. Ze is trouwens verder niet in beeld, wat de kijker het idee moet geven dat er sinds de jaren zestig nog niets veranderd is. Vader wel. En waarom eigenlijk? Zoveel voegt hij niet toe. Vader leest de krant. De klier! Ik zie hem nooit eens in beweging komen om a, te komen helpen en b, die fles één keertje goed te mishandelen. Kom op, dat scheutje meer of minder...

Telkens als zijn zoon weer komt jammeren dat het niet opschiet met die afwas, kijkt vader verschrikkelijk ondoorgrondelijk en met bijna onbewogen blik lijkt hij uit te drukken dat hij het ook allemaal niet kan helpen dat moeder zo zuinig is. Duik maar fijn weer in je nieuwsblad. Beetje flauw dat juist híj aan het eind van deze film zijn kind blij mag maken. Wie heeft dit verhaal bedacht? En waarom is het nog steeds te zien? Sowieso is het leger van echte afwassers alleen maar kleiner geworden maar het roept zulke nare associaties op, alles met elkaar. De mensen achter het reclameontwerp hebben waarschijnlijk hun doel bereikt. Zie hen schateren achter hun tekentafel.  Ze weten precies wie ze hebben moeten. Maar ik zal ze leren! Om te beginnen koop ik het afwasmiddel dat zo lang meegaat, lekker niet. Voorts zoek ik op internet het knutselgrage jongetje op en vertel hem dat zijn vader eindelijk eens van die stoel moet komen om te helpen met die ellendige vaat. Die moeder troggel ik van haar aanrecht weg. ze heeft echt genoeg gedaan. Ik ga...

Het weerhaakje van de marketing zorgt ervoor dat je heus wel weet dat het gaat om duurzaamheid en leren wachten... Ineens had ik een spiegelmoment. De afwas zeker? Ja ook en dat de taken moeilijk te verdelen zijn bijvoorbeeld. Maar ik bedoel wat anders; Als je gelooft in een Vader in de hemel herken je de associatie misschien. Ondoorgrondelijk. Dat wel. Lang wachten? Hou maar op. Schelden helpt dan weer niet, al weet ik heus wel hoe dat moet. Toevallig weten psychologen volgens nu-geldende wetten dat we dertig jaar terug de reglementen op dat gebied verkeerd hebben gelezen en dat het (mopperen, sakkeren, zeuren enzovoorts) ons meer mens maakt. Een hele troost, ware het niet (wel!) dat ik na het mopperen me net zo ongelukkig voel als had ik het nagelaten. En hoe gaat de Ontvanger daar mee om? Onbewogen? Absoluut niet. Integendeel. Hij blijft een bron van eindeloos geduld met Zijn knutselkinderen. De krant hoeft Hij niet in te kijken om te weten wat we nu weer in elkaar gefröbeld hebben. Dat wist Hij al ver van te voren. En zoveel moois is dat niet altijd. Vergelijkingen gaan volkomen mank. Alles wat Hij biedt is gratis. Zonder luchtbellen. Het lange wachten waard. 

zondag 2 oktober 2016

Tussendoortje (1)

Wat doe ik toch moeilijk! Was me dat piekeren... De oplossing lag zó belachelijk voor de hand dat ik er geen uitkomst in zag. Maar dat was het dus wel. "Eh.. speaking of?" Dat ellendige nieuwe format, dat maar niet van de grond kwam. En dat me tot op de dag van vandaag nog dwars zat. Totdat ik een heel onverantwoord tussendoortje weg wilde kanen en daar ineens een spiegel in zag. Je zou er bijna een waardebepalend woord aan toe voegen. Iets met een beetje zielig maar dan gevat in vier letters, horizontaal of verticaal, en aan het begin een S. Het was een heel gepuzzel, dat wel.

Tussendoortjes worden het! Die vergelijking met de was. De kook, de bonte, de 'op-de-hand' enzovoorts, hou ik gewoon aan als hoofdregel, als paraplufunctie. Subtitels zijn uitermate geschikt om te suggereren dat je met iets nieuws komt. Zo doen ze dat met de mode ook. En met wasmiddelen. En in de politiek en....
Snacksessies dus. Tenzij het gaat om een wortelshake of handje noten - ongebrand, ongezouten en dus vaak onsmakelijk - absoluut foute boel. Als een tekst niet wil waar ik em heen stuur, staat er ook soms zomaar een bak chips naast mij en geen idee hoe die daar gekomen is, natuurlijk. En daarna komt het schuldgevoel. En ik blijf nu wel mooi bij mezelf, vertel me niet dat ik alleen sta...

Deal: We nemen geen onverantwoorde lekkernijen meer tot ons. Alleen maar letters. Om neer te leggen en om te verorberen. En vergis je alsjeblieft niet. Tussen die van chocola en de mijne ligt een enorme hoop calorieën.


Tussendoortje (2) Alweer sneu

Nog even over die bijna topvakantie... Niet alles was kommer en kwel. Alleen was het jammer dat het in Groningen mooi weer was, terwijl dochter en ik in den Haag rondsjouwden in de regen met een bonnetje in de hand.

We hadden na een hotelovernachting, die deel uitmaakte van een spoordeelarrangement, al copieus ontbeten maar op dat inmiddels doorweekte stukje papier (nog steeds in mijn hand, wat niet verstandig was) stond het adres van een eettent die tot 13:00 uur ontbijttijd waarborgde en dan twee couverts voor de prijs van één. "Dat wordt onze lunch" hadden we besloten. En ook: "Weten zij veel!" Enig doorzetten om die couverts te vinden, was geen overbodige luxe. Gelukkig bestaat gps. Weldra stonden we bijna op de blauwe stip: 'Bestemming bereikt'. We keken om ons heen. Niks anders te zien dan een gesloten ijssalon achter een regengordijn. Aan de andere kant het Kurhaus. "Ik ga het vragen, voordat we helemaal wegspoelen" zei ik. Het bonnetje legde ik eindelijk maar behoedzaam boven in mijn tas, voordat het zou vergaan. We zochten netjes de voorkant op van dit immense logeerhuis. Bij de receptie stond een snoezig in sober linnen lijkend (maar verkijk je er niet op, juist dat zijn de hele dure exemplaren) werkjurkje. Adres vragen. Druipen op de allerchicste deurmat ooit. "loopt u maar door mevrouw, het is aan de andere kant van het Kurhaus. "Eh... weet u zeker dat we kleddernat dóór mogen lopen?" Ze wist het zeker. Ok dan, de kans om in vakantiekledij, herstel: verrégende vakantiekledij, door het Kurhaus te stampen, krijg je ook niet elke dag. Zo stonden we na nog een bijna botsing met de allerchicste mevrouw met het allerchicste kuitenbijtertje onder de arm - beiden in Burberry gekleed - weer precies als tien minuten daarvoor nog eens op die blauwe stip van de gps. En ineens zagen we door een klein gaatje in het regengordijn onze bestemming. En wederom bereikt.

We waren er bijna! Had dat niet iets met sneu te maken? Het trapje van de boulevard afglibberend zagen we een open vuur op het terras. Met zicht op zee. Tenminste, dat stond op dat afschriftje, dat de serveerster met een vies gezicht in ontvangst nam. Uitermate veel mist was ons panorama. Maakte niets meer uit. We zaten warm en kregen ontbijt voor lunch. Wisten zíj veel, en zo... We zapten van onze gps naar de familiewhatsapp. Híer schijnt de zon wél! zeiden ze daar in het Noorden. Dus namen we snel aan het eind van die dag de trein retour. Met weer een ander bonnetje in onze hand. "Vergeet u aub niet om in te checken..."

Tussendoortje (3) Toekomstperspectief.

Sinds kort geleden is de oude supermarkt nieuw geworden. Heropend met een echte toespraak en een lint dat doorgeknipt wilde worden. Getuige de foto's was het een wereldmomentje en daarna stroomden de mensen de nieuwe winkel in met open mond en een zelfscanner in de hand.

Dat is natuurlijk helemaal niet nieuw in deze tijden maar evengoed erg handig. En helemaal fijn dat je er niet toe gedwongen wordt want ik wil gewoon mijn praatje bij de kassa niet missen. Direct aan de beurt omdat de rest van de winkelkudde wel met dat aai-apparaat rondsjouwt. En hoewel dat mij extra tijd geeft om een extra rondje te gaan stofzuigen of zo, merk ik dat ook wachten bij de kassa een functie had. Vijf minuten navelstaren leverde zelfonderzoek. Volgende drie minuten kletsen met een bekende gaf me inzicht in de noden van mijn naaste. Nog eens twintig seconden ins blaue hinein staren bleek niet nodig achteraf; HALLO. MAG IK UW BONUSKAART???? Niet op boze toon hoor. Gewoon om mij weer op aarde terug te krijgen. Daar was ik weer!  Na het lachen én het praatje vervolgde ik mijn weg weer. Volgens mij heb ik nog wel betaald want ik mocht gewoon doorlopen.

Over een paar jaar bestaan er geen kassa's meer. De zelfscanner is waarschijnlijk ook alweer uit en wordt in een 'vroeger-en-toen-zaakje' voor veel geld van de hand gedaan ('zo schattig, nog niet zo heel lang geleden deden de mensen hun boodschappen met dit ding in hun hand'). What's next? Een robot misschien, die je op de hielen zit en roept: "Niet navelstaren! Boontjes moest je hebben. Let op je bonuskaart! ik zal je hoofd uitlezen, je hebt betaald!" Nee, voor je rust naar de supermarkt gaan, kun je wel vergeten in het vervolg.