zaterdag 30 december 2017

Smaaktest

Soms heb ik veel medelijden met mensen die onder druk hun werk moeten doen. Onlangs kocht ik nog een oliebol om de kraamhouder op het dorpsplein wat op te beuren (want zonder dat zij het weten worden zij op de korrel genomen door testers die thuis waarschijnlijk niks te zeggen hebben). Heerlijk. Hulde voor de bol en de bakker. Het baksel smaakte niet naar kauwgom, was lekker warm en verder kan ik er ook niet veel zinnigs van zeggen. Voor mij hoeft niemand bang te zijn want ik werk niet bij een grote Nederlandse krant. Bij geen één krant, eigenlijk...

Ze zijn niet de hele dag in de olie maar zitten wel in de damp, heb ik me laten vertellen. Is het daarom dat op de avond van 31/12 een grote stoet kramen uit de dorpen wegtrekt om zich te verzamelen bij... Ja,  waar gaan al die kramen eigenlijk naar toe? Terug naar de kermis met een bewijs van goed gedrag omdat de smaaktesters dat een goed idee vonden? "Komaan oliebollenbakker" zou ik willen zeggen. "Een smaaktester is ook maar een mens. Misschien viel dat zesje voor uw bol wat beroerd uit, omdat de krant wilde dat hij de zesmiljoenste ging proeven, had hij ruzie gehad met zijn vrouw, was het aantekenboekje vies geworden van de poedersuiker. Tal van redenen kunnen zo licht leiden tot een laag cijfer. Dat weet ik nog van mijn schooltijd. Til er in ieder geval niet zo zwaar aan!" zou ik willen benadrukken. Is een oliebollenbakker eigenlijk te troosten met zulke woorden? Ik weet het niet. Behalve dat ik niet van de krant ben, is er in mijn vriendenbestand ook al geen enkel persoon die in de wintermaanden staat te bakken in een kraam.. 

Maar nu die testers. Wie zijn het? Zijn het even zoveel mannen als vrouwen? Wat hebben ze aan en wat dragen ze mee? Was het stiekem die bakfietsmoeder die er wel tien meenemen wilde voor thuis (ja, ja, maar ondertussen)? Of toch die nette man met schoenmaat vijfenveertig en dat aktetasje? En hebben ze wel een opleiding voor al dat geproef genoten? Nee? Mooie boel! Dat loopt zomaar in het wilde weg oliebollenbakkers te pesten. Je staat er onmachtig tegenover als kraambakker en met lede ogen ziet hij al bakkend - want de bollen zijn zn brood, dus een mens doet zijn plicht -  het plein voor zich leeglopen. Keek die ene persoon die net dat hoekje om ging, niet heel vals achterom...? Je zou er paranoïde van worden. Sommige bakkers hebben hun ijslepels al neergelegd en een apparaat aangeschaft dat de bollen voorgevormd het vet in schiet, de zogenaamde oliebollenpoepmachine. Nou ja, dat is vragen om een faillissement, als je het zo gaat noemen. Morgen maar inschrijven voor een opleiding om een ander beroep te gaan beoefenen. Is me dát een leven?!"

En zo kwam het verdriet van oliebollenbakkers zelfs op de tafels van praatprogramma's op tv terecht. Ik heb het met verbazing bekeken en beluisterd want die ene oliebol die ik per jaar eet, kan ik echt niet onderscheiden van het exemplaar van het jaar terug of juist daarna. 'Een oliebol dat is een ding, dat eet je uit de hand, en zitten er vier pootjes aan, dan is 't een olifant' zongen we vroeger. Er kwam nog wat van 'tralala' achteraan. Een lichtzinnig lied, welbeschouwd. Verder ging onze kennis niet en, tja, dat moet ik tot mijn schaamte erkennen. Wij waren nazaten van thuisbakkers. Blijkbaar hebben we de markt bedorven zonder te weten dat hij bestond. Mea culpa. Dat is ook wat. 

Het weer lokt niet echt om een goede daad te gaan doen. Zelfs niet de laatste van het jaar. Toch maar even flink wezen en op de fiets naar het dorp. Zakdoekjes mee voor de bakker. "Dag bakker, u heb ik nog niet gehad" zal ik zeggen. Of  nee, dat zou dom zijn want dan denkt ie dat ik het was, die testpersoon. Krijgen we dat weer. Ook al niks. Hè wat lastig allemaal! Mocht ik ooit door een krant benaderd worden om deel uit te maken van een testpanel, bedank ik ervoor. Ik voorzie een steniging met oliebollen. Laat ik ons allemaal een smaakvol jaar toewensen. Getest of niet.




zaterdag 16 december 2017

Best Bewaard Geheim...

Als ik mijn ogen dicht doe, draait regelmatig, desgewenst - voor zover je van vrije wil kan spreken - die ene film van een dikke dertig jaar terug. Haarscherp en moeiteloos, nee, meedogenloos en absoluut de moeite waard om voor de rest van het leven met succes te verdringen. Als het maar kon! Tot voor kort heb ik mezelf getroost met het idee dat ik de enige kijker was die de beelden moest verdragen. Een onterecht geruststellende gedachte. Noem het maar gerust een leugen Wat  - onderdeel van de film - mijn best bewaarde geheim blijven moest, zat gewoon ergens in een kaartenbak...

Het betreft de zogenaamde leerlingenkaart van de Mavo. Het schoolgebouw dat het document herbergde, is allang van de aardbodem weggevaagd maar dit kreng bleef bestaan. Blijkbaar was de kaartenbak waarin het zo veilig was, een te belangrijk deel van de boedel om zomaar te veronachtzamen tegen de dag dat de sloopkogel kwam slingeren. Hoe dan ook, al die tijd bleef het best bewaarde geheim netjes onder het stof liggen, daar waar het hoorde. Net zoals thuis alle rapporten van ooit een plek hebben, die alleen de bezitter kent.
Totdat...

Ja, totdat er dus iemand in wilde gaan kijken en mij herkende. De schrik, de schande! Zo hevig! En dan ook door iemand waar je het niet van verwacht. Een goede vriend die bijna één van mijn leraren had kunnen zijn. Had. Kunnen. Zijn!  Besef ik eigenlijk wel dat ik aan nog veel grotere gevaren ben ontsnapt? Alles kan altijd erger. De gezamenlijke herinneringen aan die ene dag dat... Nee, laat ik het nou niet voor mezelf bederven en alsnog van alles prijs geven. Die kaart is al erg genoeg. Bovendien, de vriend heeft collega's die, vergrijsd in hun vak, mij zich ook zonder papiertje wel weten te herinneren.

Er staan om te beginnen al twee pasfoto's op. Meisje van dertien ("Niet zo gelukkig" zong Paul van Vliet eens zo treffend). Decennia later met inwonende pubers in leeftijden als op de kaart beschreven, is zo'n foto regelrechte aanleiding om verder aan alles te gaan twijfelen. "Mam! dat kapsel! Why?" stamelde één, terwijl ze zich aan de tafel vasthield om staande te blijven na de schok. En na de prentjes de cijfers die, onderhevig aan een lome zwaartekracht, veel meer zeggen dan de aantekeningen over onhandigheid met vlijt. Ze zijn zeer secuur aangebracht, alsof het een monnikenkarwei betrof. Wat heerlijk dat magister nog niet bestond in die tijden want je hebt zoveel uit te leggen als dertienjarige. Zo flauw, dat systeem. Geen enkele escape meer!  Overigens, dat moet gezegd: Ik heb de héle school afgemaakt, terwijl de resultaten van het laatste jaar zomaar ontbreken of het niets is. Ik stel prijs op volledigheid. Tegen alle verwachtingen in, slaagde ik met veel herrie en zonder herretjé! Het bewijs ervan kan ik dan wel weer bijna moeiteloos tevoorschijn toveren.

En nu. Wat te doen met zo'n kaart op tafel? Sommige mensen laten zich  in de kaart kijken maar dit was geen spelletje! Ik voeg het document bij alle schoolrapporten. Daar mag het wachten op de dag dat het licht dooft, het doek valt en het leven compleet en in kaart gebracht is.
Ondertekend met een kruisje.









vrijdag 8 december 2017

Shinen en zo...

Misschien komt het over een paar jaar wel weer goed tussen 's lands meest besproken kinderfeest en mij . Het viel niet mee om alle stromen van protest te weerstaan, toen bleek dat er echt helemaal geen één pakje lag, terwijl dat van tevoren luid en duidelijk was meegedeeld.  En ik genoot nog wel zo van al dat gesjouw en telaatbezorgdstress van anderen. Dag Sinterklaasje. Waar is de doos met kerstversieringen?

Lichtjes! Snoeren vol warm white, led of good old fashion kerstlampjes die lijken te dansen door een in de accu ingebouwd knipperfeestprotocol of gewoon wat voor zich uitstralen. We kunnen wel wat extra licht gebruiken. En dus knutsel ik op een vrije dag van alles om op te hangen of neer te leggen en maak elk jaar opnieuw dezelfde fouten met de finishing touch: Stekker kan niet bij het stopcontact. Lichtjes doen het niet of gaan na vijf minuten steeds weer uit dus kan ik het pronkstuk ontmantelen om daarna tot de ontdekking te komen dat het verwisselen van batterijtjes ook heel doeltreffend was geweest.

Maar het is allemaal weer gelukt. En intussen heb ik geluisterd naar gepraat op de radio over de meest irritante woorden of uitdrukkingen. Die we nooit meer willen horen (mij is niets gevraagd). Maar mijn lichtjes staan in ieder geval in hun kracht. Daarom shinen ze ook zo mooi. Hé, was dat ook niet de boodschap voor onszelf?

Jij in jouw klein hoekje, en ik in 't mijn...

Maar dan vanuit een andere krachtbron. Dat wel!

zaterdag 2 december 2017

Heldenreset

Sinds Arjen L ons deze week duidelijk maakte hoe wij tegen de Pietendiscussie (je weet wel, niet de knecht en vooral kleurloos) moeten aankijken, werd hem een heldenrol toegedicht die hij onmiddellijk weer inleveren moest. Een subdiscussie stak de woedende kop op omdat anderen dezelfde motieven hadden genoemd als Arjen. Maar dan met minder geluidseffecten. Kon hij het helpen? Hij had niet eens gevraagd om de heldenstatus... 

Dat Arjen ervoor kiest om de hele discussie te resetten, lijkt me een onbegonnen zaak want wie weet wat voor argumenten de kans zien er inmiddels weer bij te komen. De wens om overzicht te krijgen, deel ik wel want vanaf het moment dat er een klein detail veranderd moest worden, zijn we met elkaar beland in een grote-mensen-welles-nietes-het-is-nog-steeds-een-kinderfeest-puinhoop waar onze kleintjes zo weinig aan hebben. Het kwam zelfs bijna tot een soort van bestand dat de monden zou snoeren tot zes december. Voor het eerst in ons leven zijn we als gezin maar afgehaakt, al vroeg onze jongste spruit bij wijze van schrale troost of hij nog wel zijn maat zesenveertig mocht zetten.

Intussen hadden wij wel andere zorgen. We blijken een muizenkolonie te herbergen zonder het zelf te willen en de beestjes zijn niet vervaardigd van suikergoed of marsepein. "Mam, ik hoor het ritselen in de bergruimte achter de cv op mijn kamer' zei maat zesenveertig. Zoiets komt altijd slecht uit want we hebben een erg druk bezet leven. "Welnee jongen, je zal de verwarmingsbuizen wel horen tikken." Zwijgend werd ons een filmpje met overtuigende bewijzen getoond. De kleur van de muizen varieert van licht blond naar donkergrijs maar zeg het alsjeblieft zachtjes want het is de bedoeling dat zij - huismuis van traditie of niet - dienen te vertrekken. Dat gaat zelden goedschiks. Geen discussie over mogelijk, zelfs geen subversie Hoogstens tussen ons als hoofdbewoners, over hoe we dit probleem gaan aanpakken om muizenblokkades te voorkomen.

En zo stonden wij deze week in de dierenwinkel waar men, hoe ironisch eigenlijk, zowel het beste voer voor huisdieren als het beste gif en/of executiewerktuigen verkoopt. Het was even zoeken naar het juiste schap maar eenmaal daar aangekomen, werd ons een scala aan verderf en verdrijf getoond. Doeltreffend en duidelijk. Verfijnde vallen waar je eigen vinger niet meer aan te pas komt, zullen zelfs de meest kleurloze muis nog laten verbleken. 

"Nou vooruit, die supersonische dan maar?"

Gisteren verwijderde ik muizenlijk nummer drie. Ze zijn eigenlijk best mooi, muizen. Maar ik wil ze niet. Vroeger... Ja, vroeger accepteerde de mens zulks. Vroeger vergingen ook schepen met man en muis. Toen de partij voor de dieren nog niet bestond en zo. En als dit nou nog een feestje was. Het voert te ver om een muizenplaag als zodanig te definiëren. Het wachten is op klap nummer zoveel die ons zegt dat er weer geruimd moet worden. Niet door ons grut, dat gruwt van alles wat muis is. Maar door mijn kerel of door me zelf.

Zijn we nou onze eigen held?
Maar wat hebben we daar aan?

We hebben er niet eens om gevraagd.