vrijdag 16 januari 2015

In de bonen

In de afgelopen week heb ik mij aangemeld op een online (lijn) club van een best wel bekend tijdschrift. De heerlijkste recepten lachen me toe. Met noten en zaden of een spinaziesmoothie of bonenschoteltjes. Die gaven de doorslag. Als ik vroeger lijnde waren de middelen zo beperkt en ik op den duur dus ook, zo bleek altijd na een uitputtingsslag. Die werd gevolgd door troosteetsessies, Steeds korter op elkaar. Nooit meer lijnen! Weegschaal een schop totdat ie zover onder het bed terecht kwam, dat alleen in herniastand dat ding weer terug te krijgen was. Maar nu... Nu is er dus hoop.

De pijnstillers zijn al niet meer nodig. Voorzichtig begin ik alweer een beetje te sjouwen zoals ik gewend was. Heerlijk! Fietsen doe ik elke dag. Een rijbewijs is niet in mijn bezit. Achteraf een zegen natuurlijk. Anders had ik van nóg verder moeten komen om mezelf aan te pakken. Soms is het lastig, bijvoorbeeld als ik water verlies  uit al het textiel dat ik aan heb. Net terug van  het fourageren voor vijf mensen. Heen en terug op de fiets. Dan constateer ik dat er een boodschap vergeten is. Niet zomaar een dingetje, maar om mij te plagen één van de hoofdbestanddelen van de maaltijd. Hoe kan het dat ik, die altijd op gevoel alles haal, deze keer een lijstje maakte maar dat in de super niet kon vinden? Het ligt vrolijk kleddernat te zijn in mijn jaszak. "Geintje! Ik was er wel. Dichterbij dan je dacht..." schatert het vodje papier. Zo goed voor mij om weer op de fiets te moeten stappen. Even overweeg ik nog om dan maar met een blik soep te gaan werken, die avond. Bijna opgelucht voor die riante redding check ik de soepplank in de bijkeuken. Alle soorten soep die ikzelf lust maar niet meer eet, vanwege het afzweren van pakjes en zakjes. Dat ene blik, waar ik mijn lieven mee wil lijmen die avond, is niet aanwezig. Geen uitvluchten meer. Hup die fiets op. Zo stoer!

Rijp voor een warme douchebeurt kom ik weer terug. Zelfs mijn fiets kan ik  uitwringen. Langs mijn rug loopt  nog een hoosbui naar beneden. Gelukkig wel alles in  huis voor iedereen. Niemand die mij vandaag nog de deur uit krijgt. Anders eten dan mijn gezin. Is me dat een organisatie! In de bladen lees ik van volledig omgeschoolde gezinnen die samen met mams het betere eten omarmen. Zaden, spinaziesmoothie en bonen. In die dagen leven wij nog niet. Lijstjes naast andere lijstjes dus. Kooksessies in gedeelten want maar plek voor vier pannen op  mijn fornuis. Geeft niks, het resultaat is het waard. Maar soms zucht ik. Net kwam ik langs die ene plank in de bijkeuken. Mijn oog staart verbijstert naar dat ene blik soep! "Haha, ik was er wel, Dichterbijer dan je dacht!"

Els Dijkema-van der Linden