woensdag 9 maart 2016

Deutsche Gründlichkeit.(schrijfwedstrijd Nederland leest)


Aus, bei, mit, noch, seit, von, zu…Voor wie dat wil kan ik ver na mijn middelbare schooltijd zelfs midden in de nacht dat riedeltje nog spuien, al word ik liever voor iets anders wakker gemaakt dan naamvalvervoegingen. Dat andere rijtje met gegen, hinter, neben en zo, kreeg ik niet in mijn kop gestampt. Hoe dat kan? Keine Ahnung. In ieder geval weet ik zeker dat het veel oosterburen geen fluit uitmaakt. Dat heeft één van hen ons zelf mee gedeeld, tenminste. Al is het wel een dikke dertig jaar terug. De setting: Het gezin waar ik in opgroeide. Vader en moeder, drie broertjes en ik. Met ons allen op vakantie in Duitsland met de nieuwe vouwwagen. Het weer: Meer dan vijftig tinten grauw en voortdurende hoosbuien die niets met zomervakantieweer te maken hadden. Maar je bent kampeerder of je bent het niet. Mijn ouders waren het. En het was blijkbaar de bedoeling het op ons over te brengen. Onder erbarmelijke omstandigheden het liefst. Dus... Tent opzetten in de regen. Gesjor met onwillig kletsnat canvas terwijl de drie jongste kindertjes in de auto moesten blijven zitten om de raskampeerders niet voor de voeten te lopen. Eén buis boorde zich al door het tentdak en de ritsen weigerden te sluiten of te openen maar een aantal uren verder kon de hele inventaris het inmiddels kleddernatte onderkomen ingeschoven worden en we hadden wel wat lekkers verdiend! Op naar de Bratwurst en pils voor vader en frietjes met cola voor de rest. Waren er nou helemaal geen snackbars in Tecklenburg? Ha, gelukkig. Daar liep een inboorling, tevens levende reclame van ‘s lands meest bekend en gewenst voedsel, voor sommigen dan. Het was wel zaak de wandelaar zo snel mogelijk te tackelen want hij was tot op dat moment het enige zichtbare levende wezen in de straat. Terwijl de auto stilstond, draaide - dertig jaar geleden was autorijden ook nog een tak van sport - mijn vader het portierraampje open en vroeg in zijn lang vervlogen school-Duits naar zijn favoriete lekkernij. Foute boel. De uitgesproken zin sneed mijn moeder door haar perfectionistische ziel. ‘Nee lieverd… Is Bratwurst mannelijk of niet? En het is das Bier volgens mij en ik denk dat je de zin even…’ Enfin de hele Deutsche Grammatik werd doorgeworsteld. Energieverspilling in onze ogen, al kenden we dat woord nog niet. We wilden immers alleen maar een worstje en patat...
Was het de regen? Was het meelijden met het verzopen Nederlandse gezin? Of wilde de man alleen maar zelf snel nach Hause? De juiste vertaalslag maakte hem, evenmin als mijn vader geen biet uit. Tot moeders grote ontsteltenis en ons plezier op de achterbank stak onze gids zijn hoofd erbij in de auto. Hij grapte: ‘Also, eine Holländische Fabrik oder was?’ Daarna sprak hij zijn veto uit over de spraakverwarring. De zin die van onze vakantieverhalen altijd een groot succes maakt: ‘Ach, mensch, das wissen wir ja selbst auch nicht!’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten