zaterdag 5 september 2015

Weeksels 31 augustus t/m 5 september

Maandag:
Vanmiddag fietste ik door ons dorp en deed iets onvergeeflijks. Ik bemoeide mij met het kind van iemand anders. Laat ik alvast maar beginnen met het uiten van duizend excuses en intussen blij zijn dat er nog geen steen door onze ruit is gegooid of erger. Kon wel niet wijs zijn, lees ik soms geen kranten? Er zijn voor minder vergrijpen complete volksgerichten geweest. What's up? Er was een rups op de spoorrails, een spoorwegovergang met van die sla-lom-hekjes en ook was er een kleine jongen die niet onder de indruk wilde komen van het feit dat treinmachinisten meestal geen oog hebben voor beestjes op het spoor. "Kijk eens wat een mooi beest, die ga ik es op mijn gemakje bekijken" zei het jochie. Echt waar, geen dichterlijke vrijheid. En ook vooral heel komisch als het maar niet zo gevaarlijk was. Hij parkeerde zijn fiets tussen de rails en begaf zich naast het bezienswaardige. Ging op zijn hurkjes zitten. "Hij heeft haartjes op zijn rug" meldde de kleine bioloog in wording. "Heel mooi knul, kijk, je fiets staat nu even achter het hek en nu mag jij die mooie rups pakken en ook deze kant opkomen want hier is het heel gevaarlijk, zie je wel?"

"U mag best doorfietsen hoor. De trein komt nog lang niet."

Sorry kerel maar dát kon ik niet over mijn hart verkrijgen. Sorry ouders (who-ever you are). Ik heb het plezier van uw kind verpest. Sorry, sorry, sorry. Maar niet heus!

Dinsdag:
Een beetje huiswerkhulp voor onze brugpieper liep uit op het uitleggen van wiskunde (en ik was ooit zo vastbesloten om nooit meer iets op hokjespapier in te vullen) van schaalberekening (nog erger en we kwamen er dan ook niet uit) maar ook een stuk tekstverklaring voor Nederlands was ons deel. Onder het mom van 'na het zuur het zoet' worstelden we ons door hoekpunten, ribben en hoeveelheden kilometers heen om daarna los te gaan op minder bedreigende dingen. Alinea's en zo. Krantenartikel opzoeken en leren omschrijven waar elke alinea over gaat, wat niet echt routinewerk was maar wel leuk om te doen. Voor mij dan, waaruit blijkt hoe goed het is dat ik niet in het onderwijs terecht gekomen ben want in no-time was er een bepaald onevenredige aandacht voor het stuk krant en mijlen voorsprong op het kind dat eigenlijk opgezadeld was met deze opdracht en mij glazig aanstaarde. Beter even wat gas terugnemen, woordjes overhoren hier en daar. En wat heerlijk dat ik rekenvakken zo haat. Die kan ik zonder gewetensbezwaren terzijde leggen. Net als vroeger. Ach, ik hou nog alinea's genoeg over voor mezelf.

Woensdag:
Klein aangespoeld jongetje. Er zijn nu al zoveel schriftelijke monumenten voor je opgericht, dat hoef ik echt niet over te doen. Je hebt er ook niets aan. Wel zul je op het netvlies blijven hangen van degene die je opraapte, denk ik. De foto van die lange man die jou in zijn armen hield, zei meer dan duizend woorden. En zo zullen er nog wel meer helpers zijn vastgelegd door camera's. Misschien registreren ze hun medemens, ruimen ze aangespoelde mensen of werken ze op het station, al struikelend over de vluchtelingen die de trein nu weer wel en dan weer niet in mogen. Misschien voelen ze een missie maar het kan ook 'gewoon werk' zijn. Weet je veel wat er in hen omgaat. Ze zijn wel de mensen van het eerste uur en zien meer dan hen lief is. Een monument met namen? Hoe moet dat eruit zien? Moet daar eerst ook weer over vergaderd worden? Bouw er maar eentje voor hen in je gedachten. Dan rollen ze ook niet van hun sokkel als het achteraf allemaal beter en vooral anders had gemoeten...

Donderdag:
Je zult maar een bon voor een weekendje weg in je bureau hebben liggen. Vrije dagen regelen is een kwestie van een paar minuten wimpergewapper en daarna kun je een nummer, ver van je bed, bellen. Een limburgse mevrouw nam op en zong van goedemorgen en een bevestiging voor die en die datum. Dat deed ze met allemaal zachte g's alsof het niet op kon. Het klonk erg charmant en ik kreeg steeds meer zin om af te reizen en intussen alvast mij te gaan buigen over onvervalst Limburgs.
"En u komt helemaal uit Groningen?
Hoe is daar het weer dan?
Nogal nat hier (ik volhardde met een Groningse harde g)
Oh, hier is het lekker hoor, de zon schijnt volop!
Maar misschien is die in november wel weg", gaf ik als troef. Wat een beetje kinderachtig was, dat geef ik grif toe. Volgens mij had die mevrouw graag de zon laten meebetalen als extra boekmogelijkheid. Dat kan ik natuurlijk niet hebben. Ook in Groningen wil de koperen ploert best eens (ver)schijnen immers...
Waarom is mooi weer zo belangrijk, als we vakantie hebben.

Tijdens mijn werkzaamheden in het grote postcircus kom ik diverse ansichtkaarten tegen. Daar schijnt de zon altíjd op. Kan niet missen. Omdat wij als postverwerkers moeten weten waar al die verlakkerij heen moet, keren we snel die mooie plaatjes om. Naast het lezen van de adressering (graag duidelijk geschreven, mét postcode en huisnummer volgende keer, want een postbezorger ruikt ook niet alles) zien we wat de thuisblijver moet geloven: "Prachtig weer, ben al heel bruin" staat daar bijvoorbeeld op. Een collega was het ooit na tien van die kaarten meer dan zat. "Verdorie! Waarom nou nooit eens eentje die eerlijk is, die vertelt dat het ...weer is en ook nog verrekte koud! En dat de attracties waardeloos zijn."

Na het lachen, dacht ik daar nog wel eens over na. We willen quality-time want vakantie is al duur genoeg. Dus verkondigen dat we die doormaken. Sommige mensen schrijven het liefst ook nog op dat het een graadje warmer was dan bij anderen. Het was heerlijk! Zo niet, dan nog!


Vrijdag:
Dochter heeft op de Havo het vak Biologie in haar pakket. Dat vond ik vroeger zelf wel leuk. Tót het over chromosomen ging. Dat ging teveel op Wiskunde lijken en dus haakte ik af. Er gingen maar drie examenvragen over, van de vijftig. En die gaf ik mijzelf cadeau. Tegenwoordig noem je dat een keuze. De rest kende ik van buiten en dus was er geen gevaar. Mijn spruit moest zich vandaag verstaan met pissebedden. Zover heb ik het nooit gebracht want practicum bestond maar amper op de Mavo. De sessie met het doorgesneden koeienoog daargelaten. Toen dochter het me vertelde, kriebelde alles in één keer. Tersluiks keek ik op de grond of ik daar al een leger van die beesten zag oprukken maar ze bleven netjes in de verslaggeving. Wat vinden pissebedden van kou? Van vocht? Van elkaars gezelschap? Van de huizen waar ze in rond willen kruipen? Hebben ze een passend CAO? Best lastige maar ook leuke dingen om te onderzoeken lijkt me. Daarom vroeg ik hoe het practicum in zijn werk ging. Neem je die kleine smeerlappen een interview af, of laat je hen proefondervindelijk die kou, het vocht ervaren? Geboren met soms iets teveel fantasie, heb je zo een leuk beeld. Stel dat ze (nog steeds die pissebedden) die kou maar niks vinden, allemaal een sjaal om. En maar antwoorden geven... Maar nee. Droge feiten, ook al komen ze net nat uit een bakje gekropen. Brr, dat vinden meiden van zestien maar niks. Ieuw! En dan wist die bioloogstudente van ons nog niet eens dat er deze week een spin bijna over haar voeten wandelde. Niks gezegd. Spin gevangen en verwijderd. Het practicum dat ons anders had gewacht, was er vooral eentje geweest met enorm veel herrie. Hoe zouden beesten dát vinden? Even vragen...

Zaterdag:
Na 'de post' moet ik altijd een aantal uren overbruggen om weer met mijn kerel mee naar huis te rijden. Hè wat naar! Mooi niet natuurlijk. Zo kan ik bij de Hema een ontbijtje gaan nemen voor 1 euro. Kopje koffie, glas vruchtensap, croissantje en broodje gebakken ei. Het is een fijn speelkwartier (van iets langer dan vijftien minuten)  zo aan het eind van de werkweek. Intussen bedenk ik alvast het slot van mijn weekblog. Naast mij streken zonet twee jonge meiden neer. De één met een hard stemgeluid en de andere fluisterde, om de boel in balans te houden, denk ik. Dan  hoor je dus de helft van een gesprek, wat doet denken aan het luisteren naar een autoradio op een weg vol tunnels. Allemaal brokstukken die je met de nodige fantasie heus wel aan elkaar kan lijmen. Wat maak je nou van: Gezelligheid-hagelslag- klier-school-voetballen lukt niet meer? Afluisteren is niet netjes. Dat weet ik. Maar gesprekken van anderen zijn wel inspiratie voor (letter)soep van de dag! Tot volgende week!






Geen opmerkingen:

Een reactie posten