zaterdag 11 november 2017

Compliment.

Met belangstelling volg ik de serie over een aantal mondige bejaarden in een verzorgingsinstelling. Ze worden door de spilzuchtige directrice na welk voorval dan ook, gesommeerd 'lekker rustig' naar hun eigen kamer te gaan. Wat moeten ze daar doen tussen de muren die hen zo benauwen dat ze zonder het te willen de eetzaal gingen opzoeken? Enkele bewoners gaan clusteren om samen sterk te staan ten opzichte van bedenkelijke voorschriften. "En nou zijn de rapen gaar" aldus één van de hoofdrolspelers.

Naar zo'n serie kan je rustig kijken. Even grijnzen na de aftiteling en achterover leunend vaststellen dat het heus niet overal zo gaat want op tv wordt alles overdreven. Klopt. Verzorgingstehuizen zijn zó twintigste-eeuws, ze worden overal gesloten of zijn al gesloopt. En alle mensen die vroeger in aanmerking kwamen voor een verblijf in 'Avondrust' of iets dergelijks, blijven vandaag de dag thuis - soms verder van huis dan ooit. figuurlijk gesproken - en krijgen huishoudelijke ondersteuning, aangevraagd door medewerkers van het WMO-loket. Zij komen bij ouderen langs om onder het genot van een kopje koffie op een lange lijst met omschreven activiteiten kruisjes te zetten achter wat 'mevrouw allemaal nog kan'. Dat is het systeem. Daar hoef je niet lelijk over te doen. Een wmo-consulent is ook maar een mens.

Ach. Mevrouw is er zo zat van. En duizelingen bevangen haar als ze langzaam met haar stofdoek door haar kamertje gaat. In haar hoofd heeft ze het allemaal wel op een rijtje. Dat wel. "En dat is winst" vertel ik haar al een paar maanden lang - want inmiddels ben ik de zoveelste schakel in het systeem dat huishoudelijke ondersteuning heet - om haar autonomie en zelfrespect te blijven stimuleren. Ik hanteer de stofzuiger en de raamtrekker en vraag wat mevrouw verder nog voor wensen heeft. "Ach kind, láát maar. Ik ben altijd zo precies op mijn boeltje geweest en nu moet ik het maar laten gaan" geeft ze terug. Het is een aanlokkelijk voorstel, zij het afgeblust met een druppeltje gal, een kleine bijtende suggestie dat het vanaf nu allemaal blijkbaar in de soep gaat lopen ondanks of dankzij het feit dat ik haar help. Zolang mevrouw de bewoonster is en weet wat ze wil, ga ik niet akkoord met een bedenkelijk laissez-faire. Heel flauw van me. Zie ik dan niet hoe moe ze is?

Inmiddels zijn we goede bekenden geworden. Mevrouw maakt haar wensen kenbaar en ik voer ze uit en we hebben op die manier een beste middag, elke week. Bij de thee vertelt ze, dat ze bij de thuiszorginstelling  had gevraagd om iemand die al haar gedachten kon lezen, nooit de benen en zeker nooit vakantie zou nemen en ook nooit ziek zou worden. En vooral iemand, die haar hele huishouding zonder iets te vragen zou adopteren. En dat haar zo iemand ook was beloofd (volgens mevrouw). Met een klein spoortje verontwaardiging - maar daar wordt aan gewerkt -  besluit mevrouw haar relaas:

 "En toen kreeg ik ú!"

Ik beschouw het maar als compliment.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten