Maandag:
Het feestweekend
weer voorbij. Puinruimen, boodschappen, Iedereen weer naar school en werk. Wat
zal ik eens gaan doen. Ik dwaal door het huis. Wat is het meest nodig? De
wasmachine heeft geen vrijaf gehad. De toiletten zijn elke dag aan de beurt
maar stofzuigen is wel een feestje waarschijnlijk...
En daar
liggen de gekopieerde zakelijke promotiemails. Die ga ik dus sturen naar... en
naar.... en oh ja, ook nog naar... Allemaal adressen die ik later weer
zal contacten. Of ze de mailing ook gehad hebben en of ze er wat mee gaan doen?
Boekscout investeert. Ik leur!
Eigenlijk
haat ik het!
Moet je maar
geen boek gaan schrijven.
Dinsdag:
"Waar
was je al die tijd!" nijdast mijn stofzuiger naar me. "Nou heb je me
weer nodig zeker, Lekker hoor. Zit al die tijd in het donker. Denk je dat dat
leuk is? En jij maar typen, u-ren-lang! Weet je wel hoeveel moeite het me kost
om door drie lagen stof te wroeten?"
Ik klop mijn
mopperkont maar even op de flanken, schuif wat buizen in elkaar en zet hem
alvast klaar op de overloop. Trek was nummer drie uit de wasmachien en het ding
lijkt naar me te knipogen. Die heeft nooit te klagen over aandachtstekort, al
duurde het even voordat ik me weer met bont en wit kon bezighouden. De hele
ochtend was foetsie. Met jongste naar de huisarts in verband met geblesseerde
pols vanwege een kleine aanvaring met een klasgenoot. De huisarts vertrouwde het niet en pleegde een belletje naar
radiologie. Hup, richting umcg, Gelukkig wees de foto uit dat er
geen breuk in zat. Geen gipsgedoe deze keer. In de middag met de Franse slag
alle schade in het huishouden inhalen. Stofzuiger heeft zijn verzet mokkend
opgegeven. "Als je er maar niet over gaat schrijven..." probeert hij
nog.
Woensdag:
Hoog tijd voor boodschappen en strijken op een ander adres met grote strijkmachine.Het is net schrijven maar dan anders... In ieder
geval kunnen je gedachten op drift. In de middag zijn jongste en een jongen uit zijn klas hier. En
de post brengt een enveloppe met vijf lievedochterexemplaren, die allemaal weer
een nieuw adres krijgen. Het is net een nest jonge hondjes of poesjes. Alleen
verstuur je die niet per post.
Donderdag:
Dit geloof
je niet: Er was eens een fiets.Vorig jaar werd hij gestolen van ons, in de
stad. Manlief kwam een tijd later, toen het verdriet om de fietsenratserij al
wat weggeëbt was, over de Museumbrug en zag het ding staan. Pliesie gebeld en
een innige hereniging was het gevolg. Oudste zoon woont in de stad en
consumeert fietsen alsof het broodjes zijn. "Hier kerel. Goed op slot
zetten, kun je tenminste sneller naar college." Half jaar later:
"Pap, de fiets is weer gestolen! Wel &^&*^(* !!!" Het rijwiel
was 11 jaren onder manliefs handen geweest. Al die tijd met liefde (...)
de banden geplakt, de bel gekoesterd, enzovoorts. Deze fiets was jarenlang het
fundament van manliefs ongemotoriseerd vervoer. Geef je oogappel aan je oudste
en je wordt er acuut en zonder fratsen twee maal vanaf geholpen. Het sneed
diep. Erg diep. Tot vandaag...
Manlief had
al die tijd uitgekeken naar ZIJN fiets. Als met arendsogen bespiedde hij elk
stalen ros. Menigeen had dat allang opgegeven. Hij niet. Wij wisten daar niet
van. "Weg is pech. Jammer dan!" Zo redeneerden wij. Dat is hard,
ja... Maar vanmiddag was het raak! Daar stónd ie weer. Het barreltje. Tikje
ouder geworden in die tijd, beetje meer roest en kraken dat het een lieve lust
was. Pliesie gebeld. Die kwam, zag en moet wel tranen in de ogen hebben gehad,
bij het aanschouwen van de verzameling spaken, skelet, slot en bel. "Was
hij dáárvoor gekomen?" Manlief zag in zijn ogen, dat de buit een beetje
tegenviel. Er was één bureaucratisch hobbeltje dat nog genomen moest
worden. De diefstal was te lang geleden. Toen manlief de code van het
cijferslot wist te kraken ging de sterke arm der wet akkoord met het meenemen
van de verloren fiets. Wederom sloten eigenaar en oud-ijzer een verbond. Titel
voor dit verhaal? 'De fiets met vele levens'.
Vrijdag:
Zal je net
een boekje hebben geschreven over dochters in situaties van onderbelichte
status of taboesfeer. Gebeurtenissen van verdwenen vrouwen staan er niet in.
Die kreeg ik niet direct gekoppeld aan een verhaal uit de Bijbel. Toch wil ik
proberen om hun ook een stem te geven. Afschuwelijk nieuws deze dag:
RUINEN -
In het
Drentse dorp Ruinen is donderdagavond het lichaam gevonden van de vermiste
Rotterdamse Yasmeen Dad (25). De politie is momenteel bezig met onderzoek. De
politie heeft de 26-jarige echtgenoot van de vrouw aangehouden...
Ach Yasmeen,
van wie was jij dan een dochter? Ik lees dat je moeder in Pakistan contact
probeerde te maken. Zij maakte zich vreselijk zorgen. Terecht. Verschrikkelijke
dingen verneem ik uit het nieuws. Er zijn allemaal dingen over jullie gezin
geschreven. Over een geïsoleerd leven onder de knoet van je schoonmoe. De twee
kleine peuters die je eigen kleintjes waren, hadden geen stem in dat kapittel..
Jij hebt de sleutel van de waarheid in je handen. Maar je leeft niet meer. Die
sleutel is nu weinig meer waard... Wel is er voor je geflyerd. Men heeft het
over een doofpotcultuur. Alle vuile was binnengehouden. Je kerel zit vast,
trouwens. Hij toonde zich hevig ongerust en ondanks confrontaties met
vermoedens die hij van tafel veegde, vertelde hij dat je ineens vertrokken
was.... Je was al bang, dat dit gebeuren zou, vertelt een kennis. Jij zult er
niks meer aan hebben. Niemand kende je echt. De bovenbuurman niet, de moeders
in je straat niet. Zelfs de werkloze buurman die voor zijn raam zit met zijn
laptop, niet. Eenzaamheid en isolement. Hoe vaak wordt daar niet over
gepraat en geschreven. Ook in andere settingen. Er ligt iemand jaren dood in
huis. Wie was dat dan? Moet ik hem/haar gekend hebben? Schuiven met verantwoordelijkheid, dát
kunnen we. Het kan onze schuld niet wezen. En oh, je hoeft niet te denken dat
ik nu ineens opgeschrikt wordt door een nieuwsitem. Er is nog veel meer
ellende. Ik weet het...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten