zondag 1 oktober 2017

Met hand en tand

Dank, dank, dank voor alle lieve reacties. Ik begrijp dat mijn lezertjes met reikhalzend verlangen uitzien naar het vervolg van de kiessoap. Dat ben ik ook wel verplicht natuurlijk na al die gezwollen taal over een betrekkelijk simpele gebeurtenis.

Drie ontstekingen in één kies leiden er toe dat een mens bijna onherkenbaar wordt voor de directe omgeving. Wél paste ik in de tandartsstoel, die mij verwelkomde met: 'You've come a long way!' (dat klopte net zo hard als mijn kies)  en ook heb ik inmiddels die ene wal terug. Samen met die andere valt hij toch wat tegen, achteraf gesproken. Je kunt niet alles hebben. Juich want de zwelling is gaan zakken zodat ik overhel naar rechts, wat gecompenseerd moet worden met een sterke buiging naar links om nog vooruit te komen.
Zoiets wil je niet tegen komen in huis..

De gang naar Canossa (bijna het zelfde vernederende effect als naar de tandarts) was er eentje met klappertanden en het zweet in de handen. Bij de weekendpraktijk aangekomen wisten we gelijk waarom tandartsen bij voorkeur in bovengemiddelde klasse types auto rijden. Zaten we in een stripverhaal, dan had er in tekstballonnetjes gestaan "Hartelijk bedankt voor het bezoeken van de weekenddienst, blij dat ik rij Fok vooral al uw ontstekingen in het weekend". Natuurlijk past het mij niet om beledigende taal te bezigen want zowel de tandarts als de assistente waren erg lief en begrijpend. Een kleine röntgenfoto (!) van rond de vijftien euro bracht aan het licht dat verdoving in dit stadium niet zou helpen. De vijand moest eerst maar bevochten worden door een kuur penicilline en vijf dagen verder een vervolgafspraak. Die minuut consult over het verloop van zaken (tientallen euri) was het slotakkoord. Daarna hield ik mijn portemonnee ondersteboven en vervolgden we onze weg naar de apotheek die op een penicillinekuur een toeslag had bedacht van vijfenveertig euro. Schatten zijn het. Echt!!

Net een icepackgelgeval tegen mijn hoofd aangeduwd (dank je wel schoonzus) Werkt beter dan het pakje roomboter dat we gisteravond kochten. Dat smolt veel te snel, waarop ik overging op brie (ook geen succes). De hele koelkastinhoud gebruiken was een beetje veel gevraagd. Liever had ik mijn hoofd er achtergelaten...

De meeste lof echter, verdient de rots die al bijna zevenentwintig jaar aan mijn zijde is. Naast de ritten, de glaasjes water, paracetamollen en andere aangerukte troostmiddelen, was hij zelfs bereid mijn voeten te wassen. Aangezien ik net onder de douche was geweest, heb ik dat aanbod afgeslagen. Wel bedenk ik dat er in de Bijbel wel een loflied over vrouwen staat, zij het licht gedateerd en niet helemaal herkenbaar met wijngaarden en dergelijke. Ik mis een dergelijke ode over mannen. Moet ik die zelf weer gaan componeren. Vooruit, het werd ook wel eens tijd. Ze hebben het best zwaar, de mannen anno nu.

Welaan dan. Zonder er de spot mee te drijven en vrij vertaald en hopen dat het helpt:

Een lied over een sterke man.

Een sterke man, wie zal hem herkennen.
Hij is zeldzaam. Een uniek exemplaar.
Waardevoller dan de snelste computer.
Geliefd om wie hij is.
Hij staat vroeg op en gaat op de fiets naar zijn werk,
In alle weersgesteldheden.
Hij lapt de banden van al zijn huisgenoten
en daarna de ruiten van het huis.
Hij tekent een bestek en verbouwt diezelfde woning eigenhandig.
Metselt er op los alsof hij nooit anders heeft gedaan.
Als hij gaat koken, rammelen de pannen van schrik,
ook degenen die zich in de keuken bevinden, beven.
Het eindresultaat is altijd een goed gevuld bord geurig voedsel.
Sterk gevarieerd en bereid met liefdevolle hand.
Een sterke man rijdt iedereen overal naar toe.
Geen zwemles of tandartsbezoek is hem teveel.
Een sterke man weet wat hij uitgeeft.
Zonder het zelf te willen.
Een sterke man heeft een Jobsgeduld.
Zijn vrouw geniet daar bijzonder van.
Haar hele leven lang...
Een Godsgeschenk.

Zo maar doen? Inpakken of zo meenemen? Kost niks.
Zelfs geen weekendtoeslag...




Geen opmerkingen:

Een reactie posten