Achter mijn vakkenkast zit ik, bij het grote postcircus.
Niet lang meer. Was ik, met nóg zes mensen, in september van het vorige jaar zó
blij dat het werk in de grote stad voortgezet kon worden. Het houdt érgens eens
op met de mazzel. Helaas moest er wel een andere postkast worden gevuld als die
ene waar we zo’n goede verstandhouding mee hadden opgebouwd. Maar ook met de
nieuwe ging dat lukken. Het is net memory, uiteindelijk weet je alles te
vinden… Maar dan is het spel afgelopen want een ander gaat er met de buit
vandoor. Jammer dan.
Nog steeds verblijf ik achter mijn vakkenkast. Hij heet:
‘autodienst Niekerk’. Achter mij klinken stemmen, is er een hoop kabaal vanwege
het betere gooi-en-smijt-werk met bakken. Blauw voor de groffe en rood voor de
fijne post. Men roept postcodes en ander vakjargon en er is gezang. Dat geluid
komt van een collega die er al negenendertig jaren bij het circus heeft
opzitten. Zoiets blijft niet onopgemerkt, het laat zo te zeggen wat sporen na. En
niet alleen bij deze ene persoon. Collega zingt van een huisje op een Fries
weggetje. Daar woont zijn nicht, die van alles verkoopt. Zelfs robijnen. Zodra
die in zicht zijn, stopt het liedje altijd. Waarschijnlijk, omdat de hit een minder
onschuldig karakter heeft dan op het eerste gehoor. Wanneer de laatste noten
zijn weggestorven, zijn er altijd nog de gesprekken. De bekendste ingrediënten
daarvan: ‘Een mahoniehouten kop. De beroerdste niet. Dan ben ik héél anders. Nóg
niet klaar? Achterstandsgebied! Je ziet er goed uit (dank je, jij ook). Geen
tijd! Vóór half tien klaar. Dan môj ook éérlijk wezen‘. De zin die in ieder
gesprek voorkomt, luidt: “Dan weet jij wel wat ik bedoel”. Die mensen én alle
uitspraken gaan we straks vreselijk missen natuurlijk. En andersom misschien
ook wel. De dagstructuur is straks volledig naar de haaien. Vermoedelijk zullen
we uit onze toekomstige nachtmerries wakker schieten en vervolgens alle postcodes
gaan prevelen die we kennen.
Ik moet er eens achter vandáán komen, dacht ik zo.
Eigenlijk wilde ik mijn vakkenkast adopteren, gewoon, omdat ik er aan
gehecht ben geraakt. En dan die collega’s ook maar. Het mag niet zo
zijn. Zij moeten blijven gooien en zetten, op de plek waar ze néérgezet zijn. Bedankt
voor de prettige samenwerking. Dan weet jij wel wat ik bedoel… Tuurlijk! Dat
zég ik!
Els Dijkema
Geen opmerkingen:
Een reactie posten